Ineffectieve milieuzone mag van rechter

Met dank overgenomen van B. (Barbara) Visser i, gepubliceerd op dinsdag 26 januari 2016, 2:50.

Schriftelijke vragen van de leden Visser en R.J. Dijkstra (beide VVD) aan de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de bestuursrechtelijke uitspraak inzake de Utrechtse milieuzone d.d. 22 januari 2016

  • Kan het kabinet reageren op de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland inzake de Utrechtse milieuzone?
  • Wat vindt het kabinet van het gegeven dat het beroep gegrond is verklaard en het bestreden besluit door de Rechtbank wordt vernietigd, maar de milieuzone intact blijft?
  • Kan het kabinet specifiek ingaan op de uitspraak van de bestuursrechter, dat de gemeente Utrecht een onvolledig beeld heeft geschetst van de effecten van de milieuzone voor personenauto’s?
  • Heeft het kabinet zicht op de luchtkwaliteitseffecten van de milieuzone voor personenauto’s? Is er onderzoek gedaan naar de effecten? Zijn deze inderdaad marginaal? Zo nee, waar blijkt dit uit? Zo ja, vindt u de inzet van het instrument dan proportioneel?
  • Kunt u aangeven hoe er uitvoering wordt gegeven aan de motie Visser inzake milieuzones, aangenomen op 18 december 2015, die de regering oproept de grondslag voor gemeentelijke milieuzones ten behoeve van personenauto’s in het verkeersreglement op te heffen?
  • Hoe beoordeelt het kabinet de Utrechtse en Rotterdamse milieuzone voor personenauto’s met eerdere kabinetsuitspraken, waaronder kamerstuk 31305, nr. 37 uit 2008, waarbij het kabinet er op aandringt bij gemeenten om terughoudend te zijn bij het toepassen van het instrument milieuzonering voor personenauto’s en te bezien of deze maatregel werkelijk noodzakelijk is, proportioneel is en of er alternatieve, minder ingrijpende maatregelen voorhanden zijn? Deelt het kabinet dit standpunt nog steeds?
  • Hoe staat de inzet van gemeentelijke milieuzones voor personenauto´s in verhouding tot de Autobrief II d.d. 19 juni 2015, waarin het kabinet stelt dat zij het niet wenselijk vindt dat gemeenten hun toevlucht nemen tot “zwaar geschut als milieuzones” en vandaar op landelijk niveau de motorrijtuigenbelastingen voor oudere diesels verhoogt? Deelt het kabinet dit standpunt nog steeds?
  • Hoe beoordeelt het kabinet de invoering van gemeentelijke milieuzones voor personenauto’s in relatie tot de meest recente resultaten uit het programma Nationale samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 2015 d.d. 10 december 2015? In hoeverre acht het kabinet de toepassing van het instrument milieuzone voor personenauto’s in bijv. de gemeente Utrecht proportioneel, gelet op de vastgestelde Europese normen voor fijnstof en stikstof en de behaalde resultaten tot op heden? Kunt u ook een overzicht geven van alle EU-lidstaten die aan de EU-normen voor luchtkwaliteit voldoen en daarbij ingaan op hoeveel overschrijdingskilometers andere lidstaten nog hebben?
  • Hoe verhoudt de inzet van een milieuzone voor personenauto’s zich tot de inzet op het Europese bronbeleid, eerdere ingenomen kabinetsstandpunten en de Autobrief II?
  • Dient de inzet van een instrument, zoals milieuzones voor personenauto’s, niet gelijktijdig met het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) af te lopen, op uiterlijk 1 januari 2017? Of in ieder geval gekoppeld te worden aan een eindtermijn die verband houdt met de normen opgenomen in het NSL, mede in het licht van de stelling van de toenmalig staatssecretaris van I&M bij de begrotingsbehandeling 2015, dat milieuzones altijd een tijdelijk karakter hebben? Zo nee, waarom niet? Is het kabinet het met de leden van de VVD-fractie eens dat het vreemd is om een dergelijk instrument in te voeren dan wel uit te breiden als nu al bijna overal in Nederland aan de gestelde luchtkwaliteitsnormen wordt voldaan?
  • Hoe beoordeelt het kabinet over het gebruik van het instrument milieuzones voor personenauto’s door de gemeente Utrecht met het oog op vermindering van roet? Zijn daar in het kader van het NSL afspraken over gemaakt dan wel concrete doelstellingen over afgesproken? Zo ja, waar blijkt dat uit? En vindt u het dan niet gek dat vermindering van roetuitstoot nu gebruikt wordt ter rechtvaardiging van de invoering en uitbreiding van milieuzones? Kunt u in het kader van roetvermindering ook specifiek ingaan op de uitkomsten van ILASA (RIVM rapport april 2015, luchtkwaliteit en gezondheidswinst, figuur 3), waaruit blijkt dat met het huidige bronbeleid de roetuitstoot met 75% wordt verminderd ten opzichte van 2000? En dat houtstook na 2020 de voornaamste emissiebron van roet is? In hoeverre acht u dan de invoering van de milieuzone voor personenauto’s nog proportioneel?
