Wetsvoorstel invoering trekkerkenteken - Hoofdinhoud
Inbreng van het lid Visser (VVD) bij het wetsvoorstel inzake de Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met een kentekenplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines en daardoor voortbewogen aanhangwagens alsmede het niet meer toelaten tot het verkeer van nieuwe motorrijtuigen met beperkte snelheid (34397)
De leden van de VVD zijn er niet van overtuigd dat dit wetsvoorstel die gewenste ontwikkelingen teweegbrengt. Ook vrezen zij dat de kentekenplicht zal leiden tot een forse stijging in administratieve en financiële lasten als gevolg waarvan de Nederlandse landbouwsector minder goed zal kunnen concurreren met omliggende landen. Gegeven de onzekerheid over het effect van deze maatregel en de lasten die het veroorzaakt, vindt de VVD de kentekenplicht geen proportioneel middel.
-
2.Aanleiding en noodzaak
De leden van de VVD willen weten op welke wijze de kentekenplicht bijdraagt aan het verminderen van het aantal verkeersdoden en -gewonden met landbouwvoertuigen? Welke bewijzen bestaan daarvoor? Graag ontvangen de leden een lijst van recente onderzoeken (minder dan drie jaar oud) inclusief de uitgangspunten en conclusies van deze onderzoeken. Graag hier ook de kritiek van Actal bij betrekken.
Klopt het dat er nog geen onderzoek is gedaan naar de consequenties op de verkeersveiligheid van de invoering van het T-rijbewijs? Zo nee, zou er dan geen nulmeting en vervolgmeting naar de verkeersveiligheid moeten worden uitgevoerd voordat er wordt overgegaan tot invoering van de kentekenplicht?
Er heeft een verschuiving van ongelukken van provinciale naar gemeentelijke wegen plaatsgevonden. Wat is de verklaring hiervoor? Hoe worden gemeenten opgeroepen om hun verantwoordelijkheid te nemen inzake het wegbeheer?
De leden van de VVD lezen dat in andere Europese landen ook een kentekenplicht geldt voor LBT’s. In welke landen van de EU is deze al ingevoerd? Hoe is die kentekenplicht ingevuld in ons omringende landen? Welke maximumconstructiesnelheid geldt er en welke uitzonderingen bestaan er op de kentekenplicht?
Hoe ver zijn andere landen met de implementatie van richtlijn 2014/45/EU? Hebben zij reeds een APK-plicht voor landbouwvoertuigen ingevoerd? Welke landen hebben de richtlijn nog niet doorgevoerd?
Vanaf 1 januari 2016 wordt Verordening (EU) nr. 167/2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen van kracht. Wat betekent deze verordening precies voor de Nederlandse situatie? Kan de minister bevestigen dat er met de implementatie niet meer regels worden gesteld dan de Europese Commissie eist? Zo nee, waarom zijn er aanvullende eisen gesteld?
De leden van de VVD willen graag nogmaals uiteengezet zien waarom er voor de kentekenplicht niet een grens van 40 km/u geldt. Waarom is het invoeren van een kentekenplicht een voorwaarde voor verhoging van de maximumsnelheid naar 40 km/u?
De leden van de VVD lezen het kentekenen van MMBS’en noodzakelijk is om vluchtgedrag naar LBT of MMBS te voorkomen. Kan de minister dit toelichten en dit staven met cijfers?
Wat betekent de uitbreiding naar MMBS’en precies qua kosten en administratieve lasten? Gelden in andere Europese lidstaten de kentekenplicht ook voor MMBS’en? Zo nee, om welke lidstaten gaat het?
Welke regels gaan er gelden qua kentekening, toelating, verzekering en maximumsnelheid voor de zogenoemde Mobiele Machines MM? Wat betekent dit qua kosten en administratieve lasten?
