Geflitste buitenlandse bestuurders gaan vaak vrijuit - Hoofdinhoud
Schriftelijke vragen van het lid Visser aan de Ministers van Infrastructuur en Milieu en Veiligheid en Justitie naar aanleiding van beantwoording van eerdere schriftelijke vragen van het lid Visser (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over het bericht dat een geflitste buitenlandse bestuurder vaak vrijuit gaat (ingezonden 8 mei 2015 nummer 2015D20416)
Vraag 1
Kunt u aangeven wanneer de overige 8 EU lidstaten, die gehouden waren aan de deadline van 6 mei 2015, de CBE-richtlijn nog niet hebben geïmplementeerd hier nu eindelijk toe overgaan? Betekent dit ook dat tot die tijd de Nederlandse overheid geen medewerking zal verlenen aan het beboeten van Nederlandse kentekenhouders voor overtredingen uit de CBE-richtlijn in die acht betreffende EU landen die de richtlijn nog niet hebben geïmplementeerd?
Vraag 2
In dit kader, willen de leden van de VVD-fractie ook aandacht vragen voor de huidige situatie op de wegen in Frankrijk met de Franse wegblokkades van de Franse boeren die Nederlandse vervoerders en automobilisten onnodig duperen en het onacceptabele wegkijken van de Franse gendarmerie bij het plunderen van Nederlandse vrachtwagens. Bent u bereid, zo lang deze acties duren, om het Nederlands kentekenregister tijdelijk te sluiten voor de Franse kentekenautoriteit, zodat er gedurende deze onbezonnen actieperiode geen boetes aan Nederlandse automobilisten en chauffeurs kunnen worden opgelegd? En wilt u hierbij ook eventuele boetes opgelegd door de Franse inspectie van de rij- en rusttijdenwet bij betrekken?
Vraag 3
Bent u het met de leden van de VVD-fractie eens dat het totaal onrechtvaardig is dat slechts voor vier lidstaten boetes voortkomende uit de CBE-richtlijn kunnen worden geïnd? Wat betekent het feit dat deze boetes niet of nauwelijks geïnd kunnen worden voor de verkeersveiligheid? Is het niet onwenselijk dat er tot op heden geen uitspraken kunnen worden gedaan over de consequenties van de verkeersveiligheid? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
In de eerdere schriftelijke beantwoording met nummer 2015D20416, onder antwoord 3, wordt verwezen naar de inzet van staande houdingen naast automatische kentekenplaatherkenning om boetes te kunnen opleggen en te kunnen innen voor overtredingen uit de CBE-richtlijn. De leden van de VVD-fractie vragen u dan ook om een overzicht met concrete cijfers van de handhavingsinzet en inningsresultaten van de handhaving (staande houdingen) buiten automatische kentekenplaatherkenning op niet-Nederlandse kentekenhouders uit de EU voor de jaren 2014 en 2015 (tot 1 juli)?
Vraag 5
Waarom is de inning van boetes naar aanleiding van verkeersovertredingen van de CBE-richtlijn door niet Nederlandse kentekenhouders uit de EU, waarbij het CJIB nog niet tot automatische inning is overgegaan (dus buiten Frankijk, België, Duitsland en Luxemburg) nog niet geregeld? Wat is ervoor nodig om de inning van deze boetes voor alle overige EU-lidstaten ook daadwerkelijk te realiseren? Welke instantie is aan zet om dit te regelen? Welke kosten zijn er gemoeid met de implementatie hiervan per land? De leden van de VVD-fractie vragen hierbij om een nadere uitwerking van het antwoord dat onder 2 van de Kamervragen met nummer 2015D20416 is gegeven.
Vraag 6
Klopt de stelling van de leden van de VVD-fractie dat staande houdingen met directe verplichting tot betaling gelet op de uitspraak van de Raad van State inzake een Poolse Chauffeur (ABRvS 3 december 2014, 201308572/1/A3, ECLI:NL:RVS:2014:4346) ook niet kan, omdat er sprake is van een gemeenschappelijke EU regeling (CBE-richtlijn zelf) en indirecte discriminatie daarmee niet is toegestaan? Zo ja, hoe wordt dan de inning vormgegeven om te voorkomen dat deze overtredingen zonder enige vorm van betaling begaan kunnen worden en daarmee feitelijk onbestraft blijven? Zo nee, dan vernemen de leden van de VVD-fractie hoe de inning nu concreet is geregeld voor alle niet-Nederlandse kentekenhouders uit de EU-lidstaten? Kunnen de ministers dit ondersteunen door concrete cijfers voor 2014 en 2015 (tot 1 juli)? Kunnen de ministers in hun antwoord de beantwoording in de nota naar aanleiding van het verslag inzake de wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 (kamerstuknummer 34189) betrekken:
(pagina 20: “Met name in het geval van motorrijtuigen die buiten Nederland geregistreerd zijn en waarvan de Nederlandse autoriteiten geen toegang hebben tot de informatie van de buitenlandse registers, resteren geen andere opties dan het handhaven van de tolheffing via staandehouding en het direct opleggen van een boete.”)?
Vraag 7
Hoe vindt de inning van boetes naar aanleiding van verkeersovertredingen, buiten de CBE-richtlijn, opgenomen in Wegenverkeerswet 1994, het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (hierna Wahv), door niet-Nederlandse kentekenhouders uit de EU plaats? Is dit nu volledig op orde? In hoeverre kunnen de resultaten van de automatische kentekenplaatherkenning worden gebruikt voor de beboeting én de inning van boetes van dergelijke overtredingen? Of is men volledig afhankelijk van de resultaten van de staande houdingen? Graag een overzicht van de inningsresultaten van beide handhavingsmiddelen in het jaar 2014 en 2015 (tot 1 juli) voor de verschillende EU-lidstaten.
Vraag 8
In dit licht blijkt uit de beantwoording van de schriftelijke vragen met nummer 2015D20416 onder 4 dat ten aanzien van deze overtredingen de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie reeds van toepassing is. Klopt de stelling van de leden van de VVD-fractie dan dat daarmee alle verkeersovertredingen opgenomen in de Wahv door niet-Nederlandse kentekenhouders uit de EU beboet, maar bovenal ook geïnd kunnen worden? Zo ja, dan ontvangen de leden graag een overzicht van het aantal boetes en het inningspercentage hiervan per EU-lidstaat in 2014 en 2015 (tot 1 juli). Zo nee, hoe vindt dan de inning van boetes plaats? Wie handhaaft en wie int de boetes in geval van deze overtredingen? Wat is ervoor nodig om dit te regelen, welke instantie is aan zet om dit te regelen en op welke termijn wordt dit geregeld?
Vraag 9
Voor welke Wahv-overtredingen geldt de verplichting dat alleen het CJIB deze mag beboeten en innen voor niet-Nederlandse kentekenhouders uit de EU? En voor welke Wahv-overtredingen geldt dat ook andere partijen de beboeting en inning voor hun rekening kunnen nemen? Welke andere partijen betreft het hier?
Vraag 10
Uit de beantwoording van eerdere schriftelijke Kamervragen met nummer 2015D20416 onder 4 blijkt dat een wijziging van de Wet wederzijdse erkenning van geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie (hierna Wet wederzijdse erkenning en confiscatie) noodzakelijk is voor de beboeting en inning: Wat is het voorgenomen