Schriftelijke vragen over verborgen toeslagen vliegreizen

Met dank overgenomen van A. (Aukje) de Vries i, gepubliceerd op donderdag 31 maart 2016, column.

De Telegraaf, de Consumentenbond en het TV-programma Kassa constateren continu prijsstijgingen voor extra's op vliegreizen. Met name budgetvliegers rekenen hogere prijzen voor in te checken koffers, stoelreserveringen, eten en drinken aan boord en naams- en vluchtwijzigingen. De Consumentenbond stelt vast dat de reiziger zich door die vaak verborgen toeslagen steeds meer misleid voelt. Toezichthouder ACM (Autoriteit Consument & Markt) verbiedt het niet melden van onvermijdelijke kosten. VVD Tweede Kamerlid Aukje de Vries heeft daarom vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken.

Vragen van het lid Aukje de Vries (VVD) aan de minister van Economische Zaken over het bericht dat vliegreizen stilletjes duurder worden.

1.

Is de minister op de hoogte van het bericht >>Vliegreis stilletjes duurder<Wat vindt de minister van dit bericht?

2.

In hoeverre spoort het geconstateerde, namelijk dat veel luchtvaartmaatschappijen extra kosten berekenen voor onvermijdelijke diensten, met het feit dat de toezichthouder het niet melden van onvermijdelijke kosten verbiedt? Beschouwd de Autoriteit Consument & Markt (ACM) koffers als onvermijdelijke kosten? Zo nee/ja, waarom (niet)? Wat beschouwd de ACM als onvermijdelijke kosten in de luchtvaartbranche?

3.

De Consumentenbond constateert dat reizigers zich door de vaak verborgen toeslagen steeds meer misleid voelt, vindt u dat de luchtvaartbranche daarom over het randje van wat toegestaan is gegaan? Zo ja/nee, waarom wel/niet?

4.

Welke mogelijkheden heeft de toezichthouder ACM om op te treden tegen dit soort ongewenst gedrag en intransparantie van kosten en toeslagen? Welke sancties en boetes zijn er mogelijk?

5.

Wat gaat de ACM tegen de gesignaleerde problemen doen? Hoe kan de prijstransparantie in de luchtvaartbranche worden verbeterd?

6.

Is de minister zelf ook bereid om met de luchtvaartbranche in gesprek te gaan om de geconstateerde problematiek? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan daarover een terugkoppeling naar de Tweede Kamer plaats vinden?