Bijdrage Gert-Jan Segers aan het wetgevingsoverleg Raming Tweede Kamer 2016

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op maandag 22 juni 2015.

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken aan een wetgevingsoverleg met Voorzitter van de Tweede Kamer Van Miltenburg (VVD) en Tweede Kamerlid Van Ark (VVD)

Onderwerp:   Raming Tweede Kamer 2016

Kamerstuk:    34 183          

Datum:           22 juni 2015

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb acht punten, maar wat die punten ook zijn, ik ben bang dat de beeldvorming van dit debat al bepaald is door de VVD-fractie: tonic en bitter lemon zijn trending topic. Het is niet anders.

Allereerst dank ik de Voorzitter, het Presidium en zeker ook de staf voor al het werk dat voor en achter de schermen plaatsvindt waardoor wij altijd ons werk kunnen doen. Er is heel veel vanzelfsprekend, maar we weten dat het niet vanzelfsprekend is maar de vrucht van hard werken. Daar dank ik de staf en zeker ook de Griffier voor. Zij maakt haar laatste Raming mee en dat verdient een speciale vermelding. Na ruim tien jaar zal zij afscheid nemen en dat is een bijzonder moment. Dank voor alle inspanningen voor de Kamer.

Mijn eerste punt, het lastigste en ingewikkeldste, betreft de anonieme brieven. Nieuwsuur heeft gemeld dat er in het najaar een brief van een klokkenluider naar de Kamer is gestuurd. Nieuwsuur heeft navraag gedaan bij het Presidium, bij de Griffie, en heeft te horen gekregen dat de brief hoogstwaarschijnlijk door de shredder is gehaald. Dat is een heel pijnlijke constatering. Iemand die in gewetensnood verkeert, komt met belangrijke informatie over een belangrijke kwestie, namelijk de deal tussen het Openbaar Ministerie en Cees H., waar we kort daarvoor een belangrijk debat over hadden gevoerd, naar de Kamer, een bastion van democratie en een toevluchtsoord voor democratie. Dan is het uiterst pijnlijk als dit het lot van de brief is geweest. Het lastige is dat we het niet weten. Had deze klokkenluider een kans? Had hij een kans gehad als hij zich inderdaad had gericht tot de Voorzitter van dit parlement? Hoelang bestaat de regel al dat anonieme brieven na scanning, na een blik op die brieven, door de papierversnipperaar gaan?

Ik begrijp dat de Voorzitter heeft gezegd dat zij niet verantwoordelijk is maar dat de Griffier verantwoordelijk is. Is dat een juiste verantwoordelijkheidsverdeling? De vraag stellen is hem beantwoorden. Wat de fractie van de ChristenUnie betreft is dat niet zo. De Voorzitter is verantwoordelijk. Daar voeren wij het debat mee. We kunnen geen debat met de Griffier voeren. De belangrijkste vraag is echter hoe we voorkomen dat het ooit weer zo misgaat. Hoe zorgen we ervoor dat er een goed meldpunt komt voor klokkenluiders, zodat zij, als zij zich wenden tot de Kamer, ook werkelijk gehoord worden?

Mijn tweede punt betreft de restauratie van alle gebouwen hier. We lijken te staan voor de keuze tussen een kortere verbouwing van vijf jaar waarbij we het gebouw moeten verlaten of een langere verbouwing waarbij we beetje bij beetje de boel opknappen. De noodzaak ervan blijkt evident. Als er een keuze moet worden gemaakt, is het voor mijn fractie moeilijk voorstelbaar dat we deze plek verlaten. We geven dus de voorkeur aan een langere procedure, waarbij we deze plek kunnen blijven innemen.

Over mijn derde punt, de elektronische toegangsregistratie, heeft collega Schouw al ongeveer gezegd wat ik wilde zeggen. De vraag is: winnen we er veel mee? Er is absoluut een privacypunt. We weten samenlevingsbreed steeds meer waar mensen zich bevinden, wat ze doen en uithalen. Daar voegen we dit nog eens aan toe. Dan moet je altijd even nagaan of iets echt noodzakelijk is. Winnen we hier heel veel mee? Bij onze fractie leven daar nog altijd twijfels over.

De heer Klein (Klein):

In zijn algemeenheid heeft de heer Segers volkomen gelijk over de privacy waarmee mensen te maken hebben. Maar we hebben het hier over Kamerleden. Het Kamerlidmaatschap is een openbare, publieke functie, waarbij je toch wel mag laten zien dat je wel of niet aanwezig bent in de Tweede Kamer?

De heer Segers (ChristenUnie):

Dat doen we nu door middel van het zetten van de handtekening. Dat functioneert prima. Het is dus zeer de vraag of we enorm veel opschieten met wat er nu wordt opgetuigd. Je moet altijd de vraag beantwoorden of iets een enorm probleem oplost. Het probleem is dat er een aantal formulieren bij elkaar moeten worden gevoegd. Daar is een kwartier de tijd voor. Ik heb nog nooit gezien dat dit vreselijk misgaat en helemaal in de soep loopt. We hebben het jarenlang zo gedaan. In die zin ben ik lichtelijk conservatief van inslag.

