Weeklog: De SP is ook wel eens vóór Europese wetgeving

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 2 oktober 2016.

Als SP staan we bekend als eurokritisch en dat zijn we ook. Geen bemoeizucht uit Brussel en een einde aan het al 30-jaar oude verbond tussen de baasjes in Brussel en de multinationals. Aan de baantjes van ex-Eurocommissarissen Barroso, Kroes en nu ook de Deense Hedegaard bij grote financiële instellingen en bedrijven zie je waar dat toe leidt: een ongezonde belangenverstrengeling. Maar als SP werken we ook hard aan wetgeving die wél goed is voor gewone mensen, zoals de Europese wetgeving over rechtsbijstand die helpt in de strijd tegen klassenjustitie. Deze week wordt de uitkomst van de taaie onderhandelingen die ik hierover dit jaar voerde met de lidstaten, voorgelegd aan het Europees Parlement. Daar zijn we vóór.

Het klopt dat we als SP’ers in het Europees Parlement vaak tegen stemmen. Dat komt omdat we heel goed kijken welke belangen er achter alle moties en wetgeving schuilgaan. Heel vaak zijn dat de belangen van de multinationals. Ook stemmen we altijd tegen nog weer nieuwe bevoegdheden voor de Europese Commissie. Geen bevoegdheden erbij zonder dat de Nederlandse bevolking zich daar, liefst per referendum, over heeft kunnen uitspreken.

Maar er is ook een andere kant. Als rapporteur heb ik al heel wat moties op mijn naam kunnen schrijven en nu dan ook een wetgevend rapport over de richtlijn rechtsbijstand. Die is belangrijk: het wordt ermee bijvoorbeeld onmogelijk om in Nederland de sociale advocatuur kapot te bezuinigen. Als je als Nederlander wordt overgeleverd aan een andere lidstaat, dan weet je dat je ook daar recht op een advocaat hebt en op rechtsbijstand als je die zelf niet kunt betalen. En voor veel Oost-Europeanen betekent de richtlijn dat in die landen eindelijk een behoorlijk systeem van rechtsbijstand opgetuigd moet worden. Allemaal maatregelen die juist kwetsbare mensen ten goede komen.

Maar moet dit dan allemaal door ‘Brussel’ worden geregeld? In dit geval wel. Door de afschaffing van de controles aan de grenzen tussen de lidstaten, kunnen ook criminelen ‘vrij reizen’ door Europa. Dat heeft ertoe geleid dat landen nauwer zijn gaan samenwerken op het gebied van justitie en hebben uitgesproken dat ze vertrouwen hebben in elkaars rechtssysteem. Het vertrouwen gaat zo ver dat Nederlanders die in een andere lidstaat verdacht worden van een misdrijf, zonder zware inhoudelijke toets aan die lidstaat kunnen worden overgeleverd. Nu is vertrouwen goed, maar als blijkt dat de rechten die verdachten in andere lidstaten hebben, zwaar onder de maat zijn, dan kun je toch maar beter een bodem leggen onder dat vertrouwen. En daarom heb ik me graag ingezet voor de Europese wet die precies dat doet, en al helemaal omdat het hier gaat om bescherming tegen klassenjustitie. Volgende keer stem ik wel weer tegen, maar hier ben ik voor.