Radiocolumn december: internet, de wittebroodsweken zijn voorbij! - Hoofdinhoud
Op initiatief van het Europees Parlement hebben de Verenigde Naties een onafhankelijke organisatie gevormd, die het beheer van het internet heeft overgenomen van de VS. Zo is een stevige basis gelegd voor het behoud van een wereldwijd en open internet, waar ter wereld u ook bent. Als één van de vertegenwoordigers van Europa was ik onlangs op het jaarlijkse Internet Governance Forum. Op de agenda stonden de kansen en bedreigingen van het internet.
Wat wij nu kennen als het internet, een voor onze samenleving onmisbaar netwerk, ontstond veertig jaar geleden in de VS. Het World Wide Web, zoals het toen heette, was het resultaat van een samenspel tussen telecomdeskundigen en het Pentagon. Het is dan ook niet vreemd dat de Amerikaanse regering tot voor kort een doorslaggevende stem had bij de vraag wie toegang heeft tot het internet.
Deze situatie was naar de mening van het Europees Parlement niet langer houdbaar. Na lang aandringen is het ons gelukt een onafhankelijke organisatie te vormen, waarin vertegenwoordigers zitten uit alle werelddelen. Ondanks verzet van landen zoals China, Rusland en de Arabische staten is zo voorkomen dat elk land zelf kan bepalen wie en wat er op het internet kan.
Duidelijk is echter ook, dat de wittebroodsweken van het internet voorbij zijn. Sinds mijn bezoek aan het eerste Internet Governance Forum in 2006, is het internet een netwerk dat ons dagelijks leven voorgoed heeft beïnvloed. We versturen steeds meer informatie naar elkaar. Maar ook machines wisselen boodschappen uit, in wat bekend staat als de wereld van het ‘Internet of Things’.
Tegelijkertijd nemen de zorgen toe. Allereerst over onze privacy, die ondanks de wettelijke bescherming onder druk staat. Als consument zijn we daar mede schuldig aan door zonder enige terughoudendheid via allerlei (klanten)kaarten toestemming te geven onze gegevens voor diverse doeleinden te gebruiken. Ik werk daarom in het Europees Parlement aan consumentenrecht, dat uw positie als consument verheldert en versterkt.
Een tweede zorgpunt is de beveiliging van het internet. In deze snelgroeiende business wordt fors geïnvesteerd in het inbouwen van nieuwe technieken om het hacken van computers en smartphones moeilijker te maken. Maar ook onze overheid bereidt zich voor op het weerstaan van grootschalige aanvallen en het bestrijden van de zogenoemde cybercrime.
Een derde zorgpunt is het oneigenlijk gebruik van het internet. Ouders ervaren dit als hun kinderen chatten met onbekende personen die zich onder valse voorwendselen aandienen. Ook kennen we dit in de vorm van haatdragende teksten en andere verboden boodschappen die via Twitter of andere sociale media worden verspreid. Een actueel voorbeeld is het gebruik van het internet voor politieke doeleinden, zoals het verspreiden van ongefundeerde berichten vlak voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Is het internet ook van betekenis voor Brabant? Jazeker. Naast Eindhoven als Slimme Stad zet nu ook Den Bosch zich via een nieuwe opleiding voor het gebruik van Big Data op de kaart. Zelf heb ik over dit thema samen met CDA Statenlid Stijn Steenbakkers afgelopen voorjaar in Waalwijk een bijeenkomst belegd. Waarschijnlijk komt er een Brabants Data Science Platform.
U kan altijd mijn volledige radiocolumn lezen of terugluisteren naar het audiofragment. Geïnteresseerd in andere columns van mij? Klik hier.