Initiatiefwetsvoorstel om pensioenkortingen te voorkomen - Hoofdinhoud
Ik heb een initiatiefwetsontwerp ingediend om negatieve effecten voor de pensioensector van het monetaire verruimingsbeleid van de ECB in de komende jaren te voorkomen door een bodem van 2% te leggen in de disconteringsvoet. Het gaat er daarbij vooral om dat kortingen op pensioenaanspraken en uitkeringen worden vermeden.
Diverse maatschappelijke organisaties en politieke partijen hebben in de afgelopen periode al gewezen op de negatieve effecten van het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) voor pensioenfondsen en hun deelnemers, werkenden en gepensioneerden.
Ik heb namens 50PLUS een initiatiefwetsvoorstel ingediend om de negatieve effecten van het huidige monetaire beleid van de ECB voor gepensioneerden en actieve deelnemers van pensioenfondsen te beperken. Zolang de ECB de rente kunstmatig extreem laag houdt, zou bij de beoordeling van de vraag of een lage dekkingsgraad voor een pensioenfonds moet leiden tot verlaging van de uitkeringen en de aanspraken rekening moeten worden gehouden met deze uitzonderlijke situatie. Nu de rente zo laag is dat elke relatie met verwachte rendementen van pensioenfondsen is verbroken, moet voorkomen worden dat pensioenfondsen zich kunstmatig arm rekenen, nu en in de komende jaren. Blind toepassen van de regels van het financiële toetsingskader leidt tot onnodig ingrijpen in het eigendom van gepensioneerden en actieve deelnemers.
Kortingen voorkomen Het initiatiefwetsvoorstel van 50PLUS heeft tot doel kortingen op de pensioenen in de komende jaren te voorkomen zolang de ECB de rente kunstmatig laag houdt. Het voorstel maakt het mogelijk tijdelijk af te wijken van de huidige marktwaardering op basis van de risicovrije discontovoet in geval van gewijzigde economische omstandigheden. De IORP-pensioenrichtlijn biedt daarvoor de ruimte.
Tijdelijk minimumpercentage van 2% Uitgangspunt blijft dat alle pensioenfondsen hun verplichtingen vaststellen op basis van door De Nederlandsche Bank (DNB) gepubliceerde rentetermijnstructuur (RTS). In een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) moet nader worden uitgewerkt dat DNB in bijzondere economische omstandigheden een RTS dient te publiceren die niet alleen is gebaseerd op de risicovrije marktrente maar mede op de lange termijn structurele renteniveaus. De initiatiefnemer stelt daarom een minimumpercentage in de RTS van 2% voor, dat van toepassing is in een bijzondere economische omstandigheid zoals nu het beleid van Quantitative Easing (QE) van de ECB. Dit percentage wordt in de AMvB opgenomen. Het minimumpercentage van 2% maakt het pensioenstelsel minder rentegevoelig. Dat was ook het doel van het nieuwe Financieel Toetsingskader pensioenfondsen (FTK) van eind 2014; een doel dat echter niet werd bereikt door de scherp gedaalde rente sedertdien, veroorzaakt door het QE-beleid.
Kans op onnodige pensioenkortingen thans reëel De kunstmatig lage rente leidt nu eventueel tot pensioenkortingen die mogelijkerwijs achteraf onnodig blijken te zijn als de ECB stopt met het QE-beleid.
Snelle effectiviteit voorstel Het voorstel beoogt ook de tijdelijke buitenwerkingstelling van de beleidsdekkingsgraad, zolang het QE-beleid door de ECB wordt voortgezet. Ten behoeve van de snelle effectiviteit van het voorstel wordt voorgesteld dat pensioenfondsen - zolang het wetsvoorstel van toepassing is - binnen de FTK-regels uitgaan van de actuele dekkingsgraad in plaats van de beleidsdekkingsgraad voor het maken van hun financiële beleidsmaatregelen.