Verordening 2016/1014 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat vrijstellingen voor grondstoffenhandelaren betreft - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) 2016/1014 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat vrijstellingen voor grondstoffenhandelaren betreftofficiële Engelstalige titel
Regulation (EU) 2016/1014 of the European Parliament and of the Council of 8 June 2016 amending Regulation (EU) No 575/2013 as regards exemptions for commodity dealersRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2016/1014 |
Origineel voorstel | COM(2015)648 |
Celex-nummer i | 32016R1014 |
Document | 08-06-2016; datum van ondertekening |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 29-06-2016; PB L 171 p. 153-154 |
Ondertekening | 08-06-2016 |
Inwerkingtreding | 19-07-2016; in werking datum publicatie +20 zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
29.6.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/153 |
VERORDENING (EU) 2016/1014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 8 juni 2016
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat vrijstellingen voor grondstoffenhandelaren betreft
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn beleggingsondernemingen waarvan het hoofdbedrijf uitsluitend bestaat in het aanbieden van beleggingsdiensten of -activiteiten in verband met de financiële instrumenten die worden beschreven in bijlage I, deel C, punten 5, 6, 7, 9 en 10, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) en waarop Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (6) op 31 december 2006 niet van toepassing was (hierna „grondstoffenhandelaren” genoemd), vrijgesteld van de vereisten betreffende grote risicoblootstellingen en de eigenvermogensvereisten. Deze vrijstellingen zijn van toepassing tot en met 31 december 2017. |
(2) |
Verordening (EU) nr. 575/2013 vereist eveneens dat de Commissie uiterlijk 31 december 2015 een verslag indient over een geschikte regeling voor het prudentieel toezicht op grondstoffenhandelaren. Bovendien moet de Commissie krachtens die verordening tegen dezelfde datum een verslag opstellen over een geschikte regeling voor het prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen in het algemeen. Deze verslagen moeten in voorkomend geval worden gevolgd door wetgevingsvoorstellen. |
(3) |
Een evaluatie van de prudentiële behandeling van beleggingsondernemingen (hierna de „op beleggingsondernemingen betrekking hebbende evaluatie” genoemd), met inbegrip van grondstoffenhandelaren, is momenteel aan de gang maar is nog niet afgerond. De afronding van die evaluatie en de vaststelling van de eventueel in het licht van die evaluatie vereiste nieuwe wetgeving zullen echter pas na 31 december 2017 zijn voltooid. |
(4) |
Volgens de bestaande regeling zullen grondstoffenhandelaren vanaf 31 december 2017 aan de vereisten betreffende grote risicoblootstellingen en aan de eigenvermogensvereisten onderworpen zijn. Dit kan hen ertoe dwingen het voor de voortzetting van hun activiteiten benodigde bedrag aan eigen vermogen significant te verhogen, hetgeen derhalve tot een toename kan leiden van de kosten die verbonden zijn aan de uitoefening van dergelijke activiteiten. |
(5) |
Een beslissing om de vereisten betreffende grote risicoblootstellingen en de eigenvermogensvereisten op grondstoffenhandelaren toe te passen, mag niet voortvloeien uit een vervallen vrijstelling. Die beslissing moet daarentegen weloverwogen worden genomen op basis van de conclusies van de op beleggingsondernemingen betrekking hebbende evaluatie, en moet duidelijk in wetgeving worden vastgelegd. |
(6) |
Derhalve moet een nieuwe datum worden vastgesteld tot dewelke de vrijstellingen van toepassing moeten blijven op grondstoffenhandelaren. Verordening (EU) nr. 575/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 493, lid 1, wordt de tweede zin vervangen door: „Deze vrijstelling is beschikbaar tot en met 31 december 2020 of tot de datum van inwerkingtreding van enige wijziging uit hoofde van lid 2 van dit artikel, waarbij de... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.