Spreektekst Algemeen Overleg Voortgang decentralisatie zorg - Hoofdinhoud
De heer Van 't Wout (VVD): Voorzitter, dan hebben we de spreektijd goed verdeeld.
Dit kabinet heeft de moed gehad om te doen waar al jaren over gesproken wordt en wat al jaren door heel veel mensen als noodzakelijk wordt gezien: de langdurige zorg hervormen. We doen dat om die zorg financieel houdbaar te maken voor volgende generaties en om die zorg anders en dichter bij mensen te organiseren. Het laatste jaar hebben we daarover ongelooflijk veel gedebatteerd in de Kamer en dat zullen we ongetwijfeld blijven doen. De dragende wetten zijn met ruime meerderheden in de Eerste en de Tweede Kamer aangenomen. In de laatste maanden zijn, ook op het gebied van de Wmo, door de gemeenten zo goed als alle contracten gesloten. Ik sluit mij dan ook graag aan bij de complimenten die mevrouw Van der Burg in het kader van de jeugdzorg maakte, want ook op het gebied van de Wmo is er een ongelooflijke klus geklaard, niet in de laatste plaats door de gemeenten.
De inspanningen lijken de komende tijd vooral gericht te zijn op de continuïteit van zorg. Dat is in deze fase begrijpelijk, maar deze transitie van zorg is niet zozeer het overdragen van verantwoordelijkheden naar gemeenten als wel het op een andere manier vormgeven van die zorg. Die vernieuwing kan niet voldoende aandacht krijgen. Ik vraag de staatssecretaris daarom om ons inzicht te geven in de mate waarin gemeenten zich rekenschap hebben gegeven van het amendement (33891, nr. 141) dat ik samen met de PvdA op de Wmo heb ingediend om te regelen dat gemeenten moeten contracteren en afrekenen op uitkomsten en niet zozeer op productie.
Wij hebben altijd gezegd dat we bij deze enorme operatie van het kabinet ongetwijfeld individuele mensen zullen tegenkomen bij wie het allemaal niet past. Dat is overigens in het huidige stelsel ook heel vaak het geval. We moeten daar altijd oog voor blijven houden. We zijn daarom blij dat de staatssecretaris direct geacteerd heeft op die inmiddels 300 mensen en naar samenwerking heeft gezocht met de cliënten- en patiëntenorganisaties om ook voor hen de zorg in 2015 goed te regelen. Wij vragen hem om ook in de laatste twee weken van dit jaar en volgend jaar diezelfde open houding en oplossingsgerichtheid te tonen. Ik hecht eraan op te merken dat we het dus over 300 mensen hebben. Misschien worden het er nog meer, maar op dit moment zitten er wel in totaal 800.000 mensen in de AWBZ. Ik denk dat het dan ook goed is om de verhoudingen een beetje in het oog te houden.
Ik kom nu terug op een aantal dingen waarover ik al eerder in debatten met de staatssecretaris vragen heb gesteld. Wat mij betreft is er hier en daar wat meer actie nodig, zeker nu we snel naar 1 januari gaan. Mijn eerste punt zijn de pgb's. Ik sluit me aan bij de vragen die de vorige woordvoerders hebben gesteld, maar ik licht er nog wel een aspect uit waarvoor ik de laatste debatten steeds aandacht heb gevraagd. Bij de zorgkantoren is, tot op individueel niveau, heel veel kennis over de aanpak van fraude met pgb's: men weet om welke aanbieders het gaat en welke mensen er een rommeltje van maken. Ik vind dat die kennis overgedragen moet worden aan degenen die straks verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van die pgb's. Het kan niet zo zijn dat de decentralisatie een vrijbrief wordt voor oplichters en fraudeurs om lekker opnieuw te beginnen. Ik heb al meerdere malen de toezegging van de staatssecretaris gekregen dat hij hierover een brief zal sturen. Ik hoop echt dat die nu heel snel naar de Kamer komt.
Mijn tweede punt is het verdeelmodel. Over een aantal aspecten zijn al vragen gesteld. Er is ook in de brieven op teruggekomen. Bij de behandeling van de Wmo was het voor de VVD een heel belangrijk punt dat we een zodanig systeem verzinnen voor het Gemeentefonds dat gemeenten die goede zorg bieden dat ook merken in hun portemonnee. Ik besef dat dit ingewikkeld is, maar de staatssecretaris heeft het idee wel omarmd. Er moet een positieve prikkel zijn om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. In de huidige drie stelsels, zorgverzekering, Wlz en Wmo, zit die prikkel nog onvoldoende. Ik lees hierover niets in de stukken, hoewel het meegenomen zou worden in het verdeelmodel 2016.
We liggen op koers, maar de haven is nog lang niet bereikt. Het echte werk begint op 1 januari 2015. De VVD ziet dat niet als het moment waarop het Rijk helemaal geen betrokkenheid meer heeft, maar het is wel het moment om de partijen aan wie wij delen van de zorg overdragen, hun verantwoordelijkheid te laten nemen en die ook als eerste aan zet te laten zijn, want hoe moeilijk het ook is voor politici: decentraliseren is vooral loslaten.
