D66 en CDA: Van Rijn creëert schijnveiligheid met meldplicht - Hoofdinhoud
Staatssecretaris Van Rijn (PvdA, Volksgezondheid en Welzijn) voert een verkapte meldplicht voor kindermishandeling in met zijn voorstel voor een zogenaamd registratievereiste. Daarmee neemt de staatssecretaris grote risico's. Dat stellen Tweede Kamerleden Vera Bergkamp (D66) en Mona Keijzer (CDA).
Meldplicht leidt tot verborgen mishandeling
Van Rijn stelde eerder dat er geen meldplicht ingevoerd zou worden, maar via zijn beoogde wetswijziging bleek deze week dat hij hier toch voor kiest. Bergkamp: “Het invoeren van deze meldplicht brengt grote risico’s met zich mee. Uit andere landen blijkt dat een meldplicht niet tot minder kindermishandeling leidt en dat zou toch het doel moeten zijn. Een meldplicht leidt wel tot meer onnodige meldingen; artsen die vanuit een kramp alles maar melden uit angst voor vervolging of ouders die niet meer naar een professional durven te gaan omdat ze bang zijn voor wat er vervolgens mee gebeurt. Dit is wat ons betreft een zeer onwenselijk, uiteindelijk zullen kinderen hiervan de dupe worden.”
Veilig Thuis kampt met capaciteitsprobleem
Van Rijn wil dat in alle gevallen waarbij kindermishandeling niet uitgesloten kan worden, er een melding wordt gemaakt bij Veilig Thuis. Maar deze organisatie kampt nu al met lange wachtlijsten. Keijzer: "Zolang daar onvoldoende menskracht aanwezig is, vrees ik dat nieuwe meldingen als een speld in een hooiberg verdwijnen. Van Rijn moet zich focussen op het verbeteren van deze organisatie, zorgen dat er meer capaciteit en kunde komt. Dan kunnen we de meldingen die nu al binnenkomen goed verwerken en gooien we niet nog meer werk op de stapel bij Veilig Thuis waar de problemen nu al groot genoeg zijn."
De Kamerleden zullen morgen tijdens een debat in de Tweede Kamer voorstellen om een risico-taxatie te laten uitvoeren naar de mogelijke gevolgen voor kinderen bij het invoeren van deze wet.