Troonrede 1975 (volledige tekst)

In de integrale tekst van de troonrede 1975 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.

1.

Economische situatie

Leden van de Staten-Generaal,

De werkloosheid is in vele landen van de westerse wereld gestegen tot een peil dat niet meer mogelijk was geacht. Een inzinking van tijdelijke aard gaat gepaard met verschijnselen die wijzen op een meer duurzame verstoring van het economische evenwicht. 

Hoewel voor het komende jaar enige opleving van de economie wordt verwacht, moet daarbij toch gerekend worden met een blijvend tragere groei en het nog voortduren van omvangrijke werkloosheid. 

Diepgaand internationaal beraad is nodig om te komen tot een gezamenlijk antwoord op deze ontwikkeling die voor arme en rijke landen ingrijpende gevolgen heeft. In het overeen te komen beleid zullen nieuwe inzichten tot uitdrukking moeten komen over het verband tussen groei en werkgelegenheid en over de ondeelbaarheid van de wereldeconomie.

Voor het eerst in de na-oorlogse periode zijn, met de wereldhandel, de Nederlandse uitvoer en produktie gedaald. Reeds in een vroeg stadium van de economische inzinking heeft de regering gepoogd om met stimuleringsprogramma's de toeneming van de werkloosheid tegen te gaan. 

Zij heeft daarmee de bestedingen voor nog verder inzakken behoed en op velerlei wijze hulp geboden aan het bedrijfsleven. Deze maatregelen hebben evenwel niet de vermindering van de vraag uit het buitenland kunnen goedmaken.

Het feit, dat een zo groot aantal van ons thans werkloos is, gebiedt ons vele wensen ondergeschikt te maken aan hun toekomst. Het verplicht tot solidariteit in de verdeling van inkomen en werk. De mogelijkheid wordt nader verkend van een betere verdeling van de werkgelegenheid over de beroepsbevolking.

De beleidsvoorstellen die de regering U heden voorlegt zijn in velerlei opzicht gericht op een duurzame verbetering van onze economie en daarmee op het veilig stellen van de basis van onze collectieve voorzieningen. Een van de voorwaarden voor het behouden en scheppen van arbeidsplaatsen is een matiging van de stijging van arbeidskosten. 

2.

Overheidsuitgaven

Om dit mogelijk te maken en in het zich van een langzamere economische groei, zal de stijging van de overheidsuitgaven en van de uitgaven voor de sociale voorzieningen minder moeten zijn dan de toeneming, waarvan eerder is uitgegaan.

De regering blijft ernaar streven lacunes in ons stelsel van sociale zekerheid geleidelijk op te heffen. Zij onderzoekt welke maatregelen kunnen leiden tot beperking van de kostenstijging op het terrein van de sociale voorzieningen in brede zin, mede gezien de sterke toeneming van het aantal niet-actieven in onze maatschappij.

3.

Inkomensbeleid

De regering wil de inkomensverschillen verder verkleinen. Nu er weinig te verdelen valt, is het des te meer noodzakelijk dit weinige rechtvaardig te verdelen. Door deze overtuiging heeft de regering zich laten leiden bij de keus van de prioriteiten in het uitgavenbeleid en bij de verdeling van de lasten. Zij meent dat hetzelfde uitgangspunt ook tot uitdrukking dient te komen in het geheel van de inkomensvorming in 1976. 

Rond de jaarwisseling zal U een wetsontwerp bereiken om werknemers te doen delen in de vermogensaanwas van ondernemingen. 

Een voorontwerp van wet op de inkomensvorming zal worden gepubliceerd. Nieuwe wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding ter versterking van de positie van de consurnent.

Terwille van de noodzakelijke versterking van onze economie is de stijging van de belastingdruk zo beperkt mogelijk gehouden. De regering is zich bewust van de problemen verbonden aan de financiering van het wederom toenemende begrotingstekort. Zij onderkent daarvan de risico's, doch meent dat deze onder de huidige omstandigheden als onvermijdelijk moeten worden aanvaard. Een belangrijk deel van de maatregelen is erop gericht vermindering van de stijging van prijzen en inkomens mogelijk te maken. 

4.

Werkgelegenheid

Het rijk zal in 1976 opnieuw een groot bedrag aan sociale lasten overnemen. De voor 1976 noodzakelijke verhoging van het 16%-tarief van de omzetbelasting zal pas op 1 juli ingaan. De per 1 april van dit jaar ingevoerde tijdelijke maatregelen in de sfeer van de loon- en inkomstenbelasting en de vervroegde afschrijving worden tot eind 1976 gehandhaafd.

