Besluit (EU) 2017/38 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds

1.

Tekst

14.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/1080

 

BESLUIT (EU) 2017/38 VAN DE RAAD

van 28 oktober 2016

betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 91, artikel 100, lid 2, artikel 153, lid 2, artikel 192, lid 1, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Raad heeft de Commissie op 24 april 2009 gemachtigd onderhandelingen te openen over een Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) met Canada.

 

(2)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2017/37 (1) is de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (2) (de „overeenkomst”), op 30 oktober 2016 ondertekend.

 

(3)

Artikel 30.7, lid 3, van de overeenkomst voorziet in de mogelijkheid van voorlopige toepassing van de overeenkomst.

 

(4)

Delen van de overeenkomst die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, kunnen voorlopig worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de sluiting ervan.

 

(5)

Krachtens artikel 218, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan de Raad de Commissie machtigen om wijzigingen van bijlage 20-A bij de overeenkomst goed te keuren die overeenkomstig artikel 20.22 van de overeenkomst op aanbeveling van het Comité voor geografische aanduidingen voor de CETA moeten worden aangenomen door het Gemengd Comité voor de CETA, als beschreven in artikel 26.1 van de overeenkomst.

 

(6)

Overeenkomstig artikel 30.6, lid 1, van de overeenkomst houdt de overeenkomst geen rechten of verplichtingen in die rechtstreeks voor de rechterlijke instanties van de Unie of van de lidstaten kunnen worden ingeroepen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (de „overeenkomst”), wordt door de Unie voorlopig toegepast zoals bepaald in artikel 30.7, lid 3, ervan, in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de sluiting ervan, en onder voorbehoud van de volgende punten:
 

a)

enkel de volgende bepalingen van Hoofdstuk Acht van de overeenkomst (Investeringen) worden voorlopig toegepast, en enkel voor zover het gaat om directe buitenlandse investeringen:

 

artikelen 8.1 tot en met 8.8;

 

artikel 8.13;

 

artikel 8.15, met uitzondering van lid 3, en

 

artikel 8.16;

 

b)

de volgende bepalingen van Hoofdstuk Dertien van de overeenkomst (Financiële diensten) worden niet voorlopig toegepast voor zover het gaat om beleggingen in effecten, de bescherming van investeringen of de beslechting van investeringsgeschillen tussen investeerders en staten:

 

artikel 13.2, leden 3 en 4;

 

artikel 13.3 en artikel 13.4;

 

artikel 13.9, en

 

artikel 13.21;

 

c)

de volgende bepalingen van de overeenkomst worden niet voorlopig toegepast:

 

artikel 20.12;

 

artikel 27.3 en artikel 27.4, voor zover die artikelen betrekking hebben op administratieve procedures, toetsing en beroep op het niveau van de lidstaten;

 

artikel 28.7, lid 7;

 

d)

de voorlopige toepassing van de hoofdstukken 22, 23 en 24 eerbiedigt de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten.

  • 2. 
    Ter bepaling van de datum van voorlopige toepassing stelt de Raad de datum vast waarop de in artikel 30.7, lid 3, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving naar Canada moet worden verzonden.
  • 3. 
    De datum vanaf welke de overeenkomst voorlopig wordt toegepast, zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 2

Voor de toepassing van artikel 20.22 van de overeenkomst worden wijzigingen van bijlage 20-A bij de overeenkomst door besluiten van het Gemengd Comité voor de CETA namens de Unie goedgekeurd door de Commissie.

Indien in het kader van het krachtens artikel 20.19, lid 1, van de overeenkomst uitgevoerde onderzoek van de geografische aanduidingen een bezwaar is ontvangen en geen overeenstemming kan worden bereikt tussen de belanghebbenden, stelt de Commissie haar standpunt vast overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 57, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    LAJČÁK
 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2017/37 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
  • (2) 
    Zie bladzijde 23 van dit Publicatieblad.
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
 

2.

Verwante dossiers

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.