Schriftelijk overleg OOB uitbreiding accountants - Hoofdinhoud
Inbreng schriftelijk overleg van het lid Aukje de Vries (VVD) ten aanzien van de brief “onderzoek uitbreiding aantal organisaties van openbaar belang” (activiteitennummer 2015A03271)
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief ‘onderzoek uitbreiding aantal organisaties van openbaar belang’. De VVD heeft tot nu toe als standpunt ‘nee, tenzij …’ het onderzoek naar nut, noodzaak, gevolgen en effecten positief is. En dat klip en klaar is dat dit een oplossing voor de problemen in de sectoren is.
Dat is de VVD echter nog niet helder met deze brief. De leden van de VVD-fractie hebben daarom nog een aantal vragen. Ook een niet OOB-accountantsverklaring moet overigens gewoon goed en betrouwbaar zijn. Prioriteit dient te liggen bij de verbetering van de kwaliteit van het huidige accountantswerk. De verantwoordelijkheid ligt natuurlijk primair bij de (semi-)publieke instellingen en hun toezichthouders, die wordt niet weggenomen door een eventuele OOB-status. Hierin spelen elementen als cultuur, openheid, checks and balances en elkaar aanspreken nog sterker dan een extra goedkeuring van een externe accountant.
Kan er een compleet en volledig totaaloverzicht worden gegeven van alle verschillen tussen een OOB-status en een ‘gewone’ status?
Wat zijn de gevolgen voor de accountantskosten en de administratieve lasten voor organisaties die aangewezen worden als OOB? Wat zijn de overige gevolgen? Hoe past de aanwijzing van de OOB-status voor veel meer sectoren in het kabinetsbeleid van vermindering van administratieve lasten? In de brief lezen de leden van de VVD-fracties dat de aanvullende waarborgen neergelegd in de Wta niet direct gevolgen heeft voor de gecontroleerde organisatie. Hoe ziet de minister dat? Want uiteindelijk zullen alle kosten toch bij de gecontroleerde organisatie komen te liggen?
In hoeverre is de kwaliteit van de OOB-verklaring beter dan de gewone accountantsverklaringen in deze sectoren, want over de grote accountantskantoren die de meeste OOB-verklaringen afgeven, is ook veel
discussie over de kwaliteit van het accountantswerk?
De OOB-status is gericht op private organisaties, zoals beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen (banken en verzekeraars). In hoeverre is dit relevant en zonder meer van toepassing voor
op (semi-)publieke instellingen? Welke problemen zijn er in de verschillende onderzochte sectoren en in hoeverre is de OOB-status daar een oplossing voor?
Welke gevolgen hebben de voorgestelde wijzigingen op de markt voor accountantskantoren? En welke voor de arbeidsmarkt van accountants?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er gebruik gemaakt kan worden van een lidstaatoptie van de Europees Richtlijn 2006/43/EG betreffende wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde
jaarrekeningen. In welke landen wordt gebruik gemaakt van deze lidstaatoptie en voor welke sectoren?
In de brief wordt aangegeven dat door de aanvullende maatregelen de kans op een ondeugdelijke controleverklaring bij OOB’s kleiner is. Wat is de kans op een ondeugdelijke controleverklaring bij een OOB? Wat is het percentage daadwerkelijk ondeugdelijke controleverklaringen bij OOB’s? Wat is de kans op een ondeugdelijke controleverklaring bij een ‘gewone’ accountantsverklaring? Wat is het percentage daadwerkelijk ondeugdelijke controleverklaringen bij een niet OOB-status?
De leden van de VVD-fractie vinden dat terecht wordt opgemerkt dat eventuele misstanden bij bepaalde organisaties, niet kunnen worden voorkomen of kunnen worden aangepakt door de toekenning van de
OOB-status. Welk probleem lost de OOB-status dan wel op? Waarom wordt dan toch voor de toekenning van de OOB-status in bepaalde sectoren gekozen en niet gekozen voor verbetering van het bestaande accountantswerk in die sectoren, zoals ook wordt gedaan bij zorg- en onderwijsinstellingen en gemeenten?
Woningcorporaties
Welke problemen signaleert de minister bij de woningcorporaties waarvoor de OOB-status een oplossing zou moeten zijn? Welke problemen in de corporatiesector hadden voorkomen kunnen worden met een
OOB-status? Welke problemen signaleren het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de Inspectie Leefomgeving en Transport waarvoor de OOB-status een oplossing zou moeten zijn? Waarom wordt voor de woningcorporaties niet gekozen voor een ‘eigen’ aanpak zoals bij de zorg, het onderwijs en de gemeenten? Waarom gelden de argumenten van eigenheid, die voor gemeenten blijkbaar wel gelden, niet voor
woningcorporaties?
