Staat van de Unie - Hoofdinhoud
Vandaag vindt in de plenaire zaal het jaarlijkse debat over de Staat van de Unie plaats. Het kabinet en de Tweede Kamer gaan daarbij met elkaar in debat over de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese Unie. Het is een bijzonder debat, omdat ook Nederlandse Europarlementariërs daarbij aanwezig zijn. Namens de SP nam, naast mijzelf, Dennis de Jong deel aan het debat. Hoewel de EU aan alle kanten in een staat van crisis verkeert, wil het kabinet zich tijdens het voorzitterschap zo formeel en neutraal mogelijk opstellen. Dat vind ik een gemiste kans, en daarom heb ik het kabinet opgeroepen de moed te tonen om een fundamentele discussie over de EU op de agenda te zetten tijdens het voorzitterschap. Want dat is broodnodig. Hieronder mijn inbreng.
Voorzitter. We spreken vandaag over de Staat van de Unie, maar ik zou het om willen draaien: wij zijn een Unie van staten. Staten met verschillende bevolkingen, culturen, tradities en ambities. Juist daarin zit de kracht van de EU: eenheid in verscheidenheid. Soms betekent dat dat bepaalde landen bepaalde sentimenten opzij zullen moeten zetten, zoals lidstaten in Oost-Europa wanneer het de opvang van vluchtelingen betreft. Maar het betekent eveneens dat wanneer die verscheidenheid op een onnatuurlijke manier onderdrukt wordt, de eenheid scheuren begint te vertonen. Wij zijn ooggetuige van dit proces. Ga maar na: Schengen staat op losse schroeven, de Grexit is nog niet uit zicht of een mogelijke Brexit dient zich aan, de spanningen tussen Balkan-landen nemen onder druk van de vluchtelingencrisis toe, Noord- en Zuid-Europa groeien verder uit elkaar, en in Oekraïne wordt de bevolking verscheurd tussen oriëntatie op het Westen of het Oosten.
In Polen, ooit lichtend voorbeeld van Europese integratie, worden de rechtstaat en de media langzaam maar zeker onder de vleugels van Recht en Rechtvaardigheid gebracht, een partij met geen enkel respect voor democratie of de scheiding der machten. Vorige week zei de Deense bevolking tijdens een referendum duidelijk nee tegen meer bevoegdheden voor Brussel. De EU verkeert in een diepe crisis. Erkent de premier dat ook? Is hij het met mij eens dat de tweedeling in Europa groeit, zowel binnen als tussen landen, en dat Brussel faalt om de solidariteit in Europa te waarborgen?
Veel burgers hebben het Europese project de rug toegekeerd omdat ze het veel te dwingend vinden, en hebben daardoor ook hun vertrouwen verloren in wat de landelijke politiek voor hen kan betekenen. Maar in plaats van een stapje terug te nemen en te kijken naar waar de reële situatie om vraagt, kiest men in Brussel onverschrokken de vlucht vooruit op cruciale thema’s. Ik noem de voltooiing van de monetaire unie, waarbij Brussel straks nog strakker aan de teugels mag trekken wat nationale begrotingen betreft. Ik noem TTIP, het vrijhandelsakkoord met de VS dat de macht van het bedrijfsleven nog verder versterkt en onze democratieën ondermijnt. Ik noem het associatieverdrag met Oekraïne, dat heeft bijgedragen aan een zeer bloedig conflict dat nog steeds nasmeult.
Ondertussen blijft de minister van Buitenlandse Zaken keihard beweren dat sluipende bevoegdheidsoverdracht niet bestaat . Hoe ziet de premier dat? Op welke terreinen is de premier bereid bevoegdheden over te dragen aan Brussel? Allemaal, of sluit hij ook terreinen uit? Ik herinner de premier daarbij graag aan zijn lijstje dat voortkwam uit de subsidiariteitsexercitie. Kan de premier in zijn beantwoording ook ingaan op de vraag in hoeverre een verdragswijziging noodzakelijk is om de eisen van het Verenigd Koninkrijk in te willigen?