De regering zal extra middelen ter beschikking stellen ter verbetering van de onderlinge aanpassing van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en ter verhoging van de kwaliteit van het werk. 

Naast verdere maatregelen ter opvoering van de bouwactiviteit worden nieuwe initiatieven genomen tot steun aan sectoren en bedrijven. De regering wil bevorderen dat bepaalde ondernemingen gegarandeerde leningen kunnen sluiten om bun krappe financieringscapaciteit te verruimen.

5.

Belastingen

De omvangrijke werkloosheid stelt de overheid voor grote financiële lasten, terwijl daartegenover de ruimte voor vergroting van overheidsuitgaven in de komende jaren beperkt zal zijn. Daarom zijn niet alleen de meerjarenafspraken herzien maar wordt U tevens voorgesteld enkele belastingen te verhogen. De motorrijtuigenbelasting wordt verhoogd, vooral voor grotere auto's. 

De accijnzen op alcohol, wijnen en enige tabakswaren en de assurantiebelasting worden verzwaard. In de loon- en inkomstenbelasting wordt een correctie voor de geldontwaarding voor 8o% toegepast, met een extra beperking voor de hogere inkomens. Deze aanpassing is vooral van belang voor de lagere- en middeninkomens. De tariefpercentages zullen met één punt stijgen met uitzondering van het laagste tarief.

De aftrek van reiskosten in het woonwerkverkeer voor werknemers wordt verruimd. De belastingheffing op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan gehuwde vrouwen wordt verzacht. De regering wil een eind maken aan de situatie dat bejaarden met geringe aanvullende inkomsten netto minder ontvangen dan bejaarden die uitsluitend AOW-pensioen genieten.

Mede gelet op de moeilijke inkomenspositie van vele ondernemers in het midden- en kleinbedrijf en in de land- en tuinbouw bevat het beleidsprogram voor 1976 een aantal bijzondere voorzieningen ten behoeve van zelfstandigen. De fiscale reserveringsmogelijkheden voor de oude dag worden belangrijk verbeterd. Een groot deel van het bedrijfsvermogen wordt van vermogensbelasting vrijgesteld. De belasting van inkomsten van de in het bedrijf meewerkende vrouw wordt verlicht. 

De vrijstelling van premiebetaling voor de volksverzekeringen wordt per 1 januari 1976 verruimd, hetgeen kleinere zelfstandigen ten goede zal komen.

Over het U heden gepresenteerde samenstel van beleidsvoornemens wil het kabinet ook in overleg treden met het georganiseerde bedrijfsleven.

6.

Volkshuisvesting

Nog dit jaar zal een langere-termijnraming van de behoefte aan bouwwerken gereedkomen; mede op basis daarvan wil de regering in 1976 komen tot een meerjarenprogrammering van de bouwproduktie. In de woningbouw wordt voor 1976 gestreefd naar handhaving van het niveau van het aantal in 1975 in aanbouw te nemen woningen, waarbij voor de bouw van wooneenheden voor één of twee personen meer plaats wordt ingeruimd.

De uitvoering van het huur- en subsidiebeleid zal worden voortgezet door invoering van een regeling voor beschermd eigen-woningbezit ten dienste van de lagere inkomensgroepen. Een begin wordt gemaakt met uiteenlopende huurverhogingen voor woningen van verschillende kwaliteit. 

Mede met het oog daarop is een omvangrijke reorganisatie en uitbreiding van de huuradviescommissies in gang gezet. In de loop van 1976 zal het aangekondigde ontwerp van de huurprijzenwet woonruimte worden ingediend.

7.

Maatschappelijke hervormingen

U kunt een wetsontwerp tegemoet zien dat ertoe strekt het fonds snelle kweekreactor een langere looptijd en geleidelijk een andere bestemming te geven ter financiering van het nieuwe energiebeleid.

In een binnenkort uit te brengen nota zal het kabinet zijn visie geven op de ontwikkeling en versterking van de economische structuur van ons land. Het gaat daarbij niet alleen om de versteviging van die structuur maar ook om de verdere vermaatschappelijking daarvan. Daarom zullen in deze nota belangrijke vraagstukken op het gebied van de economische orde en met name de vraag naar de gewenste omvang en richting van investeringen worden uitgewerkt.

Een wetsontwerp betreffende de samenstelling en bevoegdheden van ondernemingsraden zal U nog dit kalenderjaar bereiken. Voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en de verbetering van hun werkomstandigheden komen nieuwe wettelijke maatregelen.

