Hef alleen belasting op het werkelijk rendement - Hoofdinhoud
Vorig jaar werd het SP-voorstel om een miljonairsbelasting in te voeren, afgeschoten door de regeringspartijen. In het voorstel zou de vermogensrendementsheffing, in opmaat naar een systeem dat werkelijke rendementen belast, met 0,7 procent worden verhoogd voor degenen die een miljoen of meer aan vermogen hebben. De opbrengst zou volledig worden aangewend om de vermogensbelasting te verlagen voor de mensen die minder dan een miljoen hebben. De facto was er dus geen sprake van een lastenverzwaring. Nu doen PvdA en VVD hetzelfde, zij het met andere tarieven.
Kleine spaarders
Deze aanpassing van de vermogensrendementsheffing is een kleine stap in de goede richting. Zij wordt progressief gemaakt. Kleine spaarders met enkele tienduizenden euro's gaan minder, en vermogenden gaan meer betalen. Het oneerlijke aspect aan de vermogensrendementsheffing blijft echter bestaan. Deze heffing veronderstelt namelijk, afhankelijk van de grootte van het vermogen, welk rendement iemand haalt. Maar gemiddelden bestaan niet. De ene persoon zet zijn geld anders weg dan de andere. Je hebt miljonairs die een groot deel van hun geld op een bankrekening hebben staan. Net zo goed bestaan er kleine beleggers die een avontuur op de beurs niet schuwen. De enige rechtvaardige manier van het belasten van rendement, is dan ook het belasten van werkelijk genoten rendement.
Een ander bedenkelijk aspect van het voorstel - zoals dat is uitgelekt - is dat bezitters van een ton volledig gelijk worden gesteld aan degenen met bijna een miljoen aan vermogen. Zij krijgen allemaal over hetzelfde veronderstelde rendement een belastingaanslag terwijl hun spaarpot nogal verschilt in grootte. Bovendien bevindt zich in deze categorie ook een deel van de mensen die zelf spaart voor de oudedagsvoorziening. De vraag is of zij nog in staat zijn om voor hun pensioen te sparen. En de vraag is of het een gewenste ontwikkeling is wanneer mensen met een kleine beleggingshorizon straks min of meer gedwongen worden meer risico te gaan nemen om de kans te verkleinen dat ze meer belasting afdragen dan ze aan rendement ontvangen. Volgens de regering is een heffing op genoten rendement onuitvoerbaar. Maar in andere landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten, bestaat deze heffing al een lange tijd. Het kan dus wel.
Geen belemmering
Daar komt bij dat financiële instellingen, op grond van Europese regelgeving, per 2016 de benodigde informatie gaan delen met belastingdiensten. Alleen inkomsten uit onroerend goed worden nog niet uitgewisseld, maar dit kan worden omzeild door voorlopig op dit terrein een rendement te veronderstellen dat meer aansluit bij de praktijk. Er bestaat dus geen belemmering om werkelijke vermogenswinsten te belasten. Toch gaat het kabinet niet over op deze veel eerlijker belastingheffing. Gaat achter deze keuze schuil dat het kabinet de Belastingdienst hiertoe niet in staat acht? Dan kan blijkbaar alleen in Nederland niet wat in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten wel kan.
Dit artikel verscheen op 15 september in Trouw