Laat de kleuter weer fröbelen! - Hoofdinhoud
Met het verdwijnen van de kleuterschool en de speciale opleiding tot kleuterleerkracht in 1985 is het kleuteronderwijs steeds schoolser geworden. Waar tot die tijd het vrije spel en het volgen van de ontwikkeling centraal stonden, worden jonge kinderen nu onderworpen aan verplichte lesmethoden, formele leerdoelen en strenge kleutertoetsen. Dit type onderwijs past dan misschien in de huidige prestatiegerichte maatschappij, maar doet geen recht aan de ontwikkelingsfase waarin jonge kinderen zich bevinden. Dit moeten we dan ook niet willen. Want dit leidt ertoe dat kinderen getoetst worden op kennis en kunde die ze nog niet beheersen en waar ze dus vaak niet in slagen.
Met het verlies van een specifieke opleiding tot kleuterleerkracht is de kennis en aandacht voor de ontwikkelingsfasen van jonge kinderen op de achtergrond geraakt. Terwijl er zoveel valt te leren over de ontwikkeling van het jonge kind en over hoe die ontwikkeling het best gevolgd, gestimuleerd en begeleid kan worden.
Een kleuter is geen schoolkind. Maar helaas wordt hij wel vaak zo benaderd door beleidsmakers. De Onderwijsinspectie controleerde tot twee jaar geleden of scholen gebruik maakte van kleutertoetsen. In het rapport Onderwijs 2032 stelde Paul Schnabel, de auteur van het plan, voor om kleuters alvast verplicht Engels en Digitale Vaardigheden bij te brengen. Hoe verzint hij het vraag ik me dan af. En deze week debatteert de Tweede Kamer over het voornemen van staatssecretaris Dekker om het 'zittenblijven' onder kleuters in 2020 met 33% terug te brengen. Het lijkt erop alsof kinderen zo snel mogelijk klaargestoomd moeten worden voor de arbeidsmarkt. Of ze er nu klaar voor zijn of niet. Maar gras gaat niet harder groeien door er aan te trekken. En het kleuterbrein moet eerst voldoende ontwikkeld zijn, voordat het toe is aan letters stampen en sommen maken.
Het CDA wil af van de opgelegde methodedrang, formele leerdoelen en strenge kleutertoetsen. Beter is om de kleuterleerkracht meer zeggenschap te geven. Wij pleiten er dan ook voor om serieus te investeren in de opleiding voor kleuterleerkrachten. Enerzijds door huidige kleuterleerkrachten de mogelijkheid tot bijscholing te geven. En anderzijds door nieuwe leraren op de Pedagogische Academie na een algemeen jaar een driejarige specialisatie voor het jonge kind van nul tot zeven aan te bieden. Dat betekent dat er meer tijd beschikbaar komt om kennis op te doen over het ontwikkelingsniveau in de peuterfase, kleuterfase en de fase van het jonge schoolkind. Meer tijd om te kijken hoe het onderwijs ingericht moet worden om aan te sluiten bij waar het kind aan toe is. En meer tijd voor het opdoen van praktijkervaring. Beleidsmakers, onderwijsinspectie en schoolbesturen kunnen dan weer een stap terug doen om de kleuterleidsters weer de ruimte te geven. En het belangrijkste: de kleuter krijgt weer de ruimte om te spelen, te ravotten en te fröbelen.