Zoals bekend zijn dat er vier: de bescherming van landen die hun eigen munt willen behouden, meer concurrentiekracht, een uitzonderingspositie voor het VK ten aanzien van de ‘ever closer union’ en zeggenschap over het nationale asielbeleid. Sommige van deze wensen vereisen een verdragswijziging. Daar is het kabinet niet voor . Maar het kabinet wil ook dat het VK bij de EU blijft . Wat heeft Nederland liever: een verdragswijziging als dat toch nodig mocht blijken, of een EU zonder het VK? En indien een verdragswijziging bespreekbaar wordt, wat zal dan de inzet van Nederland zijn?
Over krap een maand is Nederland voor een halfjaar EU-voorzitter. Een uitgelezen kans om de urgentie van de vraagstukken die op de Europese agenda staan te onderstrepen. Maar in plaats daarvan speelt Nederland het braafste jongetje van de klas. Een paar uitspraken van de premier: discussie over meer of minder Europa, doet de hij af als “geleuter” . Want, aldus de premier, “laat de anderen maar lekker filosoferen of het zinvol is dat we bestaan”. Dat de premier visie ziet als een lastige olifant, wisten we al . Maar dat een aanstaand voorzitter in dit gespannen tijdsgewricht zegt: “Europa heeft geen behoefte aan grote vergezichten, maar aan het aanpakken van grote problemen” , verbaast mij toch een beetje.
Met het overhevelen van bevoegdheden heeft dit kabinet zoals bekend geen problemen . Maar juist daarin, voorzitter, schuilt het grote gevaar: Brussel trekt op tal van terreinen, maar met name op financieel-economisch gebied, meer macht naar zich toe, en daarmee wordt overduidelijk een vergezicht gerealiseerd, namelijk: verdergaande integratie. Erkent de premier dat? Deelt hij de mening dat de uitdagingen waar Europa voor staat, niet aangepakt kunnen worden met louter pragmatisme, maar juist met een helder idee over waar Europa wel en niet voor staat en over gaat? In de Voorzitterschapseditie van de Staat van de Unie wordt verwezen naar de nood van ‘evenwichtskunst’ als het gaat om voor Nederland gevoelige dossiers . Welke dossiers zijn dit?
Het vluchtelingenvraagstuk vormt de grootste uitdaging waarvoor Europa zich vandaag de dag geplaatst ziet. Gezien de bommenregen op Syrië, valt te verwachten dat de toestroom van mensen die huis en haard moeten verlaten, op de vlucht voor terreur en geweld, eerder zal toenemen dan afnemen. Toch denkt de premier dat de instroom naar Europa dankzij de deal tussen de EU en Turkije ‘richting nul’ zal gaan. Dat lijkt mij luchtfietserij, en dat streven brengt bovendien ook risico’s met zich mee, blijkt: maandagochtend, direct nadat de deal gesloten werd, liet de Turkse regering 1300 migranten oppakken die de oversteek naar Griekenland wilden maken en werden zij tijdelijk ondergebracht in detentiekampen .
Turkije heeft op z’n zachtst gezegd geen goede reputatie wat betreft het respecteren van de mensenrechten. Zijn dergelijke actie te rijmen met de fundamentele rechten van de Europese Unie? Welke afspraken zijn er in dit verband gemaakt? En welke afspraken moeten nog nader uitgewerkt worden, bovenop het Actieplan ? Volgens Human Rights Watch zou Turkije de internationale mensenrechtenverdragen hebben geschonden door Syriërs aan de grens terug te sturen, waardoor vluchtelingen gedwongen worden om met mensensmokkelaars te dealen . Kan de premier deze berichten bevestigen en zo ja, welke reactie acht hij daarop gepast? Mensenrechtenorganisaties maken zich bovendien zorgen over het feit dat de irreguliere migratie met de strenge Turkse opstelling alleen maar zal toenemen en gevaarlijker zal worden . Deelt de premier die mening? Wat gaat de EU doen om nieuwe rampscenario’s op de Middellandse Zee te voorkomen?
Vorige week tijdens het vragenuurtje sprak de premier van ‘de spagaat’ waarin Turkije zich bevindt : het land moet de grenzen bewaken, en tegelijkertijd zorgen voor een goede opvang van vluchtelingen. “Wij moeten daar ook reëel in zijn”, zei de premier toen. Wat betekent dat precies? Impliceert dit dat Turkije gevluchte Syriërs mag terugsturen? Was de actie om 1300 migranten op te pakken een voorbeeld van “reëel zijn” wat de premier betreft? Hoe houdt de EU de ontwikkelingen in Turkije in de gaten, en hoe draagt zij er zorg voor dat de bewakingsmissies van Turkije met name gericht zijn op het waarborgen van de veiligheid van vluchtelingen?
