Over vrijheid kan je niet polderen - Hoofdinhoud
Toen ik een paar dagen geleden als Amsterdams raadslid vragen stelde
aan de Burgemeester over hakenkruisen, jihadteksten en bedreigingen
richting journalisten vooraf en tijdens een pro- Gaza demonstratie in
Amsterdam, kreeg ik op social media de vraag of ik mij als liberaal
wel genoeg druk maakte om de vrijheid van meningsuiting en het recht
op demonstratie. Daar waar ik toen nog rustig probeerde toe te
lichten waarom ik het zo belangrijk vind dat we in dit land heel
duidelijk en heel helder, zodat het niemand kan ontgaan, ons moeten
uitspreken over dergelijke fascistische en gevaarlijke uitingen, en
dat deze weinig te maken hebben met grondrechtelijke vrijheden,
ben ik het stadium van nuance op dit moment ver voorbij.
Laat ik u hier haarfijn uitleggen waar de grenzen van vrijheid van
meningsuiting en het recht op demonstratie eindigen:
-
-Het eindigt daar waar men met hakenkruisen rondloopt
-
-Het eindigt daar waar men met z’n allen “Dood aan Joden” scandeert
-
-Het eindigt daar waar men met ISIS vlaggen en jihadteksten
oproept tot brute geweld en terreur
-
-Het eindigt daar waar men met bivakmutsen, onherkenbaar mee
demonstreert
-
-Het eindigt daar waar men journalisten met naam en toenaam bedreigt
Op het moment dat dit op onze straten gebeurt en wij als land eerst
hier een goed gesprek over willen voeren, zonder meteen in te grijpen
en deze strafbare zaken aan te pakken, zijn wij echt de kluts kwijt.
Dan wordt het tijd om terug te gaan naar de fundamenten van de
rechtstaat. Wij zijn allen gelijk en dienen gelijk te worden
behandeld, en we hebben allemaal het recht om in vrijheid te leven.
Maar let op; deze rechten en vrijheden zijn niet absoluut. Ieders
vrijheid eindigt bij de vrijheid van de ander. Zo simpel is het. Daar
valt niet over te polderen.