EU-voorstellen risicoreducerende maatregelen - Hoofdinhoud
De VVD vindt de inzet op de financiële stabiliteit van groot belang. Maatregelen om dat te bevorderen moeten internationaal worden genomen (niet alleen op Europees niveau, maar mondiaal), ook vanuit het oogpunt van een gelijk speelveld. De Europese Commissie komt nu met voorstellen over risicoreducerende maatregelen. Om die te beoordelen vindt de VVD de concurrentiepositie en de gevolgen voor de kredietverlening en de economie (en dus banen) van belang.
Aukje de Vries en Mark Harbers leverden de komend inbreng bij het schriftelijke overleg over dit onderwerp.
Kan aangegeven worden welke stappen gezet worden om het implementeren van deze maatregelen op mondiaal niveau te bevorderen worden gezet? Verder moet er gekeken worden naar de reële risico’s in tegenstelling tot bijvoorbeeld enkele van de gepresenteerde voorstellen in het kader van Basel 3,5 of 4 die dat niet dan wel onvoldoende doen.
De leden van de VVD-fractie willen weten wat de exacte en concrete gevolgen van de voorgestelde maatregelen en de Kabinetsinzet zijn voor de Nederlandse banken en financiële sector. Verder willen de leden weten wat de eventuele gevolgen voor de kredietverlening kunnen zijn, met name ook voor het MKB en de hypotheken.
Er worden nu voorstellen gepresenteerd voor het aanpassen van het herstel- en afwikkelkader en resolutiemechanisme van banken. Bij de redding van de Italiaanse banken zijn in de afgelopen tijd de huidige afspraken niet eens nagekomen. Wat is er nodig aan aanpassingen in de voorstellen om alle landen te dwingen de eerdere regels gewoon na te komen? Waarom is dit geen onderdeel van de huidige voorstellen? Kan aangegeven worden hoe in de toekomst voorkomen wordt dat er al te ‘creatieve’ manieren worden bedacht om om de Europese regels heen toch te bail-outen of op andere wijze private financiële problemen met publieke middelen op te lossen?
Wat betekent het precies dat de EC voorstelt de TLAC-standaard te implementeren in de EU-wetgeving en deze te laten versmelten met de MREL? Wat is het verschil met de huidige MREL? Hoe wordt afgeweken van de internationale TLAC-standaard?
Het Kabinet zal zich inzetten voor een aanscherping van het voorstel op het gebied van MREL. Waar gaat het Kabinet zich precies voor inzetten? In hoeverre wijkt dit af van de internationale afspraken? Waarom vindt het Kabinet de EC-voorstellen onvoldoende?
De VVD is het eens met het Kabinet dat voorkomen moet worden dat banken een prikkel hebben om in elkaars MREL-instrumenten te beleggen. Hoe kansrijk is een dergelijke aanpassing?
Waarom vindt het Kabinet het noodzakelijk dat de afwikkelingsautoriteit de discretionaire bevoegdheid krijgt om de MREL hoger vast te stellen dan tweemaal de kapitaalseisen? Wat vindt het Kabinet dan dat noodzakelijk is? Wat zijn de gevolgen van de Kabinetsinzet?
Het Kabinet acht het van belang dat mondiale systeembanken alleen onder bepaalde voorwaarden gebruik mogen maken van de mogelijkheid voor maximaal 3,5% risicogewogen activa aan senior obligaties mee te tellen in de TLAC. In hoeverre wijkt dit dan af van de internationale standaarden? Welke gevolgen heeft dit voor het mondiale gelijke speelveld? Waarom vindt het Kabinet dit nodig?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het moratorium op drie verschillende momenten kan worden toegepast. De ervaring leert, bijvoorbeeld bij SNS, dat de toezichthouder(s) vaak niet durven ingrijpen omdat dit een negatief versterkend effect kan hebben. Waarom gaan de stappen 1 en 2 wel werken in EU-verband? Hoe verschilt het EC-voorstel nu van de huidige Nederlandse praktijk?
De VVD is het eens met het Kabinet dat het van belang is om nader te specificeren onder welke omstandigheden een moratorium kan worden toegepast. Zekerheid en duidelijkheid is belangrijk op dit punt, evenals het op een gelijke manier inzetten van de instrumenten in de verschillende landen.
De EC stelt voor om de nationale insolventiewetgeving voor banken deels te harmoniseren. Wat is het verschil met de huidige Nederlandse wetgeving op dit punt? Wat zijn de gevolgen van de EC-voorstellen voor de Nederlandse wetgeving en voor crediteuren?
De EC introduceert een geharmoniseerde minimum leverage ratio eis van 3%. Nederland heeft een eenzijdige eis van 4% voor haar systeemrelevante banken. De VVD was zoals bekend daar geen voorstander van in verband met het gelijke speelveld. Waarom is er geen bereidheid, mede met het oog op het gelijke speelveld, de Nederlandse eis aan te passen aan de EC-voorstellen? Waarom is het niet gelukt om in de EC een vergelijkbare eis te introduceren als in Nederland nu geldt, zodat op die wijze weer een gelijk speelveld kan worden gecreëerd?
Waarom wordt een voorschot genomen op de definitieve Bazelse leverage ratio definitie? Als straks blijkt dat de Bazelse definitie toch anders wordt, wordt deze dan in EU-verband ook weer aangepast? Zo nee, waarom niet?
Wat houdt de materiële uitzondering op de leverage ratio met betrekking tot de publieke sector ontwikkelingsbanken precies in? Wanneer is iets een publieke sector ontwikkelingsbank? Welke Nederlandse banken vallen daaronder? Welke gevolgen heeft dit voor de desbetreffende banken? NWB, BNG en FMO moeten in Nederland wel voldoen aan 3%. Blijft dit ook zo met de nieuwe EC-voorstellen? Zo nee, waarom niet? Waarom moet volgens het Kabinet voor Nederlandse sectorbanken afgeweken worden van de afspraken over het leverage ratio? In de sectorbanken zitten toch ook risico’s?
Wat wil het Kabinet nu precies anders in relatie tot het punt NSFR/handelsboek? De EC wil mogelijke negatieve effecten op de marktliquiditeit en de markt voor gedekte obligaties beperken. In hoeverre onderschrijft het Kabinet dit ook?
De VVD is altijd een groot voorstander van proportionaliteit van de regelgeving. Onduidelijk is nog wat de exacte voorstellen van de EC hiervoor zijn en of dit voldoende is. Kan aangegeven worden wat de voorstellen zijn? In hoeverre sluiten deze aan bij voorstellen zoals de bankvergunning light? En in hoeverre worden de vrijstellingsgrenzen verhoogd? Zo nee, waarom worden deze niet verhoogd met het oog op de proportionaliteit?
De VVD is blij met de uitbreiding van de gunstige behandeling van MKB-kredieten en de introductie van een gelijksoortige factor voor infrastructuurkredieten. De kredietverlening van banken aan het MKB blijkt namelijk lastig. En alhoewel de VVD ook sterk inzet op alternatieve financieringsvormen voor het MKB, zullen de banken in Nederland de komende tijd nog een zeer belangrijke financier van het MKB zijn en blijven. Waarom ziet het Kabinet dit niet zo, gelet op de Kabinetsreactie? Wat zou volgens het Kabinet wel effectief zijn op dit punt?
De VVD vindt het een goede zaak dat de Europese Commissie nu eindelijk met een voorstel komt om Nederlandse kredietunies uit te zonderen van de reikwijdte van het Europese kapitaaleisenraamwerk.
De leden van de VVD-fractie lezen dat volgens het Kabinet het kapitaaleisenraamwerk reeds goede regels bevat voor pijler II en dat Nederland de verheldering van deze regels verwelkomt. Aansluitend stelt het Kabinet: “Dit geldt niet voor de preferentie die aan AT1-coupons wordt toegekend en het siganaal dat daarvan uitgaat.” Wat houdt dit precies in? Wat wordt hiermee bedoeld? Waarom vindt het Kabinet dit?
De VVD ziet het EC-voorstel voor het aanpassen van de beloningsregels als een goede ontwikkeling in relatie tot de proportionaliteit van de regelgeving. Bepaalde regels worden afgeschaft voor kleine, niet-complexe banken en bij alle banken voor medewerkers met lage variabele beloningen. Welke gevolgen hebben de EC-voorstellen voor de beloningen voor de wet- en regelgeving op het gebied van beloningen in Nederland? Tot welke aanpassingen gaat dit leiden in de Nederlandse wet- en regelgeving?
De leden van de VVD-fractie lezen met tevredenheid dat het Kabinet van mening is dat de voorgestelde maatregelen nog geen reden zijn om te komen tot eventuele risico-deling. Het Kabinet meent dat risicoreducerende maatregelen eerst overeengekomen moeten zijn voordat overgegaan kan worden tot besluiten over eventuele risicodeling. De VVD onderschrijft dit. Is het Kabinet het echter ook met de VVD eens dat implementatie net zo belangrijk is als het puur ‘overeenkomen’ van maatregelen, en dat dit dus ook een voorwaarde moet zijn voordat er nagedacht wordt over eventuele risicodeling? Als we zien hoe er nu wordt gehandeld bij de redding van de Italiaanse banken is er wat betreft de VVD geen enkele aanleiding om tot eventuele risico-deling over te gaanhet Kabinet deze conclusie? Is het Kabinet van mening dat eventuele risicodeling, zoals een Europees Depositogarantiestelsel, alleen in het uiterste geval en als sluitstuk van de bankenunie gezien kunnen worden, en dus alleen nadat de huidige risicoreducerende maatregelen zich in de praktijk hebben bewezen?
Het Kabinet wacht verdere voorstellen voor risicoreductie toe. De VVD juicht dit toe. Kan het Kabinet aangeven welke verdere maatregelen verwacht worden. Wanneer verwacht het Kabinet bijvoorbeeld concrete plannen over de risicoweging van staatsobligaties op bankbalansen en het oplossen van het probleem met non-performing loans?
De leden van de VVD vragen zich af welke maatregelen genomen worden om ervoor te zorgen dat de terechte risicoreductie niet, of zo min mogelijk, ten koste gaat van de kredietverlening van banken. De VVD vraagt het Kabinet scherp toe te zien op mogelijke vormen van overregulering, die de kredietverlening en de economische groei kunnen schaden.
Hoe schat de minister de totale impact in van deze voorstellen van de Europese Commissie op de banken? Kan daarbij specifiek worden gelet op de impact op de kapitaalpositie?
Per 1 januari 2018 dienen banken te voldoen aan de eisen in het kader van de zogenaamde Mimimum Required Eligible Liabilities (MREL). Daarvoor is het nodig dat op Europees niveau de mogelijkheid geschapen wordt voor de uitgifte van een extra laag achtergesteld vreemd vermogen (senior unsecured), die per 1 juli 2017 gereed moet zijn. Hoe kijkt de minister naar dat tijdstraject? Is dit goed haalbaar? En kan hij eventueel opties overwegen om sneller met het traject te starten?