Weeklog: EU pakt sneller rechten van burgers af dan dat ze die erkent - Hoofdinhoud
Het begint een trend te worden: het duurt in Brussel een eeuwigheid voordat er overeenstemming is over rechten voor de burgers in Europa, terwijl voorstellen om die rechten juist in te perken in recordtijd worden aangenomen. Je ziet dat vooral op het gebied van Justitie en in het sociaal beleid. Wat mij betreft, draaien we de volgorde om: eerst de rechten van burgers verankeren en dan pas spreken over de maatregelen die onder omstandigheden die rechten kunnen inperken.
Op het gebied van Justitie onderhandel ik namens het Europees Parlement met de Raad van ministers over minimumnormen over rechtsbijstand. In Nederland staat de rechtsbijstand als gevolg van de bezuinigingen sterk onder druk, terwijl de kosten van de gerechtelijke procedures steeds hoger worden. In andere Europese landen is de rechtsbijstand al helemaal beneden de maat. In die landen hebben rijke verdachten meer kansen bij de rechter dan mensen die zelf geen (goede) advocaat kunnen betalen. Pure klassenjustitie dus. Tot nu toe hebben we in de onderhandelingen nog nauwelijks vooruitgang geboekt, omdat ongeveer de helft van de lidstaten zo weinig mogelijk garanties willen inbouwen. Ondertussen hebben de ministers van Justitie er al jaren geleden mee ingestemd dat je vrijwel automatisch wordt overgeleverd aan een andere lidstaat, als die jou vervolgt vanwege een strafrechtelijk vergrijp. Ik ken Nederlanders die aan Polen werden overgeleverd en ter plekke geen advocaat kregen, of hooguit één die slechts Pools sprak. Niet echt handig, als je vervolgd wordt voor een vergrijp waar jarenlange gevangenisstraf op staat.
Hetzelfde zie je op sociaal gebied. Al sinds 1997 geldt de Detacheringsrichtlijn. Daarin is bepaald dat werknemers die in een andere lidstaat worden gedetacheerd, weliswaar op een aantal terreinen dezelfde rechten hebben als andere werknemers van die lidstaat, maar dat hun sociale zekerheid en hun pensioenen nog steeds via het land van herkomst worden geregeld. Dat maakt in Nederland gedetacheerde werknemers uit lage lonen landen nog steeds een stuk goedkoper dan Nederlandse werknemers. Nu is dat niet erg, als het gaat om een korte detachering van bijvoorbeeld een paar weken. Maar dat wordt anders, als die detachering vele maanden gaat duren. Om dit te repareren, zou de definitie van ‘detachering’ moeten worden aangescherpt. Oorspronkelijk zou de Commissie deze maand met een zogeheten ‘mobility package’ komen waarin onder meer het probleem van verdringing door gedetacheerden zou worden aangepakt. Om onduidelijke redenen is dit nu tot ergens volgend jaar uitgesteld. En na het voorleggen van de voorstellen, kunnen we nog eindeloze onderhandelingen tegemoet zien.
Al lang geleden werd de uitdrukking ‘Europa van de burgers’ gelanceerd. Als ‘Brussel’ dit begrip serieus neemt, dan is het aan zijn stand verplicht om in de toekomst eerst overeenstemming te bereiken over de rechten van de burgers, voordat er overgegaan wordt tot voorstellen die die rechten kunnen ondermijnen. Op het gebied van Justitie betekent dit: volledige overeenstemming over de rechten van verdachten. Op sociaal gebied moet de EU eindelijk het Europees Sociaal Handvest van de Raad van Europa erkennen en verder zo snel mogelijk reparatiewetgeving overeenkomen om verdringing op de arbeidsmarkt te voorkomen.