Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012

1.

Tekst

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 2.5.2017

COM(2017) 256 final

2017/0086(COD)

Nalevingspakket

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012

(Voor de EER relevante tekst)

{SWD(2017) 211 final}

{SWD(2017) 212 final}

{SWD(2017) 213 final}

{SWD(2017) 214 final}

TOELICHTING

  • 1. 
    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
  •  
    Motivering en doel van het voorstel

De eengemaakte markt is een van de belangrijke verwezenlijkingen van Europa en speelt een centrale rol in de economie van de Europese Unie. De eengemaakte markt zorgt voor een vrijer verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal, waardoor nieuwe kansen ontstaan voor burgers, werknemers, consumenten en bedrijven. Voor Europa levert dit nieuwe banen en duurzame groei op. De Europese Raad heeft herhaaldelijk bevestigd dat de eengemaakte markt voltooid moet worden 1 .

Het creëren van een diepere en eerlijkere interne markt is een van de tien hoofdprioriteiten van de Commissie-Juncker, evenals de ontwikkeling van de digitale interne markt. In dit initiatief, waarmee een belangrijke maatregel van de strategie van de Commissie voor de eengemaakte markt uit november 2016 ten uitvoer wordt gelegd, komen beide prioriteiten samen. Doel is de mogelijkheden van nieuwe digitale hulpmiddelen optimaal te benutten om bedrijven te helpen de kansen te benutten van een markt waarbinnen 500 miljoen burgers in elk EU-land kunnen reizen, werken en studeren.

Burgers en bedrijven die naar een ander EU-land willen verhuizen of daar producten willen verkopen of diensten willen verlenen, stuiten op aanzienlijke belemmeringen. Het online vinden van relevante, accurate en begrijpelijke informatie, alsook onlinetoegang tot administratieve procedures, zijn cruciaal voor degenen die willen profiteren van de voordelen van de eengemaakte markt. Als deze mogelijkheden er al zijn, is het momenteel veelal een ingewikkelde, tijdrovende en dure aangelegenheid.

Wanneer burgers en bedrijven naar een andere lidstaat reizen of in een andere lidstaat werken, wonen of zakendoen, moeten zij aan de nationale voorschriften voldoen. Daarom is het essentieel dat zij geïnformeerd zijn over de toepasselijke voorschriften, de juiste ondersteunende diensten kunnen vinden en niet op onnodige belemmeringen stuiten wanneer zij te maken hebben met nationale overheidsdiensten om ervoor te zorgen dat zij aan de relevante voorschriften voldoen.

Als er in eigen land al onlineprocedures voor burgers beschikbaar zijn, dan zijn die doorgaans niet zomaar beschikbaar voor EU-burgers uit andere lidstaten.

Meer in het algemeen kunnen open, efficiënte en inclusieve overheidsdiensten met ambitieuze e-overheidsbenaderingen, die over de grenzen heen gebruikersvriendelijke en volledig digitale overheidsdiensten op maat bieden, aanzienlijke voordelen voor alle Europeanen opleveren. Dit heeft grote gevolgen voor het leven van burgers en de activiteiten van bedrijven in zowel hun eigen land als daarbuiten. Burgers en bedrijven profiteren echter nog niet ten volle van de digitale diensten die overal in de EU probleemloos beschikbaar zouden moeten zijn. Digitale technologieën kunnen, als geïntegreerd onderdeel van de modernisering van de overheid, aanzienlijke economische en sociale voordelen voor Europese burgers en voor de samenleving als geheel opleveren.

De digitalisering van de overheid is een belangrijke sleutel tot het succes van de interne markt.

De digitale toegangspoort zal hier een rol in spelen door EU-burgers en bedrijven gecentraliseerd toegang te geven tot alle informatie die zij nodig hebben om hun rechten op mobiliteit binnen de EU uit te oefenen. Ook zal de digitale toegangspoort op niet-discriminerende wijze volledig toegang bieden tot onlineprocedures: als een procedure voor een ingezetene van een lidstaat beschikbaar is, moet die ook toegankelijk zijn voor gebruikers uit andere lidstaten. De lidstaten worden verplicht volledige onlinetoegang te bieden tot de belangrijkste en meest gebruikte procedures. Zij krijgen een sterke stimulans om ambitieuze grensoverschrijdende en nationale e-overheidsstrategieën vast te stellen, zodat EU-burgers en bedrijven volledig kunnen profiteren van de beschikbare technologische ontwikkelingen.

De digitalisering biedt grote mogelijkheden om de tijdsduur en de kosten van het verkrijgen van informatie en het doorlopen van administratieve procedures te beperken. Vandaag de dag verwachten burgers en bedrijven van de overheid dat zij even gebruikersvriendelijke en intuïtieve oplossingen biedt als de particuliere sector.

Snellere en goedkopere digitale overheidsdiensten, waarbij de gebruiker centraal staat, vergroten het concurrentievermogen van de EU en maken de EU tot een aantrekkelijkere plaats om te wonen, werken en investeren. Het online vinden van relevante, accurate en begrijpelijke informatie, alsook onlinetoegang tot administratieve procedures, zijn voor zowel burgers als bedrijven cruciaal.

Bedrijven besteden vaak een aanzienlijk deel van hun capaciteit om te achterhalen welke voorschriften en procedures zij bij de uitoefening van hun activiteit moeten toepassen. Grote bedrijven kunnen speciale medewerkers in dienst nemen om informatie te verzamelen en procedures te doorlopen. Voor kleine en middelgrote ondernemingen en starters kan dit een aanzienlijke belemmering vormen. In een recente studie is berekend dat bedrijven jaarlijks 170 miljoen euro kunnen uitsparen als acht belangrijke procedures volledig, dus ook voor grensoverschrijdende gebruikers, online beschikbaar zouden zijn. Als op internet zeer toegankelijke informatie van hoge kwaliteit beschikbaar zou zijn, kunnen zij volgens een recente studie 2 11 tot 55 miljard euro uitsparen voor onderzoek naar negen relevante onderwerpen voordat grensoverschrijdende activiteiten worden ontplooid. In een interne markt van 28 lidstaten nemen de kosten van het vergaren van informatie snel toe en worden kleinere bedrijven onevenredig hard getroffen, waardoor zij er veelal van afzien kansen buiten hun eigen markt te onderzoeken.

Ook voor burgers is het in grensoverschrijdend verband moeilijker om snel accurate informatie over belangrijke praktische aspecten te vinden, bijvoorbeeld over de manier waarop zij zich als inwoner kunnen registreren, hun beroepskwalificaties kunnen laten erkennen, kinderen op school kunnen inschrijven, hun auto kunnen laten registreren, pensioen kunnen ontvangen enz.

Bovendien verwachten burgers en bedrijven terecht dat zij accurate, volledige en actuele informatie krijgen. Om daadwerkelijk van nut te kunnen zijn, moeten antwoorden snel worden gegeven en relevant zijn. Bovendien is het voor grensoverschrijdende activiteiten van groot belang dat de informatie in verschillende talen beschikbaar is.

Het vinden van duidelijke en volledige informatie over de geldende voorschriften is slechts een eerste stap. Om aan de voorschriften te voldoen, moeten administratieve procedures worden doorlopen. Door de belangrijkste procedures te digitaliseren, dalen de nalevingskosten en stijgt de naleving van de toepasselijke voorschriften.

Specifieke praktische belemmeringen in verband met de toegang tot onlineprocedures en informatie uit een andere lidstaat die Europese burgers en bedrijven hebben gemeld, moeten worden aangepakt. Enkele voorbeelden hiervan zijn het ontbreken van informatie en formulieren in verschillende talen, het gebruik van velden in formulieren die alleen binnenlandse gegevens accepteren, het alleen accepteren van nationale identificatiemiddelen en het alleen accepteren van de betaling van vergoedingen of terugbetaling via nationale betaalsystemen.

Een ander belangrijk struikelblok dat vaak is genoemd, betreft de grensoverschrijdende indiening van bewijzen in het kader van een procedure. Lidstaten verlangen, met name van buitenlandse indieners, vaak gecertificeerde (vertaalde) en gewaarmerkte documenten of gegevens. Enkele lidstaten hebben zelf al nationale oplossingen ingevoerd waarbij de gegevens slechts een keer hoeven te worden ingediend en tussen nationale basisregisters onderling worden uitgewisseld, maar de digitalisering is nog niet afgerond. Bovendien is nog geen grensoverschrijdende uitwisseling mogelijk.

Ten slotte is 92 % van de consumenten en bedrijven niet op de hoogte van het bestaan van onlinediensten op Europees niveau waarvan zij gebruik kunnen maken bij problemen. Het gebruik van deze diensten is momenteel laag. De diensten zijn versnipperd en van wisselende kwaliteit en beschikken vaak niet over mechanismen voor gebruikersreacties.

