Koninklijke Nederlandse Munt: verkoop beter voor toekomst - Hoofdinhoud
VVD Tweede Kamerlid Aukje de Vries: “Bij een werkbezoek enige tijd geleden kon je duidelijk de liefde voor het vak zien en het vakmanschap bij KNM zien, juist daarom is het voor de toekomst van het bedrijf goed dat ze de ruimte krijgen zonder de staat als aandeelhouder.” De Koninklijke Nederlandse Munt KNM heeft de afgelopen tijd financiële problemen gehad, o.a. door een mislukte order in Chili, daarom is versneld gekeken naar diverse toekomstvarianten. Duidelijk is dat KNM juist ruimte nodig heeft voor schaalvergroting en/of diversificatie van de activiteiten. De VVD is daarom voorstander van verkoop van KNM, want de publieke belangen kunnen goed geborgd worden bij De Nederlandsche Bank (DNB). Muntgeld wordt nu door een staatsdeelneming geproduceerd, maar bij papiergeld gebeurt dat onder toezicht van DNB allang privaat in Nederland (bij Joh. Enschede).
Een steeds groter deel van de activiteiten KNM (buitenlandse orders) ligt buiten de kern van het publiek belang (Nederlandse munten is ca. 20% van de omzet). De productiemarkt voor muntgeld heeft te maken met afnemend gebruik van contant geld en overcapaciteit.
Het muntcontract loopt tot 1 januari 2018 en dat is de belangrijkste inkomstenbron van KNM. Op basis van een eerste verkenning is gebleken dat continuering van de muntproductie onder een nieuwe eigenaar voor een bepaalde periode een essentiële randvoorwaarde is voor een geslaagde verkoop. De VVD wil dat deze periode zo beperkt mogelijk is en wil weten hoe het zit met de aanbestedingsregels. De VVD wil een zo hoog mogelijk opbrengst, en een zo laag mogelijk bedrag van de vordering converteren naar eigen vermogen. De VVD wil daarnaast niet een te groot aantal voorwaarden verbinden aan de verkoop. De VVD wil verder weten hoe het straks gaat met het slaan van herdenkings- en bijzondere munten en de Koninklijke onderscheidingen.