Weeklog: Sociale rechten bescherm je in de EU het best met minder markt - Hoofdinhoud
Deze week werd bekend dat de Europese Commissie na Duitsland nu ook Frankrijk voor de rechter sleept in verband met de invoering van het minimumloon voor alle chauffeurs die met hun vrachtwagens lading vervoeren binnen die landen. Het zou de marktwerking verstoren, vindt de Commissie. Dit is typerend voor de tunnelvisie die er nog altijd in Brussel heerst. Nu mensen in de meeste lidstaten genoeg beginnen te krijgen van de doorgeslagen marktwerking, moet Brussel de handschoen oppakken en de ongebreidelde marktwerking intomen.
Al 25 jaar hebben de multinationals en het neoliberalisme de Europese Unie in hun greep. Eén van de speerpunten van de multinationals, verenigd in de European Roundtable of Industrialists, is steeds geweest alle regels waarmee ze in de lidstaten mee te maken krijgen, gelijk te trekken, tenzij ze juist zelf baat hebben bij ongelijke regels. Op sociaal en fiscaal gebied vinden de grote bedrijven het juist leuk, als de regels niet gelijk worden getrokken, want bij open grenzen gaan de lidstaten elkaar dan beconcurreren op sociale rechten en belastingvoordelen.
Op dit ogenblik zijn het vooral de Oost-Europese lidstaten die de lage sociale standaarden inzetten als concurrentiewapen. Via de werking van het vrij verkeer van diensten kunnen zij zo goedkope arbeidskrachten leveren als ‘gedetacheerden’. In het wegtransport maken ze graag gebruik, of liever, misbruik van de mogelijkheid een aantal binnenlandse ritten te koppelen aan internationale leveringen, de zogeheten cabotage. Zo concurreren deze lidstaten over de ruggen van hun eigen burgers.
Sommigen denken dat door gelijktrekking van de sociale voorzieningen deze vorm van concurrentie kan worden teruggebracht. Daarvoor zijn de verschillen tussen de lidstaten echter nog veel te groot. Wel pleiten we er als SP voor dat de sociale rechten zoals neergelegd in het Europees Sociaal Handvest van de Raad van Europa door alle lidstaten en door de EU als geheel worden erkend. Dat zou zorgen voor een permanente opwaartse beweging. Daar voelt de Europese Commissie echter niet veel voor, en ook in het Europees Parlement is er maar weinig belangstelling voor. Via een netwerk van gelijkgezinde Europarlementariërs blijf ik er actief op en ik geef de moed dan ook nog niet op, maar het zal zeker een zaak van lange adem worden.
Daarom resteert er voor nu maar één oplossing: geef lidstaten de ruimte misstanden weer aan te pakken. Dat betekent handhaving van gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats. Voor Duitsland en Frankrijk betekent het dat deze landen niet gestraft maar juist geprezen moeten worden voor het invoeren van minimumloon op alle ritten van vrachtwagenchauffeurs. In het EP zal ik mij hier hard voor blijven maken, maar het zou handig zijn als minister Asscher hier ook een punt van maakt. Hij wilde aanvankelijk veel bereiken op dit gebied, maar wat mij betreft kan daar nog best een tandje bij. Een protestbrief van Asscher aan de Europese Commissie over de stappen die zij neemt tegen Duitsland en Frankrijk, zou niet misstaan.