Europese verspilling - Hoofdinhoud
Het is al ruim twee decennia een jaarlijks terugkerend ritueel: de Europese Rekenkamer, die de EU-uitgaven controleert, keurt de Europese begroting af, dit jaar alweer voor de 22e keer. De Rekenkamer kwam op basis van een steekproef tot een foutenpercentage van 3.8%, terwijl de grens op 2% ligt. Omgerekend gaat het om 5.5 miljard die niet nuttig besteed wordt. Geen gering bedrag, maar mogelijk gaat het om nog meer geld. Alex Brenninkmeijer, lid van de Rekenkamer, stelt namelijk dat de steekproef een “vlooienspel” is en veel te klein om écht iets zinnigs te kunnen zeggen over de risico’s. Hij pleit er daarom voor om de steekproef te vergroten, of de methodologie zo aan te passen dat het percentage ook iets zegt over in welke landen en bij welke projecten de risico’s het grootst zijn. Zo kunnen de lidstaten er daadwerkelijk lering uit trekken. Nederland zou zich achter Brenninkmeijer’s pleidooi moeten scharen, omdat dergelijke verspilling het draagvlak onder de Europese Unie wegneemt. Gezien Nederland voorop liep in de discussie over het Meerjarig Financieel Kader van de EU, ligt de bal al voor het doel.