De EU heeft in het verleden al een aantal stappen ondernomen om al deze aspecten aan te pakken, waarbij het meestal om een sectorgebonden aanpak ging: er zijn eenloketten voor diensten opgericht, productcontactpunten en productcontactpunten voor de bouw op het gebied van goederen, assistentiecentra voor beroepskwalificaties, consumentencentra enz. Deze diensten zijn gewoonlijk niet aan elkaar gekoppeld en door het beperkte aandachtsgebied genieten zij meestal geen grote bekendheid en kunnen gebruikers ze mogelijk niet vinden als zij er behoefte aan hebben. Het huidige aanbod van online-informatie, ondersteunende diensten en onlineprocedures voor burgers en bedrijven is onvoldoende op de behoeften van de gebruikers afgestemd.

Er is al vaak op gewezen dat de hierboven beschreven problemen op systematische en doeltreffende wijze zouden moeten worden aangepakt en deze aanpak wordt door burgers, bedrijven en de lidstaten sterk gesteund:

·in het verslag uit 2014 van de groep op hoog niveau voor zakelijke dienstverlening 3 , in resoluties van het Europees Parlement en in verschillende mededelingen van de Commissie is gevraagd om een vollediger, gebruikersvriendelijk informatie- en bijstandspakket om bedrijven wegwijs te maken op de interne markt. Voorgesteld werd de bestaande platforms en contactpunten te verbeteren, of over te gaan tot een meer ingrijpende samenvoeging van alle bestaande platforms en contactpunten tot één „one-stop shop”;

·in de conclusies van de Raad Concurrentievermogen uit maart 2015 over beleid voor de eengemaakte markt werd gevraagd om een politieke toezegging om „de instrumenten voor de eengemaakte markt [...] te versterken en te stroomlijnen om beter te voldoen aan de behoeften van het bedrijfsleven en de burgers in hun grensoverschrijdende activiteiten”. Deze oproep werd in februari 2016 door de Raad Concurrentievermogen herhaald, toen hij „ingenomen [was] met het concept van één digitale toegangspoort, die [...] op de behoeften van start-ups zou zijn afgestemd”;

·in 2015 kondigde de Commissie in de strategie voor de digitale eengemaakte markt en de strategie voor de eengemaakte markt het voornemen aan de hierboven genoemde problemen aan te pakken door middel van één digitale toegangspoort, die ook een belangrijke plaats inneemt in het actieplan inzake e-overheid 4 , waarin acties zijn opgenomen om de digitalisering van de overheidsdiensten te versnellen;

·in januari 2016 heeft het Europees Parlement opgeroepen tot de ontwikkeling van een alomvattende gemeenschappelijke digitale toegangspoort als één volledig digitaal proces waarmee bedrijven kunnen worden opgericht en in de hele EU kunnen opereren, met inbegrip van het online oprichten van bedrijven, alsmede domeinnamen, de uitwisseling van informatie over naleving, erkenning van e-facturen, belastingaangifte, een vereenvoudigde online btw-regeling, online-informatie over productconformiteit, detachering van werknemers, consumentenrechten, toegang tot consumenten- en zakelijke netwerken, kennisgevingsprocedures en geschillenbeslechtingsmechanismen;

·in juni 2016 heeft het REFIT-platform, dat bestaat uit vertegenwoordigers van bedrijven, sociale partners, het maatschappelijk middenveld en de lidstaten, een advies uitgebracht waarin werd aanbevolen één toegangspoort op te richten met duidelijke informatie en gecoördineerde diensten voor bedrijven in elke lidstaat, om bedrijven bij activiteiten op de eengemaakte markt bij te staan, en gemeenschappelijke minimumkwaliteitscriteria voor de inhoud, de werking en de mate van integratie in de digitale toegangspoort van elk portaal vast te stellen;

·ten slotte werd in het in januari 2017 gepubliceerde verslag over het EU-burgerschap 2017 aangegeven dat de digitale toegangspoort een prioriteit is voor de aan het EU-burgerschap verbonden rechten.

Met dit initiatief wordt op ambitieuze wijze gehoor gegeven aan deze oproepen. Beoogd wordt te komen tot een aanzienlijke verbetering van de onlinebeschikbaarheid, de kwaliteit en de toegankelijkheid van de informatie, de ondersteunende diensten en de procedures die voor burgers en bedrijven in de EU van belang zijn, in het bijzonder wanneer zij binnen de eengemaakte markt willen opereren en mobiel willen zijn. Het initiatief berust op nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten om de verschillende elementen van het project effectief en stap voor stap uit te voeren.

De Commissie en de lidstaten worden belast met het verstrekken van informatie over de voorschriften, rechten en verplichtingen op de in deze verordening vermelde sleutelgebieden.

Bovendien worden de lidstaten verplicht een aantal belangrijke procedures volgens een afgesproken tijdschema volledig online aan te bieden en volledig toegankelijk te maken voor grensoverschrijdende EU-gebruikers. Hierdoor zal de administratieve belasting aanzienlijk afnemen en zullen de buitenproportionele hordes die EU-burgers en bedrijven uit een andere lidstaat moeten nemen om te voldoen aan de in andere lidstaten geldende regels, worden weggenomen.

Ook de overheidsinstanties hebben er voordeel bij als het gemakkelijker wordt de regels na leven, aangezien zij daardoor efficiënter kunnen werken. Door een volledige overgang op onlineprocedures worden de overheidsdiensten gemoderniseerd en kunnen zij veel kosten besparen, zoals blijkt uit de reacties van verschillende lidstaten die al nationale digitaliseringsprojecten hebben uitgevoerd 5 . Dit voorschrift heeft geen gevolgen voor de bestaande materiële regels en voorschriften, maar zal deze wel inzichtelijker maken. Ook wordt het gemakkelijker om de regels en procedures van de lidstaten en de EU na te leven.

Er zullen duidelijke en operationele kwaliteitscriteria gelden voor informatie, ondersteunende diensten en onlineprocedures. In het bijzonder zal de informatie in ten minste één officiële taal van de Unie, naast de nationale taal of talen van de lidstaat, voor burgers en bedrijven beschikbaar moeten zijn. Er zullen specifieke mechanismen worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat de digitale toegangspoort volgens een gebruikersgerichte aanpak wordt opgezet en dat gebruikersreacties worden verzameld.

Om te waarborgen dat de uitvoering van de digitale toegangspoort doeltreffend verloopt, wordt een coördinatiegroep opgericht, die als forum voor de samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten zal fungeren. Door de ervaringen van gebruikers te verbeteren, zal het initiatief burgers en bedrijven veel meer vertrouwen in de eengemaakte markt geven. De digitalisering van procedures en de verstrekking van accurate en betrouwbare informatie, alsook de gemakkelijkere toegang tot ondersteunende diensten, zullen grensoverschrijdende uitwisselingen vlotter doen verlopen, de efficiëntie vergroten en de bureaucratie reduceren, en aldus bijdragen tot het scheppen van nieuwe banenkansen en groei.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

  • a) 
    Toegang tot online-informatie

De dienstenrichtlijn 6 heeft al een recht op het verkrijgen van informatie gecreëerd voor zowel verrichters als ontvangers van diensten: zo moet informatie over de vereisten die in elke lidstaat voor dienstverrichters gelden, via de eenloketten online toegankelijk worden gemaakt. In het Charter for the electronic Points of Single Contact under the Services Directive, dat in 2013 door de Raad is gesteund, zijn de lidstaten aangemoedigd bij de verstrekking van informatie via de eenloketten een gebruikersgerichte aanpak te volgen, zodat alle gebieden worden bestreken die van belang zijn voor bedrijven, waaronder btw, inkomstenbelastingen, sociale zekerheid en arbeidswetgeving.

Uw Europa, het Europees e-justitieportaal, het btw-informatieportaal en het Europees netwerk van diensten voor de arbeidsvoorziening (Eures) geven al uitgebreide informatie over de rechten en verplichtingen van burgers, bedrijven, werknemers en consumenten op de interne markt en op het gebied van justitie.

Dit voorstel bouwt voort op deze bestaande diensten: de lidstaten zullen betrouwbare, duidelijke en begrijpelijke online-informatie moeten geven over de regels en vereisten die in hun rechtsgebied gelden voor burgers en bedrijven die hun rechten uit hoofde van de eengemaakte markt willen uitoefenen. Het heeft geen gevolgen voor de materiële bepalingen op de beleidsgebieden waarover informatie moet worden gegeven, maar vraagt slechts van de lidstaten volledige openheid te geven over de toepasselijke regels.