Volgens de VVD is vooral uniforme verslaggeving de grote uitdaging van woningcorporaties, zodat de maatschappelijke prestaties goed vergeleken kunnen worden. Wat voegt het regime voor OOB daaraan toe?
Wat zijn de kosten voor woningcorporaties? Want er zijn 70 corporaties met minder dan 800 woningen. In hoeverre zullen extra administratieve lasten en meer regels leiden tot (onnodige) fusies?
Het kabinet wil kijken naar de proportionaliteit en verhoogde lasten en verplichtingen van de OOB-status voor kleine woningcorporaties. Waar denkt de minister precies aan?
Netbeheerders
In hoeverre heeft de ACM geconstateerd dat de netbeheerders met een OOB-status vanwege beursgenoteerde obligaties betere, betrouwbaardere gegevens aanleveren dan diegene zonder een OOB-status?
Hoe groot is het probleem van het aanleveren van onjuiste data door netbeheerders? Hoe vaak hebben netbeheerders zonder OOB-status foutieve gegevens en data aangeleverd bij de ACM (en ook hoe vaak met
OOB-status)? Hoe vaak zijn er ondeugdelijke controleverklaringen afgegeven voor netbeheerders?
Is de enige reden voor de aanwijzing van de OOB-status voor netbeheerders de ACM? Wat vinden de netbeheerders zelf?
Gemeenten
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de afweging met betrekking tot de gemeenten vanwege de eigenheid van gemeenten en de bijzondere positie van gemeenten die in een totaal andere omgeving en setting opereren dan beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen. Waarom geldt dit niet voor de andere organisaties, die nu wel de OOB-status krijgen? De OOB-werkwijze uit de private
sector leidt niet perse tot een betere controle in de publieke of gemeentelijke sector.
‘Op dit moment' suggereert overigens dat kabinet de gedachte nog niet loslaat. Waarom blijft dit boven de markt hangen? Wil het Kabinet de stappen van VNG-werkgroep afwachten? Is het daarmee een soort stok achter de deur?
De plannen van de gemeenten worden naar verwachting in juli 2015 gepresenteerd. Heeft dit inmiddels plaatsgevonden? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst? Zo nee, waardoor is de vertraging ontstaan?
Onderwijsinstellingen en instelling voor het wetenschapsbeleid
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de afweging met betrekking tot de onderwijsinstellingen.
Waarom is er volgens het vakdepartement aanleiding om de grotere instellingen voor onderzoek en onderzoeksbeleid wel de OOB-status te geven? Welke problemen hebben deze instellingen waarvoor dit een oplossing moet zijn? Om welke instellingen gaat het dan of is het beperkt tot de Koninklijke Bibliotheek, NWO en KNAW?
Wat voegt het aanmerken als ‘wettelijke controle’ in de zin van de Wta toe aan de huidige situatie? Waarvan is het aanmerken als ‘wettelijke controle’ in de zin van de Wta afhankelijk? Welke kosten zijn hieraan
verbonden?
Pensioenfondsen
Wat is de aanleiding om de pensioenfondsen de OOB-status te geven? Welke problemen hebben de pensioenfondsen waarvoor de OOB-status een oplossing moet bieden? Wat vinden de pensioenfondsen van het geven van de OOB-status? Waarom zijn de eisen in de Pensioenwet niet voldoende?
Zou eventueel een eigen ‘verbeterprogramma’, zoals die bijvoorbeeld in de zorgsector, ervoor zorgen dat er geen OOB-status komt? In hoeverre is hierover gesproken met de pensioenfondsen? Waarom zou er een verbeterprogramma nodig zijn bij de pensioenfondsen?
VVD denkt dat een OOB-status voor de pensioenfondsen niets toevoegt. Het kabinet wil kijken naar de proportionaliteit en verhoogde lasten en verplichtingen van de OOB-status voor kleine pensioenfondsen. Waar denkt de minister precies aan? In hoeverre is zo’n grens niet altijd arbitrair?
Zorginstellingen
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de afweging met betrekking tot zorginstellingen.
Wat voegt het aanmerken als ‘wettelijke controle’ in de zin van de Wta toe aan de huidige situatie? Waarvan is het aanmerken als ‘wettelijke controle’ in de zin van de Wta afhankelijk? Welke kosten zijn
hieraan verbonden?