Dezer dagen zal een voorstel worden ingediend tot invoering van de gebruikswaarde als grondslag voor de vergoeding bij onteigening. Gelijktijdig zal U worden voorgesteld een voorkeursrecht voor gemeenten bij de verkoop van daartoe aangewezen onroerend goed in te voeren. Toekenning van een voorkeursrecht aan andere overheidslichamen kan elders worden geregeld, zoals in het aangekondigde wetsontwerp stadsvernieuwing.

8.

Bestuur

Het wetsontwerp tot reorganisatie van het binnenlands bestuur zal worden ingediend. Bij de voor te stellen herverdeling van taken en bevoegdheden tussen provincies-nieuwe stijl en gemeenten gaat de regering tevens uit van het streven naar verdere decentralisatie van rijkstaken en van de erkenning dat rijk, provincie en gemeente staan voor de vervulling van een gemeenschappelijke taak.

9.

Welzijn

Het welzijnsbeleid zal hoge prioriteit behouden ondanks de beperkingen die de huidige economische situatie ons oplegt. De bevolking moet betere mogelijkheden krijgen om deel te nemen aan sociaal-culturele activiteiten. Speciale aandacht zal worden gegeven aan hen die buiten het arbeidsproces kwamen te staan en aan hen die anderszins in moeilijke omstandigheden verkeren.

De opening van bureaus voor rechtshulp en de experimenten op het gebied van de sociale advocatuur zijn erop gericht om voor mensen in maatschappelijk kwetsbare posities de rechtsbijstand te vergemakkelijken. Het voorstel tot instelling van pen ombudsman, die als commissaris van onderzoek klachten over het optreden van de centrale overheid behandelt, zal nu spoedig worden ingediend. 

10.

Rechten burgers en emancipatie

Voor klachten over het optreden van de onafhankelijke rechter wordt een afzonderlijke regeling in het wetsontwerp opgenomen.

Om de emancipatie van de vrouw ook na dit jaar te bevorderen, zal in aansluiting op het wereldactieplan van de Verenigde Naties voor vrouwen een vijfjarenplan worden voorbereid. Over gelijke kansen en behandeling in de arbeid worden in brede kring adviezen ingewonnen.

Een voorstel is in voorbereiding de leeftijd van meerderjarigheid te verlagen tot 18 jaar en in verband daarmee, de financiële verplichtingen van ouders jegens hun meerderjarige kinderen nader vast te stellen.

11.

Migratie

De vooral dit jaar toegenomen migratie uit Suriname stelt onze samenleving voor ernstige problemen. De regering waardeert het dat zovelen willen meewerken de noodzakelijke oplossingen te vinden voor opvang en begeleiding, huisvesting en werkgelegenheid.

12.

Onderwijs en wetenschappen

De regering hoopt dat aan de hand van de gepubliceerde nota over het onderwijsbestel een brede gedachtenwisseling op gang zal komen over aard, taak en opzet van ons onderwijs in de toekomst. Een voorontwerp van wet op het onderwijs voor 4 tot 12-jarigen wordt ter discussie gesteld.

Er komt een wetsontwerp ter verbetering van de aansluiting tussen het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs.

De vernieuwing van het buitengewoon onderwijs voor gehandicapte kinderen zal grote aandacht krijgen.

Voor de eerste maal wordt U, tegelijk met de begroting, het wetenschapsbudget aangeboden. De regering wil het wetenschappelijk potentieel in zijn huidige omvang in stand houden maar belangrijke accentverschuivingen aanbrengen, opdat het wetenschappelijk onderzoek zich beter kan richten op vraagstukken die samenhangen met de beoogde selectieve groei.

13.

Ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing

De wil tot behoud en herstel van onze steden krijgt gestalte in de komende Verstedelijkingsnota, het spoedig in te dienen wetsontwerp op de stadsvernieuwing en het in werking treden van een subsidieregeling voor de voorbereiding en uitvoering van een stadsvernieuwingsplan.

De regering blijft zich ook verder inspannen om de gemeenten de nodige financiële armslag te geven voor de vervulling van hun vele taken. De verhoging van de diverse uitkeringen zal naar verhouding vooral ten goede komen aan gemeenten met bijzondere problemen.

14.