  • b) 
    Toegang tot diensten voor ondersteuning en probleemoplossing

Op grond van EU-handelingen zijn verschillende contactpunten en mechanismen voor probleemoplossing opgericht om burgers en bedrijven te helpen bij het uitoefenen van hun rechten op de eengemaakte markt. Dit initiatief zal een einde maken aan de huidige versnippering en onbekendheid van de diensten voor ondersteuning en probleemoplossing, doordat deze gemakkelijker te vinden en toegankelijker worden gemaakt en doordat alle diensten die via de toegangspoort beschikbaar zijn, aan bepaalde minimumkwaliteitseisen moeten voldoen.

  • c) 
    Toegang tot onlineprocedures

Op grond van de dienstenrichtlijn moeten de lidstaten erop toezien dat alle procedures en formaliteiten betreffende de toegang tot en de uitoefening van een dienstenactiviteit online kunnen worden afgewikkeld via het betrokken eenloket of met de relevante bevoegde instanties (artikel 8). In de richtlijn erkenning beroepskwalificaties 7 (artikel 57 bis) is dezelfde verplichting opgenomen met betrekking tot vereisten, procedures en formaliteiten inzake onder die richtlijn vallende aangelegenheden.

Dit voorstel vergroot de internemarktdimensie van de onlineprocedures die de lidstaten reeds op basis van die richtlijnen of andere nationale of EU-wetgeving hebben ingevoerd, doordat van hen verlangd wordt die procedures ook volledig toegankelijk te maken voor burgers en bedrijven uit andere lidstaten en doordat de belangrijkste voorwaarden worden vastgesteld om die grensoverschrijdende toegankelijkheid te waarborgen.

Bovendien verplicht dit initiatief de lidstaten ervoor te zorgen dat de in deze verordening vermelde belangrijkste procedures die van algemeen belang zijn voor burgers en bedrijven volledig online toegankelijk zijn, dus ook voor grensoverschrijdende gebruikers. Het zorgt er tevens voor dat bewijzen op verzoek van gebruikers elektronisch kunnen worden uitgewisseld tussen de betrokken autoriteiten in verschillende lidstaten.

Van deze procedures is die voor de registratie van een bedrijfsactiviteit van bijzonder belang voor bedrijven. De procedures die leiden tot de oprichting van een vennootschap als rechtspersoon moeten er echter niet onder vallen. Zoals aangekondigd in de strategie voor de eengemaakte markt 8 en het actieplan inzake e-overheid, heeft de Commissie in haar werkprogramma voor 2017 9 een initiatief opgenomen om op alomvattende wijze digitale oplossingen in de gehele levenscyclus van een onderneming te vergemakkelijken, onder meer met procedures voor de onlineregistratie van een bedrijfsactiviteit. De Commissie bereidt dit vennootschapsrechtsinitiatief momenteel voor en het is de bedoeling dat de betrokken onlineprocedures aan de toegangspoort zullen worden gekoppeld zodra zij op basis van dat initiatief worden ingesteld.

Deze verordening schrijft voor dat de „gebruikerskant” van bepaalde belangrijke procedures volledig wordt gedigitaliseerd (de interface tussen burgers of bedrijven en de nationale overheidsdiensten; het kan slechts een onlineformulier betreffen dat moet worden ingevuld). De verordening heeft geen gevolgen voor de „achterkant” (de verdere procedurele stappen binnen en tussen nationale overheidsdiensten) of de inhoud van de door de lidstaten ingestelde procedures, zoals de verschillende stappen of de bevoegdheden van nationale of subnationale autoriteiten. De aanpassingen die als gevolg van dit initiatief nodig zijn, betreffen alleen het proces van de digitalisering van de procedures en de opheffing van belemmeringen voor de toegankelijkheid ervan voor grensoverschrijdende gebruikers.

De toegang tot onlineprocedures en de digitalisering van de procedures zal worden ondersteund door de eIDAS-verordening 10 , waarin bepaald is dat de lidstaten uiterlijk in september 2018 door andere lidstaten aangemelde elektronische identificatiemiddelen moeten erkennen. Hiermee wordt een van de belemmeringen voor de toegankelijkheid van elektronische procedures voor gebruikers uit andere lidstaten weggenomen.

  •  
    Samenhang met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit initiatief draagt bij tot de strategische doelstelling van de digitale eengemaakte markt om het overheidsbestuur te moderniseren, grensoverschrijdende interoperabiliteit te realiseren en de interactie met de burgers te vergemakkelijken, die ook tot uitdrukking is gekomen in het actieplan inzake e-overheid. Het strookt met de digitaliseringsdoelstelling van de Commissie om de aanwezigheid op internet te stroomlijnen en verdere versnippering, die het gevolg zou zijn van de oprichting van nieuwe portalen en contactpunten, te voorkomen. Het initiatief voldoet aan de aanbevelingen van het Europees interoperabiliteitskader.

Het voorstel draag bij tot de uitvoering van het starters- en opschalingsinitiatief, dat de groei van bedrijven bevordert door het ondernemingsklimaat te verbeteren en de bureaucratie te verminderen. Kleine en middelgrote ondernemingen, en met name de ondernemingen met grensoverschrijdende activiteiten, zullen gebaat zijn bij de lagere kosten voor het vinden van informatie, waarvan zij relatief meer voordeel zullen ondervinden dan grote ondernemingen. Zij zullen ook gebaat zijn bij de meer uniforme kwaliteit van de online beschikbare informatie, ondersteuning en procedures. Kleine en middelgrote ondernemingen met grensoverschrijdende activiteiten zullen gebaat zijn bij de onlinetoegang tot procedures die belangrijk zijn voor deze ondernemingen. Bovendien zal het voor kleine en middelgrote ondernemingen gemakkelijker worden de juiste procedures in verband met de eengemaakte markt te vinden, waardoor zij zich binnen de Unie op nieuwe markten kunnen begeven. Dankzij de gemakkelijkere toegang tot diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en een speciaal hulpmiddel voor gebruikersreacties, kunnen zij op eenvoudige en intuïtieve wijze in alle EU-talen problemen melden die zij in verband met voorschriften en overheidsdiensten ondervinden.

De volgende lopende of geplande initiatieven op EU-niveau zijn van belang voor de digitale toegangspoort, aangezien zij zullen bijdragen tot het bestreken informatiegebied of tot de digitalisering van procedures:

·het Europees interoperabiliteitskader (EIF): bevordert de interoperabiliteit van de overheidsinstanties in Europa, waardoor de overheidsdiensten beter aan elkaar kunnen worden gekoppeld;

·het Core Public Service Vocabulary (CPSV), een gemeenschappelijk gegevensmodel voor de beschrijving van belangrijke zakelijke evenementen en overheidsdiensten. Als de lidstaten deze woordenlijst bij het ontwerpen of aanpassen van hun websites gebruiken, kan de vertaling van de inhoud ervan en de ontwikkeling van het zoekhulpmiddel van de digitale toegangspoort worden vergemakkelijkt, waardoor de informatie, procedures en ondersteunende diensten beter te vinden zullen zijn;

·gekoppelde vennootschapsregisters (Business Registers Interconnection System – BRIS) 11 zullen ervoor zorgen dat op EU-niveau informatie beschikbaar komt over bedrijven die in de lidstaten zijn ingeschreven en de uitwisseling van informatie tussen verschillende registers mogelijk maken (uiterlijk in juni 2017 operationeel);

·door de elektronische koppeling van de EU-insolventieregisters zal (vanaf 2019) de doeltreffende administratie van grensoverschrijdende insolventieprocedures worden verbeterd;

·de Europese e-kaart voor diensten, waarvoor de Commissie in januari 2017 een voorstel heeft goedgekeurd 12 . Het betreft een vereenvoudigde elektronische procedure voor de verleners van bepaalde zakelijke en bouwdiensten, die hun diensten in een andere lidstaat willen verlenen; de communicatie tussen de autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst vormt daarbij een belangrijk aspect;

·het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (ESPD) 13 is een eigen verklaring van naleving van de vereisten in verband met procedures voor overheidsopdrachten. De elektronische versie kan uitgroeien tot een belangrijke bouwsteen voor de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel op het gebied van overheidsopdrachten;

·het geplande vennootschapsrechtsinitiatief ter vergemakkelijking van digitale oplossingen in de gehele levenscyclus van een onderneming, dat vermeld is in het werkprogramma van de Commissie voor 2017;

·de geplande uitbreiding van het mini-eenloketsysteem voor btw;

·acties betreffende het eenmaligheidsbeginsel in het kader van het actieplan inzake e-overheid zullen het voor overheidsinstanties van de lidstaten gemakkelijker maken informatie en gegevens te delen. Het grootschalige proefproject betreffende businesscases en een beoordeling van de haalbaarheid voor burgers zullen de eerste stap in deze richting zijn.

