Goede basis voor economisch herstel - Hoofdinhoud
Deze week vonden in de Tweede Kamer weer de jaarlijkse Algemene Financiële Beschouwingen plaats, het debat met de minister van Financiën over de begroting van volgend jaar. Na jaren van zware, moeilijke en soms pijnlijke maatregelen is een goede basis gelegd voor economisch herstel. Nederland staat er na drie jaar kabinet-Rutte/Asscher een stuk beter voor. De economie groeit, steeds meer mensen vinden een baan en volgend jaar houden we meer geld over in de portemonnee. De begroting staat, naar wens van de PvdA-fractie, volledig in het teken van werkgelegenheid.
De werkloosheid was de afgelopen jaren te hoog en die is nog steeds te hoog. Daarom wordt de extra 5 miljard gebruikt voor de mensen die het moeilijkst aan een baan komen. Er wordt 290 miljoen extra uitgetrokken voor kinderopvang. Om kinderopvang beter en betaalbaarder te maken, mensen beter in staat te stellen om werk en privé te combineren. En alle kinderen de beste start te geven. Daarom zorgen we ervoor dat alle peuters naar de opvang kunnen en is er geld uitgetrokken voor de uitbreiding van de verlofregelingen voor vaders.
Verder heb ik in het debat opgeroepen tot een investeringsagenda voor onze economie. Ik heb het kabinet gevraagd een studiegroep duurzame groei in te stellen. Want er is meer dan een begroting alleen. We moeten ons afvragen hoe we op een duurzame manier ons geld verdienen in de toekomst. We kunnen niet doorgaan met de huidige fossiele samenleving, dus hoe richten we onze duurzame samenleving in? Welke investeringen zijn er nog nodig? Is ons onderwijs goed toegerust op de toekomst? Hoe gaan we om met de risico's van de te grote financiële sector ten opzichte van de Nederlandse economie? Deze studiegroep zal dit soort vragen beantwoorden en het kabinet ook praktische voorstellen moeten doen.
Op het gebied van de financiële sector is de afgelopen jaren ontzettend veel gebeurd. Wie enkele jaren geleden had voorspeld dat er in Europa een bankenunie zou komen, zou voor gek zijn verklaard. Wij hebben het provisieverbod en de buffers die banken moeten aanhouden verhoogd ingevoerd en in Nederland geldt de strengste bonuswetgeving van Europa. Als je dat zo ziet, zo veel maatregelen, dan is het eigenlijk verwonderlijk dat de sector nog steeds niet gezond is en er nog steeds niet goed aan toe is. Dat heeft ook te maken met gedrag. Nu de economie weer aantrekt, worden winsten niet in kredietverlening voor het MKB gestopt zoals beloofd, maar worden meteen weer hogere dividenden uitgekeerd aan aandeelhouders. Die cultuur moet worden doorbroken. En dat heeft ook met het 'old boys network' te maken. De sector heeft zich gecommitteerd aan diversiteitsdoelstellingen, 30% vrouwen aan de top; er komt vaak nog niets van terecht. Er zijn nog steeds raden van bestuur die gewoon voor honderd procent uit mannen bestaan. Als dat zo doorgaat, komen quota steeds dichterbij.
Tot slot heb ik in het debat aandacht gevraagd voor het zogenoemde Groei- en Stabiliteitspact, ofwel de begrotingsregels in Europa. Bij een monetaire unie horen ook afspraken over de begroting. Daar is de PvdA-fractie voorstander van. Maar de regels zijn ondoorzichtig, onvoorspelbaar en te ingewikkeld geworden. Bovendien worden ze niet voor alle landen op zelfde wijze toegepast. Dat moet anders. Naar voorbeeld van het Nederlands trendmatig begrotingsbeleid moeten er heldere regels komen, die ertoe leiden dat er buffers worden aangelegd in goede tijden, zodat in slechte tijden ruimte is om ook via de begroting klappen op te vangen. Zo stellen we niet alleen de begroting, maar ook de begrotingsregels in het teken van duurzame werkgelegenheid.