Mevrouw Keijzer (CDA): We hebben in Nederland zo'n 5.800 autistische studenten. Dat zijn vaak hoogbegaafde studenten. Ik noem ze nerds en dat is wat mij betreft een compliment. Die studenten zijn geweldig knap en snappen dingen waarvan wij met elkaar hier geen idee hebben. Die studenten hebben echter wel begeleiding nodig. Ongeveer 350 van deze studenten hebben zelfs wat zwaardere begeleiding nodig. Zij gaan over naar de gemeenten, maar 350 studenten betekent dat het er soms maar een paar per gemeente zijn. Ik ben op zoek naar een meerderheid in de Kamer om met elkaar te regelen dat de VNG voor deze studenten bovenregionale contracten gaat afspreken. Ik doe dat om ervoor te zorgen dat deze jonge mensen hun studie kunnen afmaken, kunnen bijdragen aan de samenleving en hun brood kunnen verdienen. Steunt de VVD het CDA daarbij?
De heer Van 't Wout (VVD): Voorzitter. Wij bezien voorstellen van het CDA altijd positief. Dat zal ik in dit geval ook doen. Het is mij niet helemaal duidelijk waar dit gaat landen en welk probleem het moet oplossen. Ik weet wel dat wij bij de behandeling van de Wmo al afspraken hebben gemaakt over deze specifieke doelgroep, bijvoorbeeld om te voorkomen dat zij in de knel komen als zij voor hun studie moeten verhuizen. Mevrouw Keijzer ziet nog meer problemen en heeft daar blijkbaar ook al een oplossing voor bedacht. Ik zie uit naar dat concrete plan.
Mevrouw Keijzer (CDA): Ik denk dat ik het hiermee dan maar moet doen.
Ik ga studeren op een mooie motie waartegen de VVD van zijn levensdagen geen nee kan zeggen. We gaan het meemaken.
De heer Van 't Wout (VVD): Ik zie ernaar uit.
Mevrouw Ellemeet (GroenLinks): De heer van t 'Wout had het over 300 mensen op een totaal van 800.000 mensen die zorg nodig hebben en krijgen via de AWBZ. Was het maar waar dat slechts 300 mensen niet de zorg krijgen die ze wel nodig hebben. Mijn vrees is dat er straks veel meer mensen tussen wal en schip vallen. We krijgen nu namelijk alleen de mensen te zien die de media weten te bereiken. Hoe denkt de heer Van 't Wout die schrijnende gevallen boven tafel krijgen, gezien het belang van de media, Nieuwsuur, EenVandaag en de kranten, en gezien de decentralisaties en de veel zwakkere positie van regionale media, over de horizontale verantwoording die straks de toets moet gaan zijn of mensen wel de zorg krijgen die ze nodig hebben?
De heer Van 't Wout (VVD): Ik vind het een beetje moeilijk om te begrijpen wat mevrouw Ellemeet met deze vraag bedoelt. Volgens mij wil zij weten wat ik ervan vind dat het misschien met meer dan 300 mensen niet goed gaat. Overigens moeten we wel de begrippen zuiver houden: bij "tussen wal en schip vallen" hebben we het vaak over mensen die hun zorg op een heel ingewikkelde manier georganiseerd hebben. Deze mensen hebben daardoor in de nieuwe verdeling over stelsels problemen om die zorg op dezelfde manier te krijgen. Er zijn nu 300 mensen met dergelijke problemen naar voren gekomen. Het zouden er meer kunnen zijn. Overigens complimenten voor de media die hieraan aandacht besteden! Bij mijn weten hebben het ministerie, de staatssecretaris en de patiënten- en cliëntenorganisatie, die daarbij allemaal een rol spelen, deze mensen ook in beeld. Het zal echt niet de laatste keer zijn dat we hierover spreken. We hebben 800.000 mensen in de AWBZ -- ik tel de mensen die Wmo-zorg ontvangen niet mee, want dan ga je ver over het miljoen heen -- en het klemt nu echt bij 300 mensen. Ik denk dat we die nuance moeten aanbrengen, vooral omdat er heel veel ongerustheid is en er af en toe door die individuele problemen een sfeer ontstaat alsof het overal een rommeltje is. En dat is gewoon niet zo!
Mevrouw Ellemeet (GroenLinks): Mijn punt is dat veel mensen niet de zorg krijgen die ze wel zouden moeten krijgen. Dat komt door weeffouten in het nieuwe systeem. Hoe krijgen we die weeffouten boven tafel als deze mensen straks afhankelijk zijn van de gemeenten? De rol van de media mag daarbij, helaas, niet onderschat worden. We dwingen nu mensen om naar de rechter te gaan om de zorg te eisen die ze nodig hebben.
De heer Van 't Wout (VVD): Ik hoorde eerder in het betoog van de woordvoerster van GroenLinks dat zij de gedachte achter de decentralisatie op zichzelf steunt. Ik kan het betoog van mevrouw Ellemeet dan ook niet helemaal volgen. In eerdere debatten zaten wij op dit punt in ieder geval op één lijn met mevrouw Voortman. Juist doordat je decentraliseert, kun je veel eerder individuele problematiek aan de kaak stellen. Ik ben zelf raadslid geweest en ik kan mevrouw Ellemeet vertellen dat een inwoner die met wat dan ook een probleem heeft, dat probleem beter met de gemeente dan met de rijksoverheid of de anonieme AWBZ kan proberen op te lossen.