  • 2. 
    RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
  •  
    Rechtsgrondslag

Artikel 21, lid 2, artikel 48 en artikel 114, lid 1, VWEU zijn relevant voor dit voorstel betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. Ingevolge artikel 26, lid 2, VWEU omvat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen. Bij artikel 21, lid 2, VWEU is een rechtsgrondslag ingevoerd voor de vaststelling van bepalingen die de uitoefening van de in lid 1 van dat artikel bedoelde rechten van burgers van de Unie vergemakkelijken. Artikel 48 voorziet in een rechtsgrondslag voor de vaststelling van maatregelen op het gebied van de sociale zekerheid die noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van het vrije verkeer van werknemers. Artikel 114 voorziet, tenzij in de Verdragen anders is bepaald, in een rechtsgrondslag voor de vaststelling van maatregelen voor de verwezenlijking van de doeleinden van artikel 26 VWEU.

Dit voorstel strekt ertoe burgers en bedrijven eenvoudig toegang te geven tot de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die zij nodig hebben om hun rechten op de interne markt uit te oefenen. Daartoe wordt bij deze verordening één digitale toegangspoort opgericht, waarbij voor de Commissie en de bevoegde instanties een belangrijke rol is weggelegd om bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken. Dit initiatief is uitsluitend bedoeld om een einde te maken aan discriminatie en de administratieve belasting te beperken voor burgers en bedrijven die geheel overeenkomstig de nationale voorschriften en procedures in andere lidstaten actief zijn of willen zijn. Het heeft geen gevolgen voor de inhoud van die regels en procedures, noch voor de bevoegdheden dienaangaande.

Aangezien het initiatief een drieledige doelstelling heeft en de onderdelen ervan die betrekking hebben op het vrije verkeer van burgers en sociale zekerheid, en de doelstelling om de interne markt tot stand te brengen en de werking ervan te verzekeren ten aanzien van de verstrekking van informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing niet als slechts bijkomstig kunnen worden beschouwd, moet het op artikel 21, lid 2, artikel 48 en artikel 114, lid 1, VWEU worden gebaseerd.

  •  
    Subsidiariteit

Het hoofddoel van dit voorstel is de werking van de eengemaakte markt voor alle burgers en bedrijven in de Unie te verbeteren. De eengemaakte markt is geen gebied met volledig geharmoniseerde voorschriften. Buiten de basisbeginselen en de gebieden waarop volledig geharmoniseerde voorschriften zijn overeengekomen, moeten burgers en bedrijven nog altijd aan de nationale voorschriften voldoen wanneer zij naar een andere lidstaat reizen of in een andere lidstaat werken, wonen of zakendoen. Daarom is het voor de werking van de eengemaakte markt essentieel dat burgers en bedrijven gemakkelijk kunnen nagaan welke voorschriften er in andere lidstaten gelden. Het is evenzeer essentieel dat de procedures voor de naleving van die voorschriften voor gebruikers uit andere lidstaten geen grote extra regelgevingslast opleveren ten opzichte van die van binnenlandse gebruikers.

Deze doelstellingen kunnen niet voldoende worden verwezenlijkt zonder optreden op EU-niveau. Het huidige systeem van informatie en ondersteunende diensten vertoont onvoldoende samenhang, aangezien de instrumenten die met optreden op EU-niveau tot stand zijn gekomen onvoldoende aan elkaar gekoppeld zijn en niet gebruikersvriendelijk genoeg zijn. Er ontbreekt een gemeenschappelijke aanpak om te waarborgen dat de kwaliteit aan bepaalde minimumeisen voldoet. In het wettelijk kader wordt weliswaar gestreefd naar synergieën, maar de lidstaten hebben daar onvoldoende werk van gemaakt (aangezien er geen bindende verplichtingen waren).

Gezien de transnationale aard van de eengemaakte markt en de noodzaak de huidige situatie in grensoverschrijdend verband aan te pakken, is optreden van de Unie het meest doeltreffend om de kosten te beperken die EU-burgers en bedrijven moeten maken wanneer zij grensoverschrijdende activiteiten willen ontplooien.

  •  
    Evenredigheid

In dit voorstel wordt een zorgvuldig evenwicht bewaard tussen, enerzijds, de noodzaak om de zeggenschap over en verantwoordelijkheid voor de nationale informatieverstrekking, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing bij de lidstaten te laten blijven berusten en, anderzijds, de noodzaak om de in de loop der tijd ontstane belemmeringen voor burgers en bedrijven om hun rechten uit hoofde van de eengemaakte markt uit te oefenen, aan te pakken.

De maatregelen waarin deze verordening voorziet, gaan niet verder dan nodig is om de vastgestelde problemen op te lossen en de beoogde doelstellingen te verwezenlijken. De initiële investeringskosten voor de uitbreiding van het bestreken informatiegebied, vertalingen of de invoering van onlineprocedures kunnen worden beperkt door het gebruik van EU-fondsen. Bovendien zullen deze initiële kosten op termijn worden gecompenseerd door kostenbesparingen van zowel bedrijven als nationale overheidsinstanties.

Deze verordening brengt geen aanvullende verplichtingen voor burgers en bedrijven met zich mee, aangezien het gebruik van de digitale toegangspoort geheel vrijwillig is.

  •  
    Keuze van het instrument

Deze verordening is gebaseerd op artikel 21, lid 2, VWEU (bepalingen betreffende het vrije verkeer van burgers), artikel 48 VWEU (bepalingen betreffende digitalisering van bepaalde procedures in verband met sociale zekerheid) en artikel 114, lid 1, VWEU (alle overige bepalingen ter verbetering van de werking van de interne markt door betere grensoverschrijdende toegang te bieden tot informatie, ondersteuning, diensten voor probleemoplossing en elektronische procedures). Op die rechtsgrondslag draagt het voorstel tevens bij tot de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende de kwaliteit van deze diensten voor burgers en bedrijven die grensoverschrijdend actief zijn.

  • 3. 
    EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
  •  
    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Uit de evaluatie van het bestaande (regelgevende en niet-regelgevende) kader dat relevant is voor de digitale toegangspoort zijn een aantal problemen met betrekking tot individuele diensten naar voren gekomen en is bovendien gebleken dat deze diensten als totaalpakket voor burgers en bedrijven onvoldoende doeltreffend, doelmatig en coherent zijn.

De doeltreffendheid van de bestaande diensten wordt aangetast doordat zij onvoldoende zichtbaar en gemakkelijk online te vinden zijn, doorgaans van ontoereikende kwaliteit zijn en te weinig worden gebruikt. De meeste burgers en bedrijven zijn niet op de hoogte van het bestaan van ondersteunende onlinediensten op Europees niveau.

De grensoverschrijdende toegankelijkheid blijft beperkt, aangezien de informatie op nationaal niveau veelal gefragmenteerd is of alleen in de nationale taal beschikbaar is en de onlineprocedures voor nationale gebruikers vaak niet toegankelijk zijn voor buitenlandse gebruikers. Bovendien variëren de kwaliteit en de gebruikersgerichtheid van de diensten sterk.

Voor de diensten die bij bindende EU-wetgeving zijn opgericht, geldt dat de kwaliteitscriteria te algemeen zijn gebleken (eenloketten) of vrijwel geheel ontbreken (productcontactpunten). Aanvullende vrijwillige kwaliteitscriteria (handvest voor eenloketten) hebben een matig succes gehad. Voor de diensten die bij niet-bindende EU-wetgeving zijn opgericht en door de Commissie worden beheerd (Solvit, Uw Europa) zijn kwaliteitscriteria overeengekomen, maar door de vrijwillige aard ervan doen sommige lidstaten er volledig aan mee en andere niet. Daardoor blijft de toegankelijkheid van deze diensten voor buitenlandse gebruikers beperkt en gefragmenteerd.

De ondersteunende diensten op EU-niveau worden, gezien de besparingen en andere voordelen die zij voor bedrijven en burgers opleveren, beschouwd als kostenefficiënt. De particuliere alternatieven zijn namelijk veel duurder. De doeltreffendheid van de ondersteunende diensten voor bedrijven op nationaal niveau (eenloketten, productcontactpunten, productcontactpunten voor de bouw) laat te wensen over. Bovendien vormt de slechte kwaliteit van hun websites een gemiste kans om het aantal aanvragen te beperken door betere online-informatie te geven en daardoor de kostenefficiëntie verder te vergroten. De doeltreffendheid en de „onlinevindbaarheid” van de afzonderlijke diensten kunnen worden verbeterd door een gemeenschappelijke merknaam te gebruiken. Dit kan beter door de EU worden verwezenlijkt.

Alle in dit verband geëvalueerde instrumenten zijn door optreden op EU-niveau ontstaan, maar zij functioneren niet als één geheel. In het wettelijk kader wordt weliswaar gestreefd naar synergieën, maar de lidstaten hebben daar onvoldoende werk van gemaakt. Dit komt met name door het ontbreken van bindende verplichtingen en van een overkoepelende beheersstructuur van de EU en de lidstaten die de consistentie van alle instrumenten controleert en waarborgt.

De slechte prestaties van de huidige diensten hebben de volgende oorzaken: de verkokerde, overheidsgerichte benaderingen leiden tot versnippering; de overheidsdiensten van de EU en de lidstaten zijn meer gericht op hun eigen behoeften dan op die van de gebruikers; technische oplossingen die jaren geleden zijn ontwikkeld, berusten op achterhaalde technieken en komen niet overeen met de huidige beste praktijken; en de nationale overheden hebben geen oog voor gebruikers uit andere lidstaten.

  •  
    Raadpleging van belanghebbenden

De algemene raadpleging over de digitale toegangspoort liep van november 2015 tot en met december 2016. De raadpleging omvatte een specifieke workshop voor belanghebbenden, een openbare onlineraadpleging en vele bilaterale besprekingen met belanghebbenden en lidstaten.

  • a) 
    Workshop over de digitale toegangspoort, maart 2016

Onder de deelnemers waren vertegenwoordigers van de eenloketten, kamers van koophandel en nationale autoriteiten. De deelnemers meldden veel problemen in verband met de toegankelijkheid van informatie, de beschikbaarheid van elektronische procedures en de toegang tot ondersteunende diensten. Deze lijken te worden veroorzaakt door hiaten in de wetgeving, een gebrek aan informatie of ondersteuning en slechte uitvoering door de nationale en lokale autoriteiten.

In de discussie over elektronische procedures wezen de deelnemers erop dat deze procedures zeer lastig zijn te gebruiken vanuit een andere lidstaat. Hoewel sommige lidstaten op het gebied van e-overheid indrukwekkende stappen hebben gezet voor hun eigen burgers, worden zelden elektronische handtekeningen en identificatiemiddelen uit andere lidstaten erkend, waardoor buitenlandse gebruikers van elektronische procedures worden uitgesloten.

  • b) 
    Openbare raadpleging via internet

Er werden 367 reacties op de openbare raadpleging via internet ontvangen, waarbij 45 % van bedrijven, 45 % van burgers en 10 % van overheidsinstanties afkomstig was.

Onder bedrijven en burgers bleek grote overeenstemming te zijn over het belang van de voornaamste pijlers van dit initiatief:

de behoefte aan online-informatie over de voorschriften en procedures in andere EU-landen: 93 % van de bedrijven en 92 % van de burgers achtten dit (zeer) belangrijk;

toegang tot elektronische procedures: 94 % van de bedrijven en 92 % van de burgers achtten dit (zeer) belangrijk;

toegang tot diensten die op verzoek ondersteuning bieden: 88 % van de bedrijven en 87 % van de burgers achtten dit (zeer) belangrijk.

  • c) 
    Bespreking met belanghebbenden en lidstaten

De mening van belanghebbenden werd gepeild tijdens talrijke vergaderingen en evenementen, waaronder de hoorzitting „EU-burgerschap in de praktijk” (maart 2016), de jaarlijkse mkb-vergadering in Luxemburg (november 2015), besprekingen met de mkb-gezanten (juni en oktober 2016) en bilaterale besprekingen met verschillende ondernemers- en consumentenorganisaties, zoals Eurochambres, Eurocommerce, BusinessEurope, nationale kamers van koophandel, CEA-PME, Startup City Alliance Europe enz. (in de loop van 2016).

Verschillende ondernemersorganisaties hebben bevestigd dat het voor het bedrijfsleven zeer nuttig zou zijn om alle informatiehulpmiddelen op internet onder één noemer te brengen. Bovendien gingen er stemmen op om één gezamenlijke informatiestructuur voor alle lidstaten te ontwikkelen. Belanghebbenden uit het bedrijfsleven wezen erop dat de verstrekte informatie toereikend moet zijn om rechtmatig grensoverschrijdende activiteiten te ontplooien en dat niet alleen aandacht moet worden besteed aan gedetailleerde technische informatie, maar ook aan regelgevingsvoorschriften voor bijvoorbeeld tests en rapportage. De meeste belanghebbenden uit het bedrijfsleven vonden dat alle procedures volledig online beschikbaar zouden moeten zijn om verspilling van tijd en geld te voorkomen.

De lidstaten zijn geraadpleegd in het kader van de deskundigengroep voor de dienstenrichtlijn (en de subgroep voor het EUGO-netwerk), het comité wederzijdse erkenning en in bilaterale bijeenkomsten met nationale autoriteiten. 17 lidstaten hebben een standpuntnota ingediend waarin gevraagd werd een netwerk van digitale toegangspoorten (volledig functionerende e-overheidsportalen) op te richten waar bedrijven alle informatie vinden die zij nodig hebben om grensoverschrijdend een onderneming op te richten, hun activiteiten uit te breiden of handel te drijven. Zij spraken ook hun steun uit voor het idee om bedrijven maar één digitaal proces te laten doorlopen om overal in de EU activiteiten te ontplooien.

De meeste lidstaten benadrukten dat de in de digitale toegangspoort opgenomen websites van goede kwaliteit en gebruikersvriendelijk moeten zijn en steunden het voorstel om een kwaliteitslabel te gebruiken. Zij steunden tevens het idee dat de informatie in ten minste één andere gangbare EU-taal voor gebruikers beschikbaar moet zijn. De lidstaten merkten op dat substantiële investeringen moeten worden gedaan om onlineprocedures in te voeren, waardoor vertraging kan optreden. De meeste lidstaten pleitten voor een duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheden tussen het nationale en het EU-niveau en vonden dat de lidstaten verantwoordelijk moeten zijn voor de inhoud en het beheer ervan. De meeste lidstaten wilden dat de Commissie een sterke coördinerende rol op zich zou nemen en streefdoelen zou vaststellen voor bijvoorbeeld updates, inhoud en nuttigheid.

  •  
    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De EU-instellingen en belanghebbenden hebben tussen 2008 en 2017 uiteenlopende studies en enquêtes uitgevoerd en er is, onder meer tijdens een specifieke workshop, uitgebreid met deskundigen, de lidstaten en andere belanghebbenden overlegd, waardoor er gedegen expertise is opgebouwd.

  •  
    Effectbeoordeling

Ter voorbereiding van dit initiatief werd een effectbeoordeling uitgevoerd. In het opnieuw ingediende verslag is rekening gehouden met de aanbevelingen die de Raad voor regelgevingstoetsing in zijn oorspronkelijke negatieve advies van 20 januari 2017 heeft geformuleerd en met de aanvullende punten waarop deze raad heeft gewezen in zijn uiteindelijke positieve advies van 7 maart 2017.

In de effectbeoordeling zijn drie beleidsopties overwogen:

·optie 1: nationale gecentraliseerde portalen voor bedrijven en burgers, waarbij een centrale informatiestructuur wordt voorgeschreven via enkele portalen op nationaal en EU-niveau, maar een „soft law”-benadering wordt gevolgd voor het uitrollen van onlineprocedures. Geen EU-oplossing voor de acceptatie van documenten en gegevens uit andere lidstaten. Elke lidstaat moet de belangrijkste drie bedrijfscontactpunten (voor diensten en goederen) samenvoegen;

·optie 2: gecoördineerde EU-benadering, waarbij de lidstaten zelf kunnen bepalen waar zij de vereiste informatie online beschikbaar maken. De lidstaten hoeven slechts links naar die websites door te geven aan een centraal register van de Commissie, van waaruit een gemeenschappelijke zoekfunctie de websites vindt en als uitkomst van een zoekopdracht aan de gebruiker presenteert. Er wordt een „zoekfunctie voor ondersteunende diensten” ontwikkeld om gebruikers naar de juiste ondersteunende dienst te leiden. De zoekfunctie is beperkt tot de inhoud van de toegangspoort en kan worden opgenomen in de informatieportalen en websites van de EU en de lidstaten. Bij deze optie moeten de lidstaten bepaalde sleutelprocedures voor bedrijven en burgers volgens een overeengekomen tijdschema volledig online beschikbaar stellen;

·optie 3: volledig gecentraliseerde benadering voor de hele EU, waarbij alle informatie op EU- en nationaal niveau via een centrale databank op EU-niveau wordt verstrekt. Bij deze optie worden dezelfde twintig kernprocedures online beschikbaar gesteld als bij optie 2, maar wordt bovendien een speciaal IT-hulpmiddel ontwikkeld om samenwerking achter de schermen van de autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst mogelijk te maken om te beantwoorden aan de behoeften van buitenlandse gebruikers (met name ten aanzien van de indiening van bewijzen). De informatie en procedures zijn in de centrale databank gemakkelijk te vinden. Ondersteunende diensten kunnen worden gevonden via een gemeenschappelijke zoekfunctie (net als bij optie 2).

Optie 1 werd een doelmatige, maar niet zeer doeltreffende oplossing geacht. Het grootste nadeel ervan is dat de invoering van onlineprocedures door de lidstaten vrijwillig blijft en dat het probleem van het grensoverschrijdende gebruik van bewijzen bij procedures niet gezamenlijk wordt aangepakt. Bovendien wordt de vindbaarheid onvoldoende verbeterd aangezien de zoekfuncties van de nationale portalen voor bedrijven in principe geen zoekmogelijkheden in alle EU-talen hebben. Ten slotte wordt de handhaving van de kwaliteitscriteria bemoeilijkt door het ontbreken van een gemeenschappelijk instrument voor kwaliteitsbewaking. Daarom werd geconcludeerd dat deze optie waarschijnlijk onvoldoende tegemoetkomt aan de behoeften van de gebruikers.

Optie 3 voldoet veruit het beste aan de behoeften van de gebruikers. Door de volledig gecentraliseerde aanpak wordt de informatie op eenvormige wijze gepresenteerd, zodat de gebruikers de informatie gemakkelijk kunnen vinden. Geharmoniseerde procedures voor de hele EU zijn vanzelfsprekend volledig toegankelijk voor grensoverschrijdende gebruikers. Deze optie is echter niet haalbaar, doordat er bij de lidstaten weinig steun is voor een dergelijke gecentraliseerde aanpak. Bovendien werd deze optie over het geheel genomen niet zeer doelmatig geacht, aangezien er zeer hoge kosten aan verbonden zijn en er aanzienlijk doublures door ontstaan.

Er werd gekozen voor optie 2 omdat hierbij voldoende handhavingsmogelijkheden worden geboden doordat gebruik wordt gemaakt van een gemeenschappelijk hulpmiddel voor gebruikersreacties waarmee de volledigheid en de kwaliteit worden bewaakt. Het wordt het waarschijnlijkst geacht dat met de gekozen optie de doelstellingen op doelmatige en evenredige wijze worden verwezenlijkt, terwijl de voordelen voor de belanghebbenden worden gemaximaliseerd. De Commissie en de lidstaten zullen nauw met elkaar moeten samenwerken om de verschillende elementen van deze optie effectief en stap voor stap uit te voeren.

  •  
    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De verordening zal de toegankelijkheid van de interne markt voor ondernemingen, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, vergemakkelijken doordat de transactiekosten voor het verlenen van diensten of het verkopen van goederen in andere lidstaten aanzienlijk zullen afnemen. Een betere toegang tot de interne markt zal leiden tot grotere schaal- en synergievoordelen en daardoor het concurrentievermogen en de kostenefficiëntie van bedrijven vergroten. Het voorstel vormt tevens een antwoord op het recente verzoek van het REFIT-platform om één toegangspoort op te richten met duidelijke informatie en gecoördineerde diensten voor bedrijven in elke lidstaat en gemeenschappelijke minimumkwaliteitscriteria voor de inhoud, de werking en de mate van integratie in de digitale toegangspoort van elk portaal vast te stellen.

  •  
    Grondrechten

Dit voorstel eerbiedigt en bevordert de rechten die in het Handvest van de grondrechten neergelegd zijn, in het bijzonder het recht zich vrij op het grondgebied van de lidstaten te verplaatsen en er vrij te verblijven (artikel 45); het recht op onderwijs (artikel 14); en het recht in iedere lidstaat werk te zoeken, te werken, zich te vestigen en diensten te verrichten (artikel 15). De verordening bestrijdt bovendien discriminatie, waaronder indirecte discriminatie, van onderdanen van andere lidstaten ten opzichte van eigen onderdanen, aangezien bepaald wordt dat de via de toegangspoort beschikbare informatie ook in een andere taal dan de nationale taal beschikbaar moet zijn en dat de onlineprocedures voor gebruikers uit andere lidstaten toegankelijk moeten zijn (artikel 21, lid 2, van het Handvest en artikel 18 VWEU).

  • 4. 
    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De initiële investeringskosten voor de uitvoering van deze verordening bedragen 109 miljoen euro, terwijl de jaarlijkse operationele kosten 8 miljoen euro bedragen (totale kosten van alle lidstaten en de Commissie). De initiële investeringskosten kunnen in één jaar gedeeltelijk worden terugverdiend doordat bedrijven die grensoverschrijdende activiteiten ontplooien, naar schatting 86 miljoen euro aan vertaal-, certificerings- en consultancykosten kunnen uitsparen. Voor de landen die momenteel de minste onlineprocedures hebben, kost het 6,6 miljoen euro om de overige procedures te digitaliseren. Dit komt overeen met ongeveer 2 tot 4 % van de middelen van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de periode 2014-2020 die zij aan e-overheid hebben toegewezen.

  • 5. 
    OVERIGE ELEMENTEN
  •  
    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Aan de lidstaten zal een uitvoeringsplan worden voorgesteld waarin aangegeven is welke acties zij moeten uitvoeren om de digitale toegangspoort op tijd te kunnen openen. In de verordening is bepaald dat twee jaar na de inwerkingtreding van de verordening, en vervolgens elke twee jaar, een beoordelingsverslag over de werking van de digitale toegangspoort en de geconstateerde belemmeringen voor de interne markt naar het Europees Parlement en de Raad moet worden gestuurd. Ook is er vijf jaar na de inwerkingtreding van de verordening een evaluatie gepland. De coördinatiegroep voor de digitale toegangspoort, een centraal coördinerend orgaan in de beheersstructuur van de digitale toegangspoort, zal de Commissie helpen bij het bewaken van de prestaties van de toegangspoort en de vorderingen bij de toepassing van de verordening.

  •  
    Artikelsgewijze toelichting

In artikel 1 wordt het onderwerp van de voorgestelde verordening omschreven.

In artikel 2 wordt de digitale toegangspoort opgericht en de reikwijdte ervan bepaald. Verduidelijkt wordt dat de toegangspoort informatie geeft over de rechten, verplichtingen en regels in verband met de interne markt die van toepassing zijn op gebruikers van de toegangspoort op de in bijlage I vermelde terreinen, dat zij de gebruikers informatie over en koppelingen naar de op de in bijlage I vermelde procedures biedt en dat zij informatie over en toegang tot diensten voor ondersteuning en probleemoplossing biedt die gebruikers kunnen helpen de informatie te begrijpen of de in bijlage III vermelde en in artikel 6 bedoelde procedures af te handelen.

Artikel 3 bevat de voor de verordening relevante definities.

In artikel 4 zijn verplichtingen voor de lidstaten en de Commissie in verband met de verstrekking van informatie opgenomen.

Artikel 5 herinnert in verband met onlineprocedures aan het non-discriminatiebeginsel, doordat van de lidstaten wordt verlangd de onlineprocedures toegankelijk te maken voor gebruikers uit andere lidstaten. Ook is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat 13 procedures, die vermeld zijn in bijlage II, volledig online afgehandeld kunnen worden en wordt verduidelijkt wat daaronder wordt verstaan.

Artikel 6 biedt de lidstaten de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, het aanbod aan diensten voor ondersteuning en probleemoplossing via de toegangspoort aan te vullen met diensten van particuliere of semi-particuliere entiteiten.

De artikelen 7, 8 en 9 bevatten kwaliteitscriteria voor de informatie en de uitleg van procedures en ondersteunende diensten waarnaar de toegangspoort verwijst.

Artikel 10 bevat algemene kwaliteitseisen voor onlineprocedures.

Artikel 11 verduidelijkt de voorwaarden waaraan onlineprocedures moeten voldoen om voor gebruikers uit andere lidstaten toegankelijk te zijn (er moeten instructies in een andere taal dan de nationale taal voorhanden zijn, er mogen geen nationale gegevensformaten verlangd worden, de elektronische identificatiemiddelen, handtekeningen en zegels moeten worden erkend en er moeten elektronische bewijzen verstrekt kunnen worden). In dat artikel is bepaald dat het Informatiesysteem interne markt (IMI) gebruikt moet worden om de authenticiteit van bewijzen te controleren.

Artikel 12 voorziet in een mechanisme voor de elektronische uitwisseling van bewijzen op uitdrukkelijk verzoek van de gebruiker. Het verleent de Commissie de bevoegdheid de technische specificaties van dat mechanisme vast te stellen.

Artikel 13 bevat kwaliteitscriteria voor diensten voor ondersteuning en probleemoplossing.

Artikel 14 voorziet in een kwaliteitsbewakingsmechanisme voor de informatie, procedures en ondersteunende diensten waarnaar de toegangspoort verwijst. Ook worden de maatregelen gespecificeerd die de Commissie in geval van kwaliteitsproblemen kan nemen.

In de artikelen 15 t/m 18 worden de technische oplossingen gespecificeerd waarmee het doel van de toegangspoort wordt bereikt en worden de desbetreffende verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten uitgelegd.

De artikelen 19 en 20 betreffen de naam van de toegangspoort en stellen het kader voor gecoördineerde promotie vast.

De artikelen 21, 22 en 23 betreffen de verzameling van statistische gegevens en gebruikersreacties en verplichten de Commissie een gebruikersvriendelijk hulpmiddel te creëren om gebruikers van de toegangspoort de mogelijkheid te geven belemmeringen voor hun internemarktrechten te melden.

In artikel 24 is bepaald dat de lidstaten nationale coördinatoren moeten benoemen die beschikken over specifieke bevoegdheden in verband met de toegangspoort.

Bij artikel 25 wordt de coördinatiegroep van de toegangspoort opgericht.

Artikel 26 verduidelijkt de taken van de coördinatiegroep van de toegangspoort.

Artikel 27 voorziet in een jaarlijks werkprogramma ter ondersteuning van de uitvoering van deze verordening.

Artikel 28 betreft de kosten voor de ontwikkeling, het onderhoud en de promotie van de toegangspoort en de vertaling van informatie op de nationale websites.

Artikel 29 bevat bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening.

In artikel 30 is de samenwerking tussen de toegangspoort en de bij handelingen van de Unie opgerichte informatie- en ondersteuningsnetwerken geregeld.

In artikel 31 wordt uitgelegd hoe deze verordening zich verhoudt tot andere handelingen van de Unie.

Artikel 32 maakt het mogelijk het IMI voor de doeleinden van deze verordening te gebruiken.

Artikel 33 verplicht de Commissie periodiek verslag te doen aan het Europees Parlement en de Raad over de werking van de toegangspoort en de interne markt.

In artikel 34 is de uitoefening van de bij artikel 21 aan de Commissie verleende gedelegeerde bevoegdheden geregeld.

Bij artikel 35 wordt het comité opgericht. Het betreft bovendien de uitvoeringsbevoegdheden die bij deze verordening aan de Commissie worden verleend.

Artikel 36 betreft de wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende het IMI.

Artikel 37 betreft de inwerkingtreding en toepassing van deze verordening.

In bijlage I, waarnaar wordt verwezen in artikel 2, lid 2, onder a), zijn de informatiegebieden vermeld die voor burgers en bedrijven van belang zijn bij de uitoefening van hun rechten binnen de interne markt.

In bijlage II, waarnaar wordt verwezen in artikel 5, lid 2, zijn de procedures vermeld die gebruikers volledig online moeten kunnen afhandelen.

In bijlage III, waarnaar wordt verwezen in artikel 2, lid 2, onder c), zijn de diensten voor ondersteuning en probleemoplossing vermeld die via de toegangspoort toegankelijk moeten zijn.

2017/0086 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 21, lid 2, artikel 48 en artikel 114, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 14 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 15 ,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De eengemaakte markt is een van de meest tastbare verwezenlijkingen van Europa. Door vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal toe te staan, worden burgers en bedrijven nieuwe kansen geboden. Deze verordening is een belangrijke maatregel van de strategie voor de eengemaakte markt 16 die bedoeld is om het volledige potentieel van de eengemaakte markt te benutten door het voor burgers en bedrijver eenvoudiger te maken zich binnen de EU te bewegen en grensoverschrijdend handel te drijven, zich in een andere lidstaat te vestigen en hun zakelijke activiteiten naar een andere lidstaat uit te breiden.
  • (2) 
    In de mededeling over de digitale eengemaakte markt 17 is de rol erkend die internet en digitale technologie spelen bij de verandering van ons leven en onze manier van werken, doordat zij enorme kansen bieden voor innovatie, groei en werkgelegenheid. Daarbij werd opgemerkt dat beter kan worden voldaan aan de behoeften die burgers en bedrijven in eigen land en bij hun grensoverschrijdende activiteiten ondervinden als de bestaande Europese portalen, netwerken, diensten en systemen worden uitgebreid en geïntegreerd en worden samengebracht in één „digitale toegangspoort”. Deze digitale toegangspoort werd in het EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 18 opgenomen als een van de maatregelen voor 2017. In het verslag over het EU-burgerschap 19 werd aangegeven dat de digitale toegangspoort een prioriteit is voor de aan het EU-burgerschap verbonden rechten.
  • (3) 
    Het Europees Parlement en de Raad hebben herhaaldelijk gevraagd om een vollediger en gebruikersvriendelijker informatie- en bijstandspakket om bedrijven wegwijs te maken op de interne markt, en de hulpmiddelen van de eengemaakte markt te versterken en stroomlijnen om beter te voldoen aan de behoeften die burgers en bedrijven bij hun grensoverschrijdende activiteiten ondervinden.
  • (4) 
    Deze verordening geeft gehoor aan die verzoeken door burgers en bedrijven eenvoudig toegang te geven tot de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die zij nodig hebben om hun rechten op de interne markt uit te oefenen. Bij deze verordening wordt één digitale toegangspoort opgericht, waarbij voor de Commissie en de bevoegde instanties een belangrijke rol is weggelegd om deze doelstellingen te verwezenlijken.
  • (5) 
    In deze verordening worden de informatiegebieden vermeld die voor burgers en bedrijven van belang zijn bij de uitoefening van hun rechten binnen de interne markt en de lidstaten en de Commissie moeten ervoor zorgen dat de informatie op deze gebieden volledig wordt bestreken door websites en portalen op het niveau van de lidstaten en de Unie. In de informatie moeten niet alleen de voor burgers en bedrijven geldende voorschriften en verplichtingen worden uitgelegd, maar ook de procedures die zij moeten volgen om daaraan te voldoen. Bovendien moeten in de informatie de diensten voor ondersteuning en probleemoplossing worden beschreven waartoe burgers en bedrijven zich kunnen wenden als zij de informatie niet goed begrijpen, niet weten hoe de informatie op hun specifieke situatie van toepassing is of problemen ondervinden bij de afhandeling van een procedure.
  • (6) 
    Aangezien het initiatief een drieledige doelstelling heeft – de administratieve belasting beperken voor burgers en bedrijven die geheel overeenkomstig de nationale voorschriften en procedures in andere lidstaten actief zijn of willen zijn, discriminatie wegnemen en de werking van de interne markt verzekeren ten aanzien van de verstrekking van informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing – en aangezien de onderdelen ervan betrekking hebben op het vrije verkeer van burgers en sociale zekerheid, en deze onderdelen niet als slechts bijkomstig kunnen worden beschouwd, moet het op artikel 21, lid 2, artikel 48 en artikel 114, lid 1, VWEU worden gebaseerd.
  • (7) 
    Om burgers en bedrijven van de Unie in staat te stellen hun recht op vrij verkeer binnen de interne markt uit te oefenen, moet de Unie specifieke maatregelen vaststellen om hun eenvoudig toegang te bieden tot volledige en betrouwbare informatie over hun rechten uit hoofde van de rechtsorde van de Unie, alsmede tot informatie over de toepasselijke nationale voorschriften en procedures die zij moeten volgen wanneer zij naar een andere lidstaat dan hun eigen lidstaat verhuizen of daar wonen of studeren of wanneer zij daar een bedrijf vestigen of uitoefenen. De informatie die op nationaal niveau verstrekt moet worden, moet niet alleen betrekking hebben op de nationale voorschriften tot uitvoering van het recht van de Unie, maar ook op andere nationale voorschriften die van toepassing zijn op zowel nationale burgers en bedrijven als burgers en bedrijven uit andere lidstaten.
  • (8) 
    Het is duidelijk dat burgers en bedrijven („gebruikers”) uit andere lidstaten nadeel kunnen ondervinden doordat zij niet goed op de hoogte zijn van de nationale voorschriften en overheidssystemen, door verschillen in de gebruikte talen en doordat zij zich niet in de nabijheid van de overheidsinstanties in die lidstaten bevinden. De hieruit voortvloeiende belemmeringen voor de interne markt kunnen het meest efficiënt worden aangepakt door grensoverschrijdende gebruikers onlinetoegang tot informatie te geven in een taal die zij begrijpen, de mogelijkheid te bieden procedures voor de naleving van nationale voorschriften volledig online af te handelen en hulp te bieden wanneer de voorschriften en procedures niet duidelijk genoeg zijn of wanneer zij op belemmeringen stuiten bij de uitoefening van hun rechten.
  • (9) 
    Een aantal handelingen van de Unie had tot doel oplossingen aan te reiken in de vorm van sectorgebonden eenloketsystemen, zoals de eenloketten die bij de dienstenrichtlijn 20 zijn opgericht om online informatie, ondersteunende diensten en toegang tot procedures in verband met de verlening van diensten aan te bieden, de productcontactpunten 21 en productcontactpunten voor de bouw 22 die zijn opgericht om toegang te geven tot productspecifieke technische voorschriften en de assistentiecentra voor beroepskwalificaties 23 om beroepsbeoefenaren te helpen bij mobiliteit tussen de lidstaten. Daarnaast zijn er netwerken opgericht, zoals het netwerk van Europese consumentencentra dat bedoeld is om het inzicht in de consumentenrechten van de Unie te vergroten en te helpen bij de afhandeling van klachten in verband met aankopen die tijdens reizen of online in andere lidstaten van het netwerk zijn gedaan. Ook is het Solvitnetwerk 24 opgericht om snelle, effectieve en informele oplossingen te vinden voor problemen die burgers en ondernemingen ondervinden wanneer overheidsinstanties hun hun EU-rechten op de interne markt ontzeggen. Ten slotte zijn er verscheidene informatieportalen, zoals Uw Europa in verband met de interne markt en het Europees e-justitieportaal op het gebied van justitie, opgericht om gebruikers over de voorschriften van de Unie en de lidstaten te informeren.
  • (10) 
    Door de sectorgebonden aard van deze handelingen zijn de online beschikbare informatie en ondersteunende diensten en de bijbehorende onlineprocedures voor burgers en bedrijven sterk versnipperd. Er zijn discrepanties in de onlinebeschikbaarheid van informatie en procedures, de kwaliteit van de diensten laat te wensen over en de informatie en ondersteunende diensten genieten onvoldoende bekendheid. Ook zijn de diensten niet eenvoudig te vinden en moeilijk toegankelijk voor gebruikers uit andere lidstaten, wat een groot probleem blijft.
  • (11) 
    Bij deze verordening moet één toegangspunt worden opgericht waar burgers en bedrijven terecht kunnen voor informatie over de voorschriften en vereisten waaraan zij uit hoofde van het recht van de Unie en/of de lidstaten moeten voldoen. Daardoor moet het voor burgers en bedrijven eenvoudiger worden contact op te nemen met op het niveau van de Unie of de lidstaten opgerichte diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en de doeltreffendheid daarvan vergroten. De toegangspoort moet bovendien de toegang tot procedures en de afhandeling daarvan vergemakkelijken. Daartoe moeten de lidstaten bij deze verordening verplicht worden gebruikers de mogelijkheid te bieden bepaalde procedures, die voor de meeste burgers en bedrijven die grensoverschrijdende activiteiten verrichten van wezenlijk belang zijn, volledig online af te handelen, zonder op enige wijze te raken aan de bestaande materiële vereisten uit hoofde van het recht van de Unie en/of de lidstaten op deze beleidsterreinen. In dit verband moet de verordening de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel voor de uitwisseling van bewijzen tussen de bevoegde instanties in verschillende lidstaten ondersteunen.
  • (12) 
    De toegangspoort moet gebruikersgericht en gebruikersvriendelijk zijn en burgers en bedrijven de mogelijkheid geven contact te onderhouden met overheidsinstanties op het niveau van de lidstaten en de Unie, waarbij zij feedback kunnen geven over de via de toegangspoort verleende diensten en de door hen ervaren werking van de interne markt. Het hulpmiddel voor gebruikersreacties moet de gebruiker de mogelijkheid bieden ondervonden problemen, tekortkomingen en behoeften te melden om te bevorderen dat de kwaliteit van de diensten voortdurend wordt verbeterd.
  • (13) 
    Het succes van de toegangspoort zal afhangen van de gezamenlijke inspanning van de Commissie en de lidstaten. De toegangspoort moet een gemeenschappelijke gebruikersinterface omvatten die wordt geïntegreerd in het bestaande portaal Uw Europa, dat door de Commissie zal worden beheerd. In de gemeenschappelijke interface moeten koppelingen worden opgenomen naar informatie, procedures en diensten voor ondersteuning of probleemoplossing die beschikbaar zijn op door de bevoegde instanties in de lidstaten en de Commissie beheerde portalen. Om het gebruik van de toegangspoort te vergemakkelijken, moet de gebruikersinterface in alle officiële talen van de Unie beschikbaar zijn. De werking van de toegangspoort moet worden ondersteund met technische hulpmiddelen die de Commissie in samenwerking met de lidstaten ontwikkelt.
  • (14) 
    In het Charter for the electronic Points of Single Contact under the Services Directive 25 hebben de lidstaten de vrijwillige toezegging gedaan bij de verstrekking van informatie via de eenloketten een gebruikersgerichte aanpak te zullen volgen, zodat gebieden worden bestreken die van bijzonder belang zijn voor bedrijven, waaronder btw, inkomstenbelastingen, sociale zekerheid en arbeidswetgeving. Op basis van dat handvest en gezien de ervaring met het portaal Uw Europa, moet in de informatie ook een beschrijving worden opgenomen van de diensten voor ondersteuning en probleemoplossing waartoe burgers en bedrijven zich kunnen wenden als zij de informatie niet goed begrijpen, niet weten hoe de informatie op hun specifieke situatie van toepassing is of problemen ondervinden bij de afhandeling van een procedure.
  • (15) 
    Deze verordening moet de internemarktdimensie van onlineprocedures vergroten door ook in verband met de toegang van burgers of bedrijven tot onlineprocedures die reeds op basis van het recht van de lidstaat of de Unie op nationaal niveau zijn vastgesteld, aan het algemene non-discriminatiebeginsel vast te houden. Gebruikers die niet in een lidstaat verblijven of gevestigd zijn, moeten toegang hebben tot onlineprocedures en die procedures kunnen doorlopen zonder daarbij te stuiten op belemmeringen, zoals velden van formulieren waarin alleen nationale telefoonnummers of postcodes kunnen worden ingevuld, vergoedingen die alleen met systemen zonder grensoverschrijdende betaalmogelijkheden kunnen worden betaald, het ontbreken van uitvoerige toelichtingen in een andere taal dan de nationale of talen van de lidstaat, het ontbreken van mogelijkheden om elektronische bewijzen van instanties uit een andere lidstaat in te dienen en het niet-aanvaarden van elektronische identificatiemiddelen die in andere lidstaten zijn afgegeven.
  • (16) 
    Deze verordening moet voortbouwen op de eIDAS-verordening 26 , waarin voorwaarden zijn vastgesteld waaronder lidstaten bepaalde elektronische identificatiemiddelen van natuurlijke personen en rechtspersonen erkennen die onder een aangemeld stelsel voor elektronische identificatie van een andere lidstaat vallen. Vanaf de datum van toepassing van die verordening moeten gebruikers hun elektronische identificatie- en authenticatiemiddelen kunnen gebruiken voor grensoverschrijdende activiteiten en elektronische interactie met bevoegde instanties.
  • (17) 
    In een aantal sectoriële handelingen van de Unie, zoals de dienstenrichtlijn 27 , de richtlijn erkenning beroepskwalificaties 28 en de richtlijnen inzake overheidsopdrachten 29 , is voorgeschreven dat de procedures volledig online beschikbaar moeten zijn. Deze verordening moet daaraan toevoegen dat een aantal belangrijke procedures voor burgers en bedrijven volledig online beschikbaar moeten zijn.
  • (18) 
    Om burgers en bedrijven in staat te stellen rechtstreeks te profiteren van de voordelen van de interne markt zonder onnodige extra administratieve belasting, moet deze verordening voorschrijven dat de gebruikersinterface van bepaalde, in bijlage II vermelde belangrijke procedures voor grensoverschrijdende gebruikers volledig gedigitaliseerd worden, en moeten criteria worden gegeven voor de definitie van een volledig online af te handelen procedure. De „registratie van een bedrijfsactiviteit” is een van die procedures die van bijzonder belang is voor bedrijven. De procedures die leiden tot de oprichting van een vennootschap als rechtspersoon moeten er echter niet onder vallen, aangezien die procedures een alomvattende benadering vereisen om digitale oplossingen in de gehele levenscyclus van een onderneming te vergemakkelijken. Wanneer bedrijven zich in een andere lidstaat vestigen, moeten zij zich