  • Hoe beoordeelt het kabinet de milieuzones voor personenauto’s in relatie tot de volgende uitspraak in de kabinetsbrief inzake verlenging NSL d.d. december 2013 waarin staat “Voor een verdere verbetering van de luchtkwaliteit is verlaging van de achtergrondconcentratie nodig, hetgeen alleen mogelijk is als in heel Europa de emissies van luchtverontreinigende stoffen worden verminderd. Dit vereist een Europese en internationale (VN) aanpak”? Hoe verhoudt dit zich tot steeds meer voornemens van gemeenten om milieuzones uit te breiden naar personenauto’s en brommers/snorfietsen? Hoe ziet het kabinet de inzet op het Europese bronbeleid? En deelt het kabinet de mening van de VVD-fractie dat dit het meest effectieve middel is gebleken en dat daarnaast doorstroming van verkeer vanuit verkeersperspectief een belangrijke bijdrage levert?
  • Kan het kabinet ook inhoudelijk ingaan op de volgende zinssnede uit de kabinetsbrief inzake verlenging NSL d.d. 13 december 2013 in relatie tot de invoering van gemeentelijke milieuzones voor personenauto’s: “ In Nederland is relatief snel sprake van luchtverontreiniging. Dit is het gevolg van de bijzondere geografische positie van Nederland, in het hart van het dichtstbevolkte gebied van Europa, tussen het Verenigd Koninkrijk, België en Duitsland, de zeer hoge verkeersintensiteit en de aanwezigheid van landbouw, intensieve veeteelt en veel industrie. Luchtverontreinigende stoffen worden veelal tot ver over de landsgrenzen meegevoerd, waardoor luchtverontreiniging in Nederland voor het grootste deel afkomstig is uit het buitenland”? Wat betekent dit concreet voor de invoering van dergelijke milieuzones voor personenauto’s? Klopt de stelling dat fijnstof vooral van natuurlijke bronnen komt en uit het buitenland? Kunt u dit nader uitsplitsen? En kunt u hierbij ook ingaan op wat (diesel-)auto’s hier nu aan bijdragen en in de toekomst?
  • Hoe beoordeelt het kabinet de inzet van milieuzones voor personenauto’s in relatie tot het eigendomsrecht van een ieder individu en het recht op vrij verkeer? Hoe verhoudt een dergelijk instrument zich tot deze uitgangspunten? Deelt het kabinet de mening van de leden VVD-fractie dat de inzet daarmee niet proportioneel is? Zo ja, wat betekent dit voor de inzet van het kabinet in de bestuurlijke overleggen rondom het NSL?
  • Deelt het kabinet de mening van de VVD-fractie dat alle auto’s die toegelaten zijn op de Nederlandse weg, APK-gekeurd zijn en alle daartoe verplichte wegenbelastingen betalen op de Nederlandse wegen mogen rijden? Hoe beoordeelt u dan de gemeentelijke milieuzones voor personenauto’s? Op grond van welke afweging mag hiervan afgeweken worden? En hoe verhoudt zich dit tot de inzet op Europees bronbeleid, op bescherming van het eigendomsrecht en tot het recht op vrij verkeer?
  • In hoeverre past het instrument volgens het kabinet op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wegen en Verkeerswet (WvW 1994, waarin krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen worden gesteld onder andere gericht op het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer? Op grond van het tweede lid van dit artikel kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels voorts strekken tot onder andere het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer? Hoe oordeelt het Kabinet de inzet van milieuzones voor personenauto’s in relatie tot deze twee uitgangspunten? Hoe moeten deze worden afgewogen volgens het Kabinet?
  • Vindt u het wenselijk dat binnen de huidige rechtspraktijk inzake een verkeersbesluit, het bestuursorgaan een ruime beoordelingsmarge toekomt, waarbij een bestuursorgaan niet de absolute noodzaak van een verkeersbesluit hoeft aan te tonen? Welke mate van beleidsvrijheid hebben bestuursorganen in deze? En hoe moeten deze zich verhouden tot een vrij verkeer en eigendomsrechten?
  • Wat zijn de effecten van de gemeentelijke milieuzone voor personenauto’s tot op heden in Utrecht op de luchtkwaliteit? Klopt de stelling van de gemeente Utrecht dat de lucht met het weren van de dieselauto’s voor 2001 de lucht 30% schoner is geworden? Is dit uit te splitsen naar fijnstof en stikstof? Welke mogelijke alternatieven zijn er onderzocht ten behoeve van verbetering van de kwaliteit, zoals meer P+R plekken en verdere verbetering van de verkeersdoorstroming?
  • Heeft u inzicht in andere lokale maatregelen die ingezet zijn ter verbetering van de luchtkwaliteit? In hoeverre heeft verschoning van het stads- en streek vervoer geleid tot verbetering van de luchtkwaliteit? Is hier onderzoek naar gedaan? Zo nee, waarom niet en zo ja, wat zijn de resultaten?
  • In hoeverre heeft de aangepaste fiscale oldtimerregeling die per 1 januari 2014 is ingesteld invloed gehad op de luchtkwaliteit? Is hier onderzoek naar gedaan? Zo nee, waarom niet en zo ja, wat zijn de resultaten?
  • Deelt u de mening van de leden van de VVD-fractie dat in het kader van kosteneffectiviteit, kennisdeling en transparantie naar de belastingbetaler inzichtelijk moet zijn wat de effecten in relatie tot de kosten zijn van de maatregelen in het NSL van 320 miljoen euro, waarvan bijna 65 miljoen euro aan de gemeente Utrecht is toegekend?
  • Kan het kabinet een overzicht geven van de uitstoot van Volkswagen Lupo 3L 1.2tdi uit 2000 versus Landrover Discovery 2.5TD5 HSE uit 2003 of een Renault Clio 1.0 diesel uit 2000 versus een Volkswagen Touareg 2.5 diesel uit 2002?