Als met een getrokken voertuig harder dan 25 km/u gereden kan worden dan zal ook het getrokken voertuig zelfstandig gekentekend moeten worden, zo lezen de leden van de VVD. Ligt de snelheid waarmee een voertuig getrokken wordt, niet aan de maximumconstructiesnelheid van het trekkende voertuig? Met andere woorden hoe wordt bepaald of een getrokken voertuig gekentekend moet worden of dat een witte volgplaat volstaat?
-
3.Hoofdlijnen van het voorstel
De kentekenregistratie geldt voor alle LBT’s, MMBS’en en MM’s. Geldt dit ook voor die voertuigen die in zijn geheel niet op de openbare weg komen? Zo ja, waarom?
Er van uitgaande dat de benodigde regelgeving voor de datum van 1 januari 2017 door het parlement is aangenomen en gepubliceerd en de technische voorbereidingen zijn afgerond, start het proces van kentekening op die datum (d.m.v. een conversieperiode). Wat zijn de gevolgen wanneer de regelgeving niet voor die datum is aangenomen en gepubliceerd? Wanneer komt het onderliggende besluit naar de Tweede Kamer?
De Regeling voertuigen wordt uitgebreid met permanente eisen in verband met de verhoging van de toegestane gebruikssnelheid tot 40 km/u. Welke eisen betreft het hier? En wat betekent dit voor voertuigen die nog niet aan deze eisen voldoen? Moeten zij, alvorens zij 40 km/u gaan rijden, eerst aan die eisen gaan voldoen? Zo ja, welke kosten zijn daarmee gemoeid?
MM’s worden gekentekend via het reguliere proces. Wat is het reguliere proces in dezen?
Uit onderzoek van de RDW blijkt dat een ééndagskenteken geen oplossing biedt voor voertuigen die zelden op de openbare weg komen. Ook het handelaarskenteken biedt geen soelaas, zo lezen de leden van de VVD. Zijn er nog andere alternatieven om de lasten voor eigenaren wiens landbouwvoertuigen zelden op de openbare weg komen, te beperken? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
In de memorie van toelichting kan gelezen worden dat bepaalde MMBS’en en MM’s worden uitgezonderd van de kentekenplicht. Een andere categorie voertuigen die zal worden uitgezonderd zijn voertuigen met een maximumconstructiesnelheid van ten hoogste 6 kilometer per uur. De VVD-fractie wil weten waarom er voor de uitzondering is gekozen voor een maximumsnelheid van 6 kilometer per uur en niet bijvoorbeeld 15 kilometer per uur. Een voorbeeld die hier gebruikt voor kan worden is een voermengwagen voor koeien die niet veel harder dan 10 kilometer per uur kan rijden, maar door de kentekenplicht aanzienlijk duurder in de aanschaf wordt.
Welke afspraken zijn er gemaakt met de wegbeheerders om de snelheid van LBT’s te verhogen naar 40 km/uur en deze ook toe te staan op de wegen? Wordt het RVV 1990 nu al aangepast om te waarborgen dat de snelheidsverhoging ook daadwerkelijk mogelijk gemaakt kan worden per 1 januari 2017?
-
4.Verhouding tot bestaande regelgeving
Welke afspraken zijn er gemaakt met het ministerie van Financiën dat met de inwerkingtreding van voorliggend wetsvoorstel de nieuwe kentekenplichtige LBT’s, MMBS’en MM’s niet BPM en MRB plichtig worden omdat de fiscale wetgeving hier niet tijdig op is aangepast? Wanneer wordt de fiscale wetgeving hierop aangepast?
Kan worden toegelicht of met de keuze voor aansluiting bij de Europese verplichtingen ten aanzien van de APK tegemoet wordt gekomen aan de bezwaren van de historische tractorenverenigingen?
Wat betekent de handhaving van de APK voor LBT’s? Op welke wijze wordt hierin voorzien en wat zijn de consequenties en boetes bij niet-naleving van de APK?