De heer Klein (Klein):

Ik neem aan dat de Voorzitter goed kan uitleggen waarom we ertoe gekomen zijn. Een van de dingen is dat je niet meer de gekke situatie krijgt dat Kamerleden moeten hollen naar de presentielijst voor de aanvang van stemmingen. Ook hoeven er nooit meer rare dingen worden gedaan om na te gaan of er wel of geen quorum aanwezig is aan het begin van de dag. Kortom, dat zijn heel belangrijke dingen uit efficiencyoverwegingen. Dat heeft dus niets met privacy te maken.

De heer Segers (ChristenUnie):

Of het quorum aanwezig is of niet, daar maakt dit geen verschil voor uit. Dat is dus absoluut het probleem niet. Het feit dat vier mensen in de rij staan om nog even snel een handtekening te zetten, vind ik ook niet onoverkomelijk. Nogmaals, het is gezonde scepsis ten aanzien van alles wat digitaal wordt vastgelegd en controleerbaar is voor waar mensen zich bevinden en wat ze doen. Daar bestaat enige argwaan over. Vandaar de vraag of het een heel groot probleem oplost.

Mijn vierde punt is door verschillende collega's aangehaald, namelijk de overbelasting van de plenaire agenda. Het loopt richting het zomerreces en we zien alweer aankomen dat we de nacht ingaan, dat het ontzettend druk wordt en dat er meerderheidsdebatten op de rol staan. Is het niet mogelijk dat er voor de debatten waarbij moties worden ingediend, de VAO's, een speciale procedure komt en we die afhandelen in zalen als waarin we nu zitten? Wil het Presidium er eens naar kijken dat er, wellicht met een drempel, een aanvraag kan worden gedaan dat een meerderheidsdebat niet in de plenaire zaal maar in een andere zaal plaatsvindt? Zou dit niet heel veel tijd opleveren? Daar kunnen we gewoon over stemmen in de plenaire zaal. De moties kunnen dan in de andere zaal worden ingediend, zoals dat ook bij een WGO en een notaoverleg gebeurt. Wil het Presidium daar eens naar kijken en ons daarover informeren?

Mijn vijfde punt heeft betrekking op de motie die ik twee jaar geleden bij de Raming heb ingediend over parlementaire ondervraging onder ede, een soort flitsenquête. Deze motie is aangenomen en ik weet dat daar voortgang mee wordt geboekt, maar waar in de procedure zit het nu? Kan de Voorzitter ons daarover bijpraten?

Mijn zesde punt betreft de afsplitsingen van fracties. Ik heb via interrupties al enigszins laten weten waarin 'm mijn twijfel daarover zit. De vrije gedachtevorming binnen fracties mag niet onder druk komen te staan, waarbij bijvoorbeeld met ontslag wordt gedreigd. Een zetel is niet het eigendom van een partij of van een lijsttrekker die veel stemmen heeft gehaald. Dat is natuurlijk prachtig en mooi — ik heb ook veel ontzag en bewondering voor mijn fractievoorzitter — maar de vrije gedachtevorming staat of valt bij de vrijheid die een individueel lid heeft om te zeggen dat hij het ergens niet mee eens is of er principiële bezwaren tegen heeft. Dan mag er niet worden gedreigd met: dan zetten we jou uit de fractie en dan heb je nul rechten. We kunnen niet nagaan wie gelijk en ongelijk heeft. De kiezer is de enige die dat bepaalt, bij de volgende verkiezingen. Dan kan ik u vertellen dat er een grote schoonmaak zal plaatsvinden. Heel wat eenmansfracties of kleinere fracties zullen het parlement verlaten, maar sommige fracties zullen terugkomen in de vorm van een nieuwe partij. Dat is uiteindelijk aan de kiezer. Wij gaan daar niet over, een fractieleider gaat daar niet over, maar de kiezer gaat daarover, hoe ongemakkelijk en vervelend het ook is dat we veel tijd kwijt zijn aan de enorme versnippering. Voor alle helderheid: ik ben niet van plan om mij af te splitsen. Ik maak nog steeds tot volle tevredenheid deel uit van de ChristenUnie-fractie.

Ik heb nog twee korte vragen. De eerste is in hoeverre de Kamer zich ervoor inspant om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Het gaat dus om de Wet werk en bijstand. Wat doet de Kamer op dit punt om zich van haar goede kant te laten zien?

Mijn allerlaatste vraag gaat over de Dienst Automatisering. We kunnen ervan uitgaan dat er afscheid genomen moet worden van heel trouw personeel dat hier in vaste dienst is en dat wordt uitbesteed. Net als de fractie van collega Fokke heeft mijn fractie gestemd voor de motie over het schoonmaakpersoneel. Je vormt hier met elkaar een gemeenschap en kunt dat tot uitdrukking laten komen via een dienstverband. Is het niet mogelijk om te participeren in de rijksbrede organisatie SSC-ICT, waarbij het Rijk deze diensten heeft ondergebracht? Dan kun je mensen wel degelijk een vast contract bieden. Daar zouden wij van kunnen profiteren. Dan heb je wellicht het beste van twee werelden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.