Verkeer en waterstaat

Het beleid is gericht op beteugeling van de groei van het autoverkeer en bevordering van het openbaar vervoer, vooral in stedelijke gebieden. Een meerjarenplan voor het personenvervoer wordt U binnenkort voorgelegd. Het gebruik van de fiets en de veiligheid van de voetganger krijgen daarin een belangrijke plaats.

De in 1973 begonnen daling van het aantal dodelijke ongelukken in het verkeer heeft zich in 1974 en ook dit jaar gelukkig voortgezet. Een nationaal beleidsplan om een verdere vermindering van het aantal slachtoffers te bereiken zal U binnenkort worden aangeboden.

15.

Natuur en milieu

De werkzaamheid voor het behoud van onvervangbare natuurgebieden en waardevolle cultuurlandschappen wordt versterkt. Dit parlementaire jaar zal de regering haar plannen voor het Waddengebied bekendmaken.

In het belang van het milieu alsook ter besparing van grondstoffen en energie worden beleidsmaatregelen voorbereid om het ontstaan van afvalstoffen te beperken en elementen daarvan opnieuw te gebruiken. Een wetsontwerp geluidhinder wordt spoedig ingediend.

16.

Volksgezondheid

In aansluiting op de nota over de structuur van de gezondheidszorg zal een zestal wetsontwerpen worden ingediend, waaronder die tot regeling van de gezondheidsvoorzieningen en van een volksverzekering tegen ziektekosten.

17.

Vrede en veiligheid

De ondertekening van de slotakte van de conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa kan een belangrijke stap betekenen op de weg naar ontspanning en samenwerking tussen Oost en West. 

Voorwaarde daartoe is de bereidheid om het overeengekomene ook in daden om te zetten. Te betreuren is dat op het punt van de veiligheid weinig concrete afspraken tot stand zijn gekomen. Des te meer is het van belang dat de impasse in de Weense conferentie over wederzijdse en evenwichtige vermindering van strijdkrachten spoedig wordt doorbroken. Met het oog hierop acht de regering het van belang dat ook tactische nucleaire wapens in het onderhandelingspakket worden opgenomen. 

De in de Defensienota 1974 vervatte plannen op langere termijn zullen worden bijgesteld. Om financiële redenen zijn ook voor 1976 reeds enkele ingrepen in de bestaande plannen noodzakelijk. Daarover wordt overleg gepleegd met de Atlantische bondgenoten.

18.

Europa

Bij het overleg over de totstandkoming van een Europese Unie zal de regering zich inspannen om het integratieproces nieuwe impulsen te geven. De noodzaak van een democratischer en doelmatiger besluitvorming staat daarbij voorop.

Daarom ook hecht de regering grote betekenis aan de afspraak om in 1978 te komen tot rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement.

19.

Ontwikkelingssamenwerking

De gevolgen van de economische crisis treffen de armste landen het hardst. Des te groter is de betekenis geworden van het door Nederland gesteunde plan van de Verenigde Naties voor een nieuwe economische wereldorde. De voorbereiding van de conferentie van producenten- en consumentenlanden wordt spoedig hervat. De regering acht het van wezenlijk belang dat niet alleen energie- maar ook grondstoffen- en ontwikkelingsproblemen in deze dialoog worden betrokken. De Nederlandse hulpverlening aan ontwikkelingslanden zal in 1976 verder worden verhoogd en het niveau bereiken van 1 1/2 % van het nationale inkomen.

De hoofddoelstelling van de ontwikkelingssamenwerking is onverminderd dat zij ten goede moet komen aan de armste landen en bevolkingsgroepen.

20.

Suriname en Antillen

Naar verwachting zal Suriname spoedig volledig onafhankelijk worden. De regering hoopt dat de nieuwe staat, gegrond op een bestel waarin de fundamentele rechten en vrijheden zijn verankerd, zich voorspoedig zal ontwikkelen. Door te sluiten verdragen zal een bijzondere band met het Koninkrijk blijven bestaan. Het Statuut voor het Koninkrijk blijft voor Nederland en de Nederlandse Antillen van kracht.

21.

Slot

Leden van de Staten-Generaal,

Wetsontwerpen hebben U bereikt en nieuwe zijn U heden aangekondigd, waaraan de regering grote betekenis hecht. Geringere economische mogelijkheden zullen leiden tot minder materiële vooruitgang. Des te meer komt het nu aan op de verwezenlijking van een ontwikkeling naar meer gelijkwaardigheid en zichtbare solidariteit van de sterken met de zwakken.

In goed overleg zullen beslissingen moeten worden genomen, waarvan vele met ver reikende gevolgen.

Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

16 september 1975