-
5.Uitvoering en handhaving
Voor de VVD valt of staat verkeersveiligheid met handhaving. Wie is primair verantwoordelijk voor de controle en handhaving van deze nieuwe regelgeving? Kan de minister bevestigen dat controle en handhaving alleen op de openbare weg plaatsvindt en niet ook op boerenerven? Is er voldoende capaciteit beschikbaar om de kentekenplicht bij landbouwvoertuigen te handhaven? Wat zijn de toezeggingen van de politie en het OM in deze?
Hoe wordt in de handhaving omgegaan met niet-leesbare kentekens? Er mag immers vanuit worden gegaan dat in vergelijking met voertuigen die slechts op verharde wegen rijden, landbouwvoertuigen over het algemeen viezer zijn en daardoor een kenteken vaker onleesbaar is.
-
6.Regeldrukeffecten
Waarop is de schatting van de administratieve lasten gebaseerd, zo vragen de leden van de VVD?
De totale kosten van de invoering van de kentekenplicht voor land- en bosbouwtractoren en motorrijtuigen met een beperkte snelheid bedragen incidenteel € 31 miljoen en structureel per jaar €826.950. Hoe zeker is de minister van deze kosten daar er slechts schattingen zijn van het aantal landbouwvoertuigen? Als er sprake is van een onzekerheidsmarge, hoe groot is deze dan? En hoe acceptabel vindt de minister deze onzekerheidsmarge?
De nalevingskosten bedragen incidenteel €14 miljoen en structureel per jaar €1,4 miljoen. Hoe zeker is de minister van deze kosten daar er slechts schattingen zijn van het aantal landbouwvoertuigen? Als er sprake is van een onzekerheidsmarge, hoe groot is deze dan?
Acht de minister de €7,1 miljoen aan administratieve lasten acceptabel? Zo ja, kunt u dat nader onderbouwen? Kunt u ook ingaan op de onderbouwing van deze lasten, gelet op de kritiek van Actal dat de berekening onvolledig is?
-
7.Advisering en consultatie
Er is met een groot aantal organisaties contact geweest over dit voorstel. Niet van alle organisaties is echter het eindoordeel opgenomen. Kan de minister het eindoordeel van de volgende organisaties alsnog geven: LTO, TLN, Cumela Nederland, RDW, BOVAG, RAI Vereniging, EVO, VVN, SWOV en de VHG?
Kan de minister reflecteren op het feit dat meer dan de helft van alle ingediende reacties negatief adviseert over de voorgenomen wijzigingen? In hoeverre heeft de minister deze negatieve reacties meegenomen in de vormgeving van het definitieve wetsvoorstel zoals dat nu aanhangig is gemaakt in de Tweede Kamer?
Kan de minister het advies van het Adviescollege toetsing regeldruk (Actal) met de nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer sturen? Kan de minister daarbij een uitgebreide reactie geven op de kritiek van Actal op het voorliggende voorstel?
Is de minister bereid om conform het advies van Actal vooralsnog niet over te gaan tot invoering van de kentekenplicht, zo lang de consequenties van het T-rijbewijs en de verplichte APK-keuring op de verkeersveiligheid inzichtelijk is gemaakt? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD lezen dat landbouwvoertuigen steeds meer ingezet worden voor beroepsgoederenvervoer, omdat er voor deze voertuigen minder regels gelden dan voor vrachtauto’s. Dit is onderdeel van de argumentatie voor een kentekenplicht. Kan de minister deze bewering met behulp van cijfers staven?
-
8.Inwerkingtreding
Voor het bestaande wagenpark geldt een conversieperiode. Om tegemoet te komen aan de branche zal binnen de conversieperiode ten minste één winter vallen. De conversieperiode is gepland van 1 februari 2017 tot en met 20 mei 2018; hij eindigt op het moment van de inwerkingtreding van de APK-plicht, per 20 mei 2018. Kan de minister de tegenstrijdigheid tussen de conversieperiode tot en met 20 mei en de kentekenplicht vanaf 20 mei toelichten?
Hoe wordt de APK-keuring van het bestaande wagenpark (met een maximumconstructiesnelheid van 40 km/u of meer) gedurende de conversieperiode georganiseerd?
-
9.Communicatie
De rege