Schriftelijke vragen over het bericht dat moleculaire drugs niet onder de Opiumwet vallen - Hoofdinhoud
Vragen van de leden Ziengs en Van Oosten (beiden VVD) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat moleculaire drugs niet onder de Opiumwet vallen (ingezonden 25 maart 2016).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nieuwe moleculaire drugs vallen niet onder Opiumwet»?1
Vraag 2
Welke mogelijkheden zijn er om de handel in zogeheten «research chemicals» die niet gebruikt worden voor onderzoeks- maar recreatieve doeleinden aan te pakken?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de stelling dat vijf tot tien procent van de handel van deze middelen en drugs via het internet verloopt en dit de komende jaren zal toenemen?
Vraag 4
Wat is in algemene zin het beleid in het voorkomen van handel in drugs via internet en verspreiding per post? Hoe wordt dit tegengegaan?
Vraag 5
Acht u de huidige inzet afdoende? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
Vraag 6
In het eerder genoemde artikel wordt gerefereerd aan het onderzoek van het Trimbos-instituut over de kwaliteit en prijs van internet drugs tegenover die van straathandel, wanneer zal dit onderzoek naar verwachting worden afgerond? Is het mogelijk om dit onderzoek, voorzien van een kabinetsreactie naar de Kamer te sturen? Kan in deze kabinetsreactie expliciet worden ingegaan op de vraag of het al dan niet gewenst is om deze moleculaire variatie op drugs onder de Opiumwet te laten vallen?
Vraag 7
Wordt in het onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar aard en omvang van online drugshandel ook de online handel in deze moleculaire drugs worden meegenomen? Kunt u uw antwoord toelichten?