Passend onderwijs dat wél past - Hoofdinhoud
Passend onderwijs is de decentralisatie die door deze VVD/PvdA-regering werd ingevoerd met het doel bureaucratie te verminderen en de thuiszitters-problematiek aan te pakken. De financiële 'rugzakjes' die ouders van kwetsbare kinderen kregen, komen niet langer mee met het kind. Het geld voor extra inzet op scholen wordt sindsdien verdeeld via regionale samenwerkingsverbanden.
Passend onderwijs is de decentralisatie die door deze VVD/PvdA-regering werd ingevoerd met het doel bureaucratie te verminderen en de thuiszitters-problematiek aan te pakken. De financiële 'rugzakjes' die ouders van kwetsbare kinderen kregen, komen niet langer mee met het kind. Het geld voor extra inzet op scholen wordt sindsdien verdeeld via regionale samenwerkingsverbanden. Natuurlijk ging ook deze decentralisatie oorspronkelijk gepaard met een forse bezuiniging (dat was de essentie van alle decentralisaties onder Rutte I en II), maar dankzij de ChristenUnie kon worden voorkomen dat er geld afging. Er is niet bezuinigd op passend onderwijs, wel is de hoeveelheid geld voor passend onderwijs bevroren op het niveau van 2012.
En daar is in de beeldvorming iets vreselijk fout gegaan. De regering heeft gezegd: ieder kind heeft recht op passend onderwijs. Maar hoe kan je dat beweren als je de middelen bevriest en onafhankelijk maakt van het werkelijke aantal kwetsbare kinderen? De maatschappelijke problematiek neemt toe, met name het aantal kinderen met gedragsproblematiek stijgt. Dat was namelijk juist het probleem dat VVD-staatssecretaris Sander Dekker moest oplossen: krijg de stijgende kosten voor de 'rugzakjes' weer in de hand. En dat is hem gelukt met deze boekhoudkundige decentralisatie, die echter ook alle andere categorieën raakt en niet alleen de gedragsproblematiek.
Op 13 februari was ik op werkbezoek in de regio Noord-Veluwe (o.a. Harderwijk, Nunspeet en Elburg) om verschillende scholen en instanties te bezoeken die intensief samenwerken om ook in dit nieuwe systeem passend onderwijs voor leerlingen mogelijk te maken. Ik was onder de indruk van de gedrevenheid en passie waarmee deze onderwijsprofessionals samenwerken om ervoor te zorgen dat er geen kinderen tussen wal en schip vallen. Zelfs aan een tafel met alleen directeuren, bestuurders en managers, viel het me op dat ze precies wisten waar ze het over hadden. Toen de manager van het MBO mij vertelde over een jongen die uit een sociaal zwak gezin komt maar die nu het voortouw neemt als stagiair bij een bedrijf, riep de directeur van de Praktijkschool: "oh, je bedoelt Robert!". En zo gebeurde het nog tweemaal dat een van de gesprekspartners een voorbeeld noemde van een situatie waarbij een van de anderen direct wist over welk kind het ging. En dan praten we over leiders van grote organisaties (honderden leerlingen) verspreid over Harderwijk, Elburg, Nunspeet en Ermelo, met een verzorgingsgebied van Lelystad tot Raalte.
Het geheim? Ze kennen elkaar, ze kennen de leerlingen én ze laten niet los voordat er een oplossing is waar het kind baat bij heeft. Geen geklaag over doorzettingsmacht, bestuurslagen, administratie - en zelfs niet over geld. Gewoon het kind centraal. Dan kán het. Passend onderwijs dat wél past.