Zoals bekend heeft Turkije nooit het VN-Vluchtelingenverdrag volledig geratificeerd; hoe moet de deal in het licht van dit feit bezien worden? Wat de SP betreft is het noodzakelijk dat Turkije op zeer korte termijn het Verdrag alsnog ratificeert; ik verwijs daarbij ook naar de aangenomen motie Gesthuizen/Sjoerdsma over de inspanningen van Nederland omtrent de naleving van het verdrag ; hoe gaat het kabinet dat hardmaken? Is de UNHCR, hoeder van het Vluchtelingenverdrag, in voldoende mate betrokken bij de uitvoering van de deal met Turkije?
Tijdens het voorzitterschap zullen de Nederlandse burgers ook naar de stembus mogen in het kader van het referendum over het associatieakkoord met Oekraïne. Zoals bekend is de SP tegen dit associatieakkoord. Oekraïne verkeert nog altijd in chaos en de situatie in het Oosten is verre van stabiel. Het associatieakkoord heeft indirect bijgedragen aan het ontstaan van de burgeroorlog in het land die al aan meer dan 8.000 mensen het leven heeft gekost. Het akkoord doet daarmee afbreuk aan stabiliteit aan de buitengrenzen van de EU.
Herstel van de democratische rechtsstaat in Oekraïne is wat ons betreft noodzakelijk voordat voor verdergaande samenwerking een serieuze optie is. Als het gaat de Europese context, zijn er bovendien nog tal van lidstaten en kandidaat-lidstaten die hun huiswerk moeten doen op het gebied van corruptiebestrijding, de rechtstaat, de vrije pers, etcera. First things first, voorzitter. Tot slot wil ik hier nogmaals onderstrepen dat het associatieakkoord door een deel van de Oekraïense bevolking maar ook door president Poroshenko wel degelijk wordt opgevat als een opstapje naar volledig lidmaatschap. Diverse EU-leiders hebben die interpretatie bevestigd. Graag een reactie van de premier daarop.
Poroshenko zei tijdens zijn bezoek aan Nederland dat het referendum het associatieakkoord niet zal stoppen, en bovendien dat Nederland het verdrag al geratificeerd heeft. Ook droomt hij ervan om na zijn presidentschap lid te worden van het Europees Parlement . Ik wil graag een reactie van de premier op alle drie de uitspraken, en vraag hem om daarbij ook in te gaan op de uitspraak van Paul Tang, Europarlementariër van de PvdA. Die zei: “Als je voor een referendum bent, dan moet je ook duidelijkheid bieden. Niet alleen achteraf, maar ook vooraf.” Deelt de premier die mening? En zo ja, kan hij dan verduidelijken wat ‘herwaarderen’ van het associatieakkoord, dat volgens de premier zal gebeuren op basis van de uitslag, precies betekent?
Tot slot, voorzitter, kort over TTIP. De bezwaren jegens het verdrag van de zijde van mijn fractie zijn bekend. Het gaat mij nu even om de rol van het voorzitterschap inzake de onderhandelingen. Nederland wil efficiënt te werk gaan, maar ook het maatschappelijk debat bevorderen. Dat kan elkaar snijden. Ik wil van de premier weten op welke wijze het maatschappelijk debat bevorderd zal worden; is het kabinet bijvoorbeeld van plan om een consultatie of een seminar te organiseren? Is hierbij ook een rol weggelegd voor de Tweede Kamer? Op welke punten kan de transparantie van de onderhandelingen volgens de premier worden aangescherpt?
Het Europees Burgerinitiatief tegen TTIP werd door de Commissie afgewezen . Het kabinet spreekt uit zich te zullen inzetten voor de verbetering van het Europees Burgerinitiatief ; kan de premier dat concreet maken? Zou deze verbetering ook inhouden dat het Europees Burgerinitiatief tegen TTIP alsnog doorgang kan vinden, en is het kabinet bereid om zich daarvoor in te spannen?