Problematiek bijstandverlening zelfstandigen: schriftelijk overleg - Hoofdinhoud
Het ministerie van Financiën heeft een brief geschreven waarin mogelijke oplossingen verkend worden met betrekking tot de problematiek omtrent de bijstandsverlening voor zelfstandigen (Bbz). De Bbz verleent financiële bijstand aan starters en zelfstandig ondernemers. Bij de ontvangers hiervan kunnen problemen ontstaan omdat dit wordt meegeteld in het toetsingsinkomen voor de toeslagen. Dit leidt over dat jaar dus tot mogelijke terugvorderingen. Aukje de Vries stelde in het schriftelijk overleg hierover de volgende vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de verkenning oplossingsrichtingen inzake de problematiek van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz), maar hebben daarover nog wel een aantal vragen. De VVD is van mening dat er na jaren discussie nu snel een oplossing moet komen voor deze problematiek, want (voormalige) ondernemers ondervinden hiervan de negatieve gevolgen, die niet zo bedoeld zijn/waren.
Bij de “oplossing in de fiscaliteit” is in het bijzonder gekeken naar toepassing van eindheffing. Welke andere mogelijkheden zouden er eventueel anders nog zijn? En waarom zijn deze niet verkend dan wel waarom zijn deze afgevallen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er aan alle oplossingen voor- en nadelen zitten. Kan een indicatie gegeven worden van de administratieve kosten c.q. uitvoeringskosten van de verschillende varianten die zijn verkend? Zo nee, waarom niet, want bij een groot deel van de varianten wordt dit toch als nadeel bestempeld?
In de brief wordt aangegeven dat individuele gemeenten tot op heden hun eigen maatwerkoplossingen voor deze problematiek gevonden hebben. Om welke maatwerkoplossingen gaat het dan? Wat zijn de voor- en nadelen van deze maatwerkoplossingen? En waarom zijn die dan ook niet meegenomen c.q. afgewogen in deze verkenning om eventueel breed te implementeren? In hoeverre zijn er ook gemeenten die geen oplossing bieden? Zo ja, hoeveel?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de G3 bij de eindheffingsvariant bezwaren hebben aangevoerd dat de berekende loonheffing die door de gemeenten worden afgedragen, nu op de loonstrook van de Bbz - gerechtigden staan vermeld en zij deze mogelijk kunnen verrekenen. Wat is daarbij het probleem c.q. wat is daarvan het nadeel? Wat zou daar een oplossing voor kunnen?
Er zijn gemeenten die de verrekening van loonheffing als extra steun in de rug van Bbz-gerechtigden zien. Wat wordt daarmee bedoeld? Krijgen de Bbz-gerechtigden daardoor extra of meer geld (buiten de toeslagen)? Betekent dit een “dubbel” voordeel? Hoe zou dit eventueel opgelost kunnen worden?
De staatssecretaris kiest uiteindelijk voor de eindheffingsvariant. De gemeenten zijn daarover verdeeld. Wat zijn de redenen waarom de gemeenten verdeeld zijn?
Hoe snel kan de gekozen variant in wet- en regelgeving worden uitgewerkt? Lukt dit nog per 1 januari 2017? Zo nee, waarom niet?
Bij de eindheffingsvariant worden de hogere uitgaven van toeslagen vermeld. Waarom wordt dit alleen hier vermeld? In hoeverre geldt dit ook voor de andere oplossingen?