Schriftelijk Overleg: Modelmatige onderbouwing van de woningwaarde bij minder risicovolle hypotheken - Hoofdinhoud
De VVD is niet blij met de reactie van het kabinet over de motie Ronnes en Aukje de Vries over de modelmatige onderbouwing van de woningwaarde bij hypotheken. Het lijkt erop dat er niet is gekozen voor een eenvoudige, snelle , duidelijke en praktisch variant, terwijl dat wel nadrukkelijk de bedoeling was en is van de motie. De voorgestelde invulling lijkt het tegengestelde te bewerkstelligen. Dat maakt de uitzondering waarschijnlijk weinig nuttig en zal het aantal mensen dat hier gebruik van maakt beperkt zijn.
Daarom heeft Aukje de Vries namens de VVD de volgende vrageng gesteld:
-
-Heeft er overleg plaats gevonden met de hypotheekverstrekkers en consumentenorganisaties over een praktische invulling van de modelmatige onderbouwing van de woningwaarde bij minder risicovolle hypotheken, bijvoorbeeld met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB)? Zo ja, welk overleg is er geweest en wat is daar uitgekomen? Zo nee, waarom niet?
-
-Hoeveel procent van de hypotheken gaat naar verwachting vallen onder de uitzondering zoals opgenomen in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)? Hoeveel administratieve lasten en/of kosten scheelt dat?
-
-Wat wordt verstaan onder een minder risicovolle hypotheek? Waarom is gekozen voor de definitie van minder risicovolle hypotheken voor de 80% LTV-grens? Waarom is 90% LTV ook niet een minder risicovolle hypotheek?
-
-De AMvB wordt nog ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. Wat heeft de Raad van State geadviseerd?
Tijdens de behandeling van de implementatiewet Mortgage Credit Directive (MCD) is er ook een motie van de VVD aangenomen met het verzoek aan de Minister om samen met hypotheekverstrekkers en consumentenorganisaties te onderzoeken hoe het doorlooptraject kan worden ingekort en de administratieve lasten voor de betrokken partijen kunnen worden beperkt.
De VVD krijgt veel klachten van mensen over alle pakken papier die tegenwoordig voor een hypotheekaanvraag ingeleverd moet worden, en ook de doorlooptijd van aanvraag naar offerte/bindend aanbod is lang. Doordat er door de hypothekenrichtlijn (MCD) nu sprake is van een bindend aanbod, moet bijvoorbeeld een taxatierapport al meteen door de klant worden verstrekt aan de bank met alle kosten van dien. Het kan en moet eenvoudiger en sneller. De motie over de modelmatige onderbouwing van de woningwaarde was daarvoor al een concreet en korte termijn voorstel.
-
-Hoe past het door de Minister gedane concrete voorstel in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) voor de modelmatige onderbouwing van de woningwaarde daarin? Wordt de aanvraag van het proces daardoor juist niet onnodig verlengd? Want een klant die meent onder de 80% LTV uit te komen, wordt door de bank getoetst op basis van een modelmatige taxatie, maar zodra blijkt dat het toch 81% is, dan moet er alsnog een taxatierapport worden opgesteld. Zo nee, waarom wordt de doorlooptijd niet onnodig verlengd niet volgens de Minister?
-
-Waarom is niet gekozen voor de variant dat er te allen tijde een taxatierapport moet worden opgevraagd als de aankoopsom, zoals die blijkt uit de koopovereenkomst (een document dat alle hypotheekverstrekkers opvragen voor de kredietbeoordeling), meer dan bijvoorbeeld 5% onder de modelmatige taxatiewaarde ligt? Dit is toch veel eenvoudiger, sneller, duidelijker en praktischer? Is de minister bereid om dit alsnog aan te passen in de AMvB? Zo nee, waarom niet?
-
-Welke varianten zijn verder allemaal overwogen, dan wel waarom is de voorgestelde variant de enige variant die is afgewogen? En waarom zijn eventuele andere varianten uiteindelijk afgevallen?
De minister stelt in zijn brief: “Modelmatige wijzen van waardebepalingen gaan uit van verschillende objectieve factoren, zoals de ligging, de grootte en het type van de woning.” Op welke modellen doelt de minister in zijn brief?
-
-Wie valideert die modellen? En levert dit ook de mogelijkheid voor banken om eigen waardebepalingmodellen te laten valideren?
-
-Wat is de reactie van de minister op de brief van de Waarderingskamer? Hier staat in dat bij de WOZ-taxaties wel rekening wordt gehouden met de staat van de onroerende zaak. Geeft dat aanleiding om nogmaals te kijken naar de beperking van de WOZ-waarde en andere varianten van modelmatige waardering de toepassing tot minder risicovolle hypotheken?
Tags: Hypotheken,