Weeklog: Vijf adviseurs van de Commissie krijgen macht over nationale begrotingen

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 23 oktober 2016.

Deze week maakte de Europese Commissie bekend dat ze ‘op een volledig transparante manier’ vijf leden had geselecteerd voor de adviescommissie over het nationale begrotingsbeleid, de zogeheten ‘European Fiscal Board’. Het Europees Parlement was bij de selectie niet betrokken. De nationale parlementen al helemaal niet. En zo is er weer een nieuw orgaan, ver weg van de burgers in Europa, die straks belangrijke adviezen gaat uitbrengen over de inrichting van de nationale begroting. De Commissie zal zich achter deze adviezen gaan verschuilen, als het haar ‘aanbevelingen’ aan de lidstaten doet. Met democratie en transparantie heeft dit echter niets te maken. Jammer dat zowel de Tweede Kamer als het EP dit zomaar laten gebeuren.

De voorzitter van de Europese Commissie, Juncker, had het samen met onder meer de voorzitter van de eurogroep, Dijsselbloem, in hun ‘five presidents report’ al aangekondigd: er zou een adviesraad komen, een soort super- CPB, die verantwoordelijk zou worden voor advisering van de Europese Commissie over het nationale begrotingsbeleid. Een paar jaar geleden zou je dit nog voor onmogelijk gehouden hebben: ‘Brussel’ dat zich in detail gaat bemoeien met de uitgaven voor zorg en onderwijs, met onze pensioenen, met de loonontwikkeling en noem maar op. Tegenwoordig kijken nog maar weinig mensen ervan op dat de Commissie gewoon op de stoel van de Tweede Kamer is gaan zitten. De eurofielen vinden het mooi en eurocritici vinden het alleen nog de zoveelste bevestiging van de bemoeizucht van Brussel.

Alle aandacht ging deze week uit naar de handelsverdragen en het gestuntel van Rutte over het Oekraïne verdrag, maar ondertussen verliep de presentatie van de nieuwe adviesraad van de Commissie bijna geruisloos. Dat was misschien ook wel de bedoeling van de Commissie. Als ze van tevoren overlegd had met de nationale parlementen en het Europees Parlement, was duidelijk geworden dat er misschien tegen een of meer van de leden, maar zeker tegen de adviesraad als zodanig nog heel wat protesten leefden, zo niet onder de volksvertegenwoordigers dan wel onder hun achterbannen. En het laatste wat je in dergelijke gevallen als Commissie wilt, is het ontstaan van een maatschappelijk debat hierover. Dus stelde de Commissie de adviesraad gewoon zelf in. Weliswaar konden alle geïnteresseerde wetenschappers zich inschrijven, maar aan de selectie kwam verder geen volksvertegenwoordiger te pas. Zolang we op dit pad doorgaan, zal de anti-EU stemming in de lidstaten alleen maar groter worden. Maar Juncker en de zijnen blijven geloven dat het allemaal wel mee zal vallen. Triest.