Kabinet faalt in vergrijzingsvraagstuk - Hoofdinhoud
De missie begon veelbelovend. Met het kabinetsmotto 'Meer werk, minder regels' kon Nederland zich klaarmaken voor een daadwerkelijk nieuwe economie,
waarin de fiscale voordelen voor een vroeg pensioen in ieder geval geen plaats meer zouden hebben. Het kabinet Balkenende II zag in dat het onvermijdelijk is om mensen langer door te laten werken omdat de kar anders binnen afzienbare tijd door te weinig mensen getrokken moet worden. Ook werd de levensloopregeling gecreëerd, waarmee het indelen van arbeidsvrije jaren een persoonlijke verantwoordelijkheid wordt. Stoppen met werken voor het 65e levensjaar kan daarmee nog steeds, maar dan door zelf te sparen.
De bekendmaking van de kabinetsplannen ging als vanzelfsprekend gepaard met een storm van protest, vooral vanuit de vakbonden FNV, CNV en MHP. Het land stond op zijn kop met als climax de demonstratie van 200.000 mensen die met vakbondstreinkaartjes naar het museumplein in Amsterdam waren gereisd. De bonden zagen vooral de nadelen voor hun verouderde ledenbestand en schreeuwden moord en brand over de hen afgenomen rechten. Ondanks de stevige voornemens zwichtte het kabinet voor de druk van de bonden en liet in het sociaal akkoord ruimte over om de genomen maatregelen tijdens de CAO-onderhandelingen van het voorjaar 2005 deels te repareren.
Als het kabinet vooraf al van plan is geweest om zich neer te leggen bij de eisen van FNV en CNV, dan had dit beter eerder kunnen gebeuren. De hele mêlee van stakingen in het najaar heeft immers alleen maar tot maatschappelijke onrust geleid en daarmee de toch al kwakkelende economie er niet stabieler op gemaakt.
Bij de CAO-onderhandelingen hebben de vakbonden ruimschoots gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te voorkomen dat mensen veel langer moeten doorwerken door in het overgrote deel van de arbeidsovereenkomsten extra regelingen te creëeren voor alle werknemers ouder dan 45 jaar. Daarmeehebben Jongerius c.s.opnieuw laten blijken uitstekend te kunnen zorgen voor de pensioenen van hun overwegend oude ledenbestand. Een groter verwijt treft echter het kabinet: waar de bonden opkomen voor hun leden, is het kabinet er niet in geslaagd om Nederland te overtuigen van het belang van een economie waarin iedereen langer doorwerkt. Het kabinetsstandpunt heeft de druk van FNV en CNV niet kunnen weerstaan, zoals nog eens pijnlijk duidelijk werd tijdens de onderhandelingen over een nieuwe cao voor ambtenaren. Hoewel de regering een harde stem heeft in de onderhandelingen voor de cao, trok de vakbond toch aan het langste eind. Er is niets terecht gekomen van het verhogen van de pensioenleeftijd. De ambtenaren gaan welgeteld twee maanden langer doorwerken, een wel heel treurig antwoord op de problemen die een vergrijzende bevolking met zich mee brengt.
De grote slachtoffers van de mislukte missie van het kabinet zijn de jongeren. Zij zullen nu op elk gebied de prijs gaan betalen voor dit beleid. Allereerst zullen zij eenvoudigweg de lasten moeten dragen van een grote oude generatie, die gefinancierd moet worden met AOW en ziektekosten. Ook moeten zij meebetalen aan regelingen waar ze zelf nooit van zullen profiteren, omdat er voor hen geen sprake zal zijn van riante uittredingsregelingen. Als laatste zal de toekomstige generatie bestuurders ervoor moeten zorgen dat er wel langer doorgewerkt wordt. Enige voordeel is dat de grond voor deze maatregelen over een paar decennia een stuk groter zal zijn; de kosten voor de vergrijzing zullen dan immers direct voelbaar zijn in de portemonnee van de werkende Nederlanders.
Het kabinet heeft dus niet gedaan wat het beloofd heeft bij zijn aantreden in 2003: Nederland klaarmaken voor een vergrijzende bevolking. Gevolg is dat het kabinet wederom, ondanks de beloftes van 2003, de jongeren van nu met de problemen van de toekomst opzadelt. ‘Meer werk, minder regels’ is voorlopig slechts uitgemond in twee maanden langer werken, en om dat te bewerkstelligen, weer heel veel nieuwe regels. Laten we hopen dat er de komende jaren nog eens een moment waarop de betrokken ministers wél daadkracht tonen, anders wordt het probleem voor de jongere generatie alleen maar groter.
Anita Vink en Jan Paternotte, voormalig portefeuillehouder Sociale Zekerheid en voormalig Voorzitter van de Jonge Democraten.
Medeondertekend door voormalig CDJA-voorzitter Ronald van Bruchem
Dit opinieartikel verscheen op 25 augustus 2005 in het Parool