Inbreng AO Participatiewet en WWB - Hoofdinhoud
Voorzitter,
Met het decentraliseren van de Participatiewet hebben wij als Kamer een grote verantwoordelijkheid neergelegd bij de lokale democratie. De gemeenteraden hebben de belangrijke taak binnen de kaders van de wet, prioriteiten te stellen in de uitvoering en hun colleges hierop te controleren. En dat alles met het doel om meer mensen, ook met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen. Ik heb in de afgelopen periode een groot aantal wethouders en vertegenwoordigers van de sociale partners gesproken die zeer gemotiveerd aan de slag zijn om deze taken uit te voeren. Het is nu aan ons om hen het vertrouwen te schenken en ook los te durven laten, zonder hierbij ongeduldig te worden. Gelet op de regionale verschillen en de benodigde cultuuromslag moeten we vanuit Den Haag iedereen vooral ook de tijd te geven om de uitvoering van de wet in de praktijk verder vorm te geven. Dat is de oproep die ik krijg van alle betrokkenen uit het veld. Dit alles wat mij betreft natuurlijk niet zonder de oprechte interesse van onze kant te volgen hoe de uitvoering in de praktijk verloopt. Graag wil ik vandaag een aantal ervaringen en signalen met de staatssecretaris bespreken.
Voorzitter, de Staatssecretaris heeft de Kamer op 8 mei j.l. geïnformeerd over een aantal aanpassingen rondom de werkprocessen van de beoordeling voor de doelgroep banenafspraak. Op dit punt ga ik graag wat dieper in. Op basis van de eerste maanden van 2015 is namelijk gebleken dat het aantal verzoeken van gemeenten voor een beoordeling van potentiële kandidaten achter is gebleven bij de verwachtingen. Op basis van alle gesprekken die ik de afgelopen tijd heb gevoerd blijkt de oprechte welwillendheid van werkgevers om garantiebanen beschikbaar te stellen. Ik krijg echter signalen van alle partijen uit het veld dat de werking van de indicatiesystematiek, waarbij naast een medische en arbeidskundige beoordeling een vergelijking gemaakt wordt met slechts 1 drempelfunctie, er in de praktijk toe leidt dat de toelating tot de doelgroep zeer beperkt is. Bij mij rijst de vraag of de afbakening van de definitie om tot het doelgroepenregister toegelaten te worden (en daarmee tot een eventuele garantiebaan) niet te eng is in relatie tot de groep mensen die vallen onder de Participatiewet. We streven immers naar een inclusieve arbeidsmarkt. Om een vacature in te vullen heb je enige massa nodig waaruit werkgevers een keuze kunnen maken. Daarnaast lijken er een aantal hobbels te zijn in het kader van privacywetgeving en discriminatie. Zo krijg ik bijvoorbeeld signalen dat in het kader van discriminatie bij vacatures geen preferente voorkeur worden opgenomen voor arbeidsgehandicapten. Dit maakt het wel heel lastig om de doelgroep te laten matchen met vacatures. Om een match tussen potentiële kandidaat en werkgever te laten plaatsvinden is een transparant en toegankelijk systeem een basale voorwaarde lijkt mij.
Graag hoor ik van de Staatssecretaris of deze signalen ook bij haar bekend zijn, hoe zij deze signalen interpreteert en of de aangekondigde maatregelen hier een oplossing voor bieden. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat als uit de evaluatie komende september mocht blijken dat de aangekondigde maatregelen van 8 mei j.l. niet afdoende zijn, de wijze van indiceren en de daarbij gehanteerde criteria door het UWV tegen het licht gehouden worden. We slaan echt de plank mis als er onvoldoende kandidaten geregistreerd zijn en er geen match gemaakt kan worden terwijl er voldoende welwillende werkgevers en ondernemers zijn die banen aanbieden. In mijn ogen een gemiste kans om te komen tot een inclusieve arbeidsmarkt.
Voorzitter, graag stap ik snel over naar het volgende punt van aandacht. Ik krijg signalen dat er nog steeds onduidelijkheid is over het meetellen van uitbesteed werk (contracting) voor de quotumtelling. Alhoewel dit pas eind 2016 aan de orde is, is deze onduidelijkheid niet goed voor de beeldvorming en welwillendheid van bedrijven die graag bijdragen aan een inclusieve arbeidsmarkt. Graag hoor ik de reactie van de staatssecretaris op dit punt.
Voorzitter, dan nu naar de verplichte tegenprestatie. Zoals de Staatssecretaris weet zijn er gemeenten die de ruimte binnen de verordening wel heel ruim oprekken en zelfs buiten de lijnen kleuren zodat er van een verplichte tegenprestatie geen sprake meer is. Ik juich het toe dat de Staatssecretaris de gemeenten via de verzamelbrief de gemeenten op hun wettelijke plicht heeft gewezen. Ook heeft ze daarbij aangekondigd dat de inspectie van de SZW een onderzoek zal starten om na te gaan of de verordeningen aan de wet voldoen. Wanneer verwacht de Staatssecretaris de resultaten hiervan? Ik zou haar graag willen vragen deze resultaten zo spoedig mogelijk met de Kamer te delen. Ook wil ik de Staatssecretaris vragen ons hierbij gelijktijdig te informeren welke maatregelen zij van plan is te treffen wanneer blijkt dat er nog steeds gemeenten zijn die zich niet aan de wet houden.
Als laatste punt wil ik als volksvertegenwoordiger vanuit een grensregio toch graag nog even verwijzen naar de arbeidsmarkt mogelijkheden over de Nederlandse grens. Tijdens het vorige AO is hier al uitgebreid over gesproken. De staatssecretaris heeft eerder aangegeven dat haar collega Asscher hier vanuit zijn verantwoordelijkheid de kartrekker is, maar zij wel vanuit haar positie vinger aan de pols zou houden. Ik vind het jammer dat de eerder beloofde brief over de stand van zaken vanuit het kabinet nog niet naar de kamer gestuurd is en ik vraag de staatsecretaris om hier echt vinger aan de pols te houden en haar collega te vragen de voortgang op dit dossier zo snel mogelijk met de kamer te delen. Het is echt een gemiste kans als we mogelijkheden om mensen met werk perspectief te bieden onbenut laten.