Weeklog: Er is maar één crisis in Europa - de doofheid van Brussel

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 21 februari 2016.

De hoofdrolspelers in Brussel hebben dezer dagen de neiging zich als slachtoffer te zien. De wereld buiten Europa is vijandig of op zijn minst ingewikkeld. Binnen de Europese lidstaten begrijpen de burgers niet hoezeer Brussel zijn best doet om goed voor hen te zorgen. De gelaatsuitdrukking van Merkel bij de top van regeringsleiders deze week sprak boekdelen: zien jullie niet hoezeer ik me voor Europa inzet? Wat mij betreft draaien we dat eens om: burgers overal in Europa hebben schoon genoeg van regeringsleiders en eurofielen die hun eigen project koste wat het kost overeind willen houden en weigeren echt te luisteren. Zouden ze dat wel doen, dan zouden de crises snel bedwongen zijn.

Veel aandacht ging deze week uit naar de Brexit-discussie. Cameron kreeg een aantal toezeggingen en is nu weer voorstander van Brits lidmaatschap van de EU. Veel commentatoren hebben al duidelijk gemaakt dat die toezeggingen door Cameron wel verkocht worden als grote stappen, maar eigenlijk niet zoveel voorstellen. Nu mag de Britse kiezer zich in juni per referendum uitspreken. Dan zal blijken of Cameron goed geluisterd heeft. Feit is echter dat de meeste afspraken over Europese samenwerking ook voor Groot-Brittannië gewoon blijven staan. Ik zal dan ook niet verbaasd zijn, als de Britten alsnog voor een Brexit stemmen, eenvoudig omdat zij zich nog steeds niet echt gehoord voelen.

De grote werkloosheid in de EU en het gebrek aan economische groei hebben alles te maken met de volstrekt doorgeslagen bezuinigingswoede die de lidstaten van Brussel opgelegd kregen. De Europese Centrale Bank mag nu proberen met enorme financiële injecties de economische motor op gang te brengen, maar daarmee zijn armoede en werkloosheid nog lang niet weg. Het meest schrijnende voorbeeld is misschien wel Griekenland, waar de publieke voorzieningen zijn afgebroken, en er geen sprake meer is van een sociaal vangnet. Griekenland blijft daarmee een kruitvat, maar de Europese instellingen blijven verdere bezuinigingen doordrukken.

De meeste burgers in Europa willen vluchtelingen helpen, maar ze willen ook maatregelen die duidelijk maken wie bescherming nodig heeft en wie niet. Ze willen geen chaotische taferelen. Zelfs de Europese Commissie durft hier niet echt door te pakken en te komen met een alomvattend plan met Europese asielcentra en een actief terugkeerbeleid voor hen die hier niet kunnen blijven. In plaats daarvan zet Brussel alle kaarten op Turkije, waarvan president Erdogan niet nalaat op de Koerden in te hakken en de mensenrechten steeds verder in te perken.

Als Brussel naar de burgers in Europa zou luisteren, zou duidelijk zijn dat het roer radicaal om moet. Dan zouden niet langer de ‘adviezen’ van multinationals worden opgevolgd, maar zou er gewerkt worden aan een transparante EU die menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit vooropzet. Een EU die, zoals bij de vluchtelingen, doorpakt waar nodig, en die zich tegelijkertijd heel bescheiden opstelt, als het gaat om het sociaaleconomisch beleid van de lidstaten. Zelfs Dijsselbloem relativeert nu de eisen die aan de omvang van de staatsschuld worden gesteld. Laat dit dan het einde van het begrotingsfetisjisme zijn en laten nationale parlementen en regeringen weer de vrijheid krijgen een beleid te ontwikkelen dat is gericht op investeringen en vergroting van de koopkracht, gekoppeld aan daadwerkelijke armoedebestrijding.

Je vraagt je soms af hoeveel crises Brussel nodig heeft om zich te realiseren dat luisteren naar de burger betekent dat je vraagtekens zet bij het tot dusverre gevoerde beleid. Zolang het er bij de regeringsleiders en bij de Europese instellingen om gaat zoveel mogelijk van dat beleid overeind te houden, zal de ontevredenheid in de EU blijven. Dan is er pas echt reden om pessimistisch te worden over het voortbestaan van diezelfde EU.