Weeklog: Straks ook in Bulgarije met de euro betalen? - Hoofdinhoud
De druk neemt al toe: volgens een studie van het Europees Parlement voldoen onder meer Bulgarije en Tsjechië zo’n beetje aan alle economische criteria om toe te treden tot de eurozone. Sommige collega-Europarlementariërs vinden het ook hoog tijd worden dat die landen ‘de kans krijgen’ de euro in te voeren. Leren we het dan nooit? Bulgarije is zo corrupt als wat en veel Bulgaren willen zelf niet eens toetreden. Daarom lijkt het me belangrijk dat er geen euroland meer bijkomt zonder referendum. Dan krijgt u er ook nog wat over te zeggen.
‘Wilt u ook zo graag op vakantie met de euro kunnen betalen?’ Zo werd de invoering van de euro door toenmalig minister van Financiën Zalm aan ons gepresenteerd. Nog maar weinig mensen in Nederland geloven in dit sprookje. Na de eurocrisis weten we wel beter: te snelle toetreding van zwakke economieën tot de euro leidt alleen maar tot ellende. Toch zijn alle EU-lidstaten potentiële eurolanden verplicht om op den duur de euro in te voeren, tenzij ze een ‘opt-out’ hebben zoals Engeland en Denemarken. Dankzij het Verdrag van Lissabon waar dit allemaal in geregeld is.
We horen misschien niet veel over de toetreding van nieuwe lidstaten tot de eurozone, maar achter de gordijnen werken de eurofielen noest verder aan hun plannen. De Europese Commissie houdt de economische ontwikkelingen in alle potentiële eurolanden nauwgezet bij. Ook het onderzoeksbureau van het Europees Parlement heeft een aantal cijfers verzameld en noemt met name Tsjechië, Bulgarije en Zweden als kanshebbers, omdat ze aan de technisch-economische criteria voldoen. De studie is nog wel ontevreden over de bevolking van die landen: alleen in Bulgarije is er een meerderheid voor en in het algemeen wil maar één op de vijf burgers van potentiële eurolanden snelle toetreding. Ja, na alle ellende in Griekenland zou ik ook geen snelle toetreding willen.
Dat weerhoudt sommige collega’s in het Europees Parlement er niet van om aan te dringen op een discussie over met name toetreding van Bulgarije en Tsjechië. Niet dat het Europees Parlement hierover iets te zeggen heeft, maar de Europese integratie mag van hen nooit stokken en daarom is het EP in hun ogen wel verplicht de landen aan te sporen wat meer haast te maken. Het is het zoveelste voorbeeld van de afstand tussen deze zogenaamde volksvertegenwoordigers en de burgers die ze zeggen te vertegenwoordigen. In dit soort zaken kun je dan ook beter niet op het EP vertrouwen. Alleen door de burgers via een referendum zelf aan het woord te laten, kun je ervan op aan dat hun stem daadwerkelijk wordt gehoord.