Column week 22 - Hoofdinhoud
20 jul 2014
Afgelopen week speelde in de Tweede Kamer een onderwerp dat er voor zorgde dat weer eens scherp te zien was hoe je verschillend tegen de maakbaarheid van de samenleving en de rol van de overheid aan kunt kijken. U weet, in tegenstelling tot andere - meestal linkse - partijen, gelooft de VVD niet in een maakbare samenleving en (dus) ook niet in een grote overheid, die zich met teveel facetten van ons leven en ons gedrag bemoeit.
Deze keer ging de discussie over de samenstelling van ons voedsel. Wij hebben weliswaar zelf de keuze wat wij eten, maar niet de keuze hoe bepaalde producten worden gefabriceerd. Om ons zo gezond mogelijk te kunnen laten eten, heeft Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, afspraken gemaakt met het bedrijfsleven over de vermindering van de hoeveelheid zout, vet en suiker in kant en klare producten. Bedrijven zien ook hoe veel consumenten steeds meer bezig zijn met gezond eten en willen hier best afspraken over maken. Maar voor sommigen gaan deze afspraken lang niet ver genoeg. Zij willen het liefst in de wet vastleggen hoe producenten hun soepen, sausjes of koekjes moeten maken.
Probleem is alleen dat de overheid natuurlijk geen controle heeft over de hoeveelheid soepjes, sausjes of koekjes die wij vervolgens eten! En dat is maar goed ook. Het zou toch een rare gewaarwording zijn als je straks bij de kassa van de supermarkt langs de suikerpolitie of de koekjescontrole moet!
Wat is de rol van de overheid dan wel? Wat mij betreft is het goed dat Minister Schippers met producten van voedsel rond de tafel is gaan zitten. Je kunt zout of suiker immers beter achteraf toevoegen, dan dat je het eruit moet halen. Nog los van het feit dat ik niet zou weten hoe ;-). Verder kan de overheid consumenten voorlichten over gezonde voeding. Maar voorlichten is nadrukkelijk iets anders dan voorschrijven hoe en hoeveel wij mogen eten!
Mensen hebben zelf de verantwoordelijkheid om al dan niet gezond te eten. Zelfs als het om onverantwoorde keuzes gaat. De overheid kan er hooguit voor zorgen dat consumenten op de hoogte zijn van de samenstelling van producten en helpen gezonde producten extra onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld met campagnes als “Kies bewust!”. En natuurlijk heeft de overheid een verantwoordelijkheid als het gaat om het aanbieden van gezonde voeding op scholen.
Daar houdt het wat mij betreft, wat liberalen betreft, op. Want wat voor de één onverantwoord is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Het gaat niet alleen om het feit dat er suiker, vet en zout in producten zit, maar ook om hoeveel iemand eet, wat hij of zij daarnaast eet en hoe de rest van het leven van die persoon eruit ziet. Wat mij betreft kan het niet zo zijn dat wij in de toekomst alleen een zak chips mogen afrekenen als we een lidmaatschap van de sportclub kunnen laten zien, komen er geen regels voor een maximum aantal ijsjes per week of een overheidsslot op het zoutvaatje. Voorlichten…. ok, voorschrijven… nou nee!