Mijn Valentijnswens - Hoofdinhoud
Vandaag is het Valentijnsdag. Velen dubben of ze het aandurven om iets van zich te laten horen. Is de liefde wederzijds? Sommige durfals denken: niet geschoten, altijd mis. Maar voor de meesten is het wikken en wegen: durf ik het aan om de liefde aan iemand te verklaren?
Op middelbare scholen gieren de zenuwen dezer dagen misschien wel het hardst door het lijf. Zelf was ik er in die tijd er wel uit: ik werd verliefd op jongens. Maar dat zeggen, deed ik niet. Laat staan dat ik het aandurfde iemand een kaart of bericht te sturen. En andersom maakte ik het ook min of meer onmogelijk. Ik zorgde er wel voor om daar geen enkele aanleiding toe te geven.
Ik moest hieraan denken toen ik de recente cijfers zag die pubers hun leven geven. Zitten hetero’s gemiddeld tegen de acht, homo’s geven hun leven een mager zesje. Homoseksuele jongeren plegen vijf maal vaker zelfmoord.
Een keiharde waarheid.
Natuurlijk heeft dat te maken met de worsteling, de zoektocht naar de eigen identiteit. De acceptatie door de omgeving, de schaamte wellicht en het besluit op welk moment uit de kast te komen.Maar dat is in Nederland toch geen probleem meer? We zijn toch het tolerantste land van de wereld?
Ja we zijn heel tolerant en daar ben ik trots op. Het eerste land ter wereld dat het huwelijk van mensen met hetzelfde geslacht invoerde!
Maar we moeten onze ogen open houden voor de problemen die er nog altijd zijn.
Meester Mark vertelde in het AD dat hij er bewust voor koos niet te vertellen aan zijn leerlingen dat hij samenleeft met een man. En hiermee helaas het beeld in stand hield dat alleen hetero’s normaal zijn. ‘Homo’ dat het meest gebruikte scheldwoord in klassen is. Vele jongeren worden gepest. Geweld in het uitgaansleven dat zich soms expliciet tegen homo’s richt.
En het gebeurt ook onbewust. Zelf ging ik onlangs mee met het COC om te spreken met scholieren over seksualiteit. En waar velen, zeker op het VWO, zeiden heel open en tolerant te zijn, blijkt bij doorvragen nog veel onder de oppervlakte te schuilen. ‘Ik heb er geen problemen mee, maar op de hockeyclub komt het gelukkig niet voor.’
En wat ikzelf nog altijd kwetsend vind, is het als lollig bedoelde lied ‘Als je nou niet springt, ben je een homofiel.’ Hoewel ik ervan overtuigd ben dat de makers er geen kwaad mee in de zin hebben, raakt het me. Een café of plein vol mensen dat zingt: ‘Wie nou niet springt is homofiel’.
Ik zie ze dan voor me: middelbare scholieren, studenten en anderen die nog worstelen. Ik zie me, zoals ik zelf toen was. Je springt maar mee om nog even de schijn op te houden. Als een boer met kiespijn. En schuift ‘het vertellen’ nog maar weer een paar maanden op.
Het is een klein voorbeeld. Maar homo-onvriendelijkheid zit nog altijd dieper in onze samenleving dan we zelf beseffen. Bij sportclubs, onder studenten en ook op het werk.
Het is mooi en goed dat een brede roze coalitie van politieke partijen betere wetgeving steunt om acceptatie van homo’s te verbeteren.Om bijvoorbeeld in artikel 1 van de grondwet de discriminatie van homo’s expliciet te verbieden.
Maar uiteindelijk moet het komen van dagelijks gedrag.
Het bewustzijn van wat je zegt of doet en de impact die het heeft op een ander. Als iedere café-eigenaar, iedere medescholier, iedere collega, daar iets meer over nadenkt, ben ik ervan overtuigd dat we een nog fijner, toleranter en liefdevoller land kunnen worden.
Dat is mijn Valentijnswens voor komend jaar. Een heel fijn Valentijn!