‘Bondgenoten’ geven steun aan IS - Hoofdinhoud
Bijna anderhalf jaar geleden begon onder leiding van de Verenigde Staten een militaire interventie tegen Islamitische Staat (IS) in Irak en Syrië. Inmiddels moet geconstateerd worden dat doelen niet worden bereikt.
Bij aanvang van de luchtaanvallen stelde de Amerikaanse president Barack Obama dat vernietiging van IS het doel is. Vorige maand leek dit echter bijgesteld, toen Obama sprak over het indammen van IS, wat al zou zijn gelukt. Dat was een dag voor de gruwelijke aanslagen in Parijs. Kort daarna sprak de hoogste Amerikaanse generaal de president echter alweer tegen door te stellen dat IS niet ingedamd is.
De generaal heeft gelijk. Alhoewel IS in Irak op plaatsen is teruggedrongen, bleken hun strijders eerder dit jaar in staat in zowel Irak als Syrië belangrijke plaatsen te veroveren. In Syrië heeft IS nauwelijks grondgebied verloren en in andere delen van de wereld, bijvoorbeeld in het door westers optreden in anarchie vervallen Libië en in Jemen, is het juist aan een opmars bezig. De aanslagen in Parijs, maar ook in Egypte, Turkije en Libanon, tonen bovendien aan dat de invloed van IS ver reikt.
Vanwege deze tegenvallende resultaten verbaast het des te meer dat IS op andere terreinen niet serieus wordt aangepakt. Sterker nog, westerse 'bondgenoten' verlenen geregeld, direct of indirect, steun aan IS of andere Al Qaeda-achtige organisaties.
Een veelzeggend voorbeeld is de continue stroom van buitenlandse strijders. Het gros hiervan reist via Turkije en sluit zich aan bij IS en vergelijkbare organisaties. Sinds de luchtaanvallen begonnen, is dit aantal meer dan verdubbeld. Er zijn nu ongeveer 30.000 buitenlandse strijders, onder wie meer dan 5000 uit EU-landen. Tot op de dag van vandaag weigert Turkije de grens hiervoor te sluiten.
Ondertussen blijft IS verreweg de rijkste organisatie in zijn soort. De meeste inkomsten worden in eigen gebied gegenereerd, maar het komt ook van buiten. Aanhoudende berichten wijzen erop dat een deel van de olie in IS-gebied, wat zo'n 50 miljoen dollar per maand oplevert, wordt geëxporteerd naar Turkije.
Ook blijven rijke sympathisanten in bijvoorbeeld Saudi-Arabië en Qatar IS, maar vooral de officiële tak van Al Qaeda in Syrië, Al Nusra, financieren. Dit ondanks in de VN gemaakte afspraken die dit verbieden.
Daarnaast blijft IS tot de tanden bewapend. Die wapens zijn goeddeels veroverd op het Iraakse leger, maar deels ook afkomstig van westerse 'bondgenoten'. Berichten dat door Saudi-Arabië en Qatar via Turkije geleverde wapens in handen van radicale jihadistische organisaties zijn gevallen, stammen al uit 2012. Hetzelfde geldt voor Amerikaanse wapens die aan opstandelingen in Syrië zijn geleverd.
Hier kan nog aan toegevoegd worden dat Turkije, onder het mom van deelname aan de strijd tegen IS, afgelopen zomer is begonnen met het bombarderen van Koerdische strijders. Dit terwijl diezelfde strijders de belangrijkste bondgenoot van het Westen tegen IS zijn.
Omdat met luchtaanvallen terrorisme niet kan worden bestreden, moeten juist op de andere terreinen extra inspanningen worden verricht. Het is volstrekt onacceptabel dat dit zo weinig gebeurt en westerse 'bondgenoten' ondertussen een dubbelrol spelen. De strijd tegen IS en andere radicale jihadistische organisaties is pas geloofwaardig als hieraan een einde wordt gemaakt.
Dit artikel verscheen op 17 december 2015 onder meer in de Leeuwarder Courant.