Steeds meer scheidsrechters gemolesteerd in Brabant

Met dank overgenomen van B.Ch. (Bart) de Liefde i, gepubliceerd op dinsdag 25 oktober 2011.

door Yadran Blanco

VOETBAL Een scheidsrechter die een ferme klap tegen zijn hoofd krijgt omdat een speler het niet eens is met de ontvangen rode kaart. Een team dat de leidsman verbaal bedreigt omdat hij warrig zou fluiten. Of een trainer die de agressieve houding van zijn aanvoerder billijkt omdat de arbiter een in hun ogen discutabele beslissingen niet wil toelichten. Zomaar een greep uit enkele gestaakte wedstrijden in het West-Brabantse amateurvoetbal van het voorbije weekeinde.

Discussiëren met scheidsrechters, het aanvechten van beslissingen en de selectieve verontwaardiging na afloop van de ‘benadeelde’ partij. Het is van alle tijden, omdat de mens nu eenmaal altijd strijdt om er zelf voordeel uit te halen.

Ondertussen lijkt de scheidsrechter echter meer dan ooit zijn gezag te verliezen. Zijn autoriteit wordt steeds vaker in twijfel getrokken en ter discussie gesteld. Het is een afspiegeling van de huidige maatschappij, waarin een politieagent aan zijn uniform alleen ook niet meer genoeg heeft, zegt sportsocioloog Paul Verweel. „De oude hiërarchische verhoudingen werken in deze tijd niet meer.”

In totaal werden afgelopen weekeinde vier duels tijdelijk of zelfs helemaal stilgelegd in het KNBV-district zuid 1 bij de categorie standaardelftallen. Incidenten zijn het allang niet meer. Cijfers zeggen soms meer dan een vuistdik dossier. Zoals in het volgende geval. In geen enkel van de zes districten in Nederland werden vorig seizoen zoveel scheidsrechters gemolesteerd als in het district zuid 1 waartoe West-Brabant behoort. In totaal 43, terwijl de twee seizoenen ervoor de teller op respectievelijk 18 en 15 bleef steken. Een meer dan forse toename.

„Absoluut zorgwekkende cijfers. Daar zijn we helemaal niet blij mee. Het gaat namelijk om ernstige bedreigingen van scheidsrechters”, beseft districtsmanager Mark van Berkum maar al tegoed. „Het is volstrekt onacceptabel dat dit gebeurt. Dat was eerder voor ons ook al aanleiding om met het excessenbeleid te komen waarmee we spelers en teams langer en zwaarder kunnen straffen.”

Geen overbodige luxe. De scheidsrechter verliest immers zijn gezag. En niet zo’n beetje ook. De fluitist moet zich voor zowat iedere beslissing verantwoorden en krijgt verbaal van alles naar zijn hoofd geslingerd. De acceptatie van zijn leiderschap lijkt verdwenen.

Tweede Kamerlid Bart de Liefde van de VVD heeft een duidelijke boodschap. „Wie aan de scheidsrechter komt, moet wat ons betreft in de toekomst bij de strafrechter komen. In het ergste geval volgt een gevangenisstraf. Geweld moet keihard worden aangepakt. Net zoals in het dagelijks leven als een conducteur of een winkelier wordt gemolesteerd.”

De krachtige taal geeft aan dat het de politicus menens is. De Liefde is sinds de beëdiging van het nieuwe kabinet een jaar geleden voor ‘s lands grootste politieke partij woordvoerder op het gebied van sport. In zijn spaarzame vrije tijd is hij (internationaal) scheidsrechter. Bij het hockey weliswaar, maar daarom niet minder een ervaringsdeskundige. „Ik pleit voor een verplichte scheidsrechterscursus voor alle voetballers. Bij het hockey wordt iedereen verplicht om vanaf de B-jeugd zijn scheidsrechtersclubkaart te halen. In het voetbal heb je niet zo’n verplichte toets. Een spelregeltest heeft twee voordelen: je krijgt meer mensen die de lagere teams kunnen fluiten en het voorkomt een deel van het verbale geweld.”

Dat voetballers voor eens en voor altijd gemuilkorfd zouden kunnen worden, is te idealistisch gedacht, vindt sportsocioloog Verweel, tevens werkzaam bij de KNVB, wetenschapper én voorzitter van allochtonenvereniging Hoograven in Utrecht. „Als je hoge verwachtingen hebt, word je op den duur altijd teleurgesteld. Als je denkt dat je verbaal en fysiek geweld kunt uitsluiten, sta je buiten de samenleving. Het is onmogelijk om te zeggen dat er nooit meer iets gebeurt in het amateurvoetbal. Je hebt allerlei lagen uit de bevolking die elkaar op het veld tegenkomen. Die hebben allemaal beelden en oordelen over elkaar. Marokkanen scoren altijd hoog op foute lijstjes. Autochtonen nemen dat onbewust mee naar het voetbalveld. Het amateurvoetbal is erg divers, in tegenstelling tot rugby, hockey of cricket, waar je kleine uitsnedes van de samenleving ziet.”

Desondanks is de algehele teneur bij zowel KNVB als politiek dat ook voetballers respect moeten opbrengen voor de beslissingen van scheidsrechters. Dat moet beginnen bij het betaalde voetbal. Het opstandige gedrag van verhitte spelers en trainers die op televisiebeelden voorbijkomen, wordt vaak gekopieerd door de amateurs.

„Daarom vind ik het gek dat een profspeler niet geroyeerd kan worden voor het uitdelen van een klap en en amateur wel. Ook dat moet veranderen”, is Kamerlid De Liefde van mening.

Acceptatie is het toverwoord. Ook scheidsrechters zijn menselijk, dus niet perfect, en schatten situaties soms verkeerd in. Amateurvoetballers hebben zelf echter ook hun beperkingen. Anders hadden ze wel op een hoger niveau gespeeld en niet in de eerste, derde of zelfs vijfde klasse.

Verweel: „Ook daarom mag je verwachten dat ze fouten van de scheidsrechters kunnen accepteren. Op hun beurt moeten arbiters weten welke club ze fluiten. Studenten zijn mondig, Marokkanen emotioneel en bij veel volksclubs wordt nogal eens wat vanaf de kant geroepen. Niet iedereen is hetzelfde. Dat moet je als arbiter ook aanvoelen.”

Maar toch, van de vier gestaakte wedstrijden afgelopen weekeinde waren drie teams met vrijwel alleen allochtone spelers betrokken. Gaat het fout bij een team dat vrijwel alleen uit Marokkanen of Turken bestaat, dan haasten trainers en bestuurders zich om te zeggen dat het vele maanden daarvoor wel goed ging. Maar of dat maatstaf moet zijn?

De Liefde: „De regels zijn alleen wel universeel. Die gelden voor iedereen. Dan maakt het niet uit of je Jan, Piet of Ali of Chi Tai heet. Iedereen heeft er zich aan te houden. Van scheidsrechters moet je afblijven. Wat we op straat niet accepteren, accepteren we ook niet op het veld. Dat moet voor iedereen voor eens en voor altijd duidelijk zijn.”

Bron: BNdeStem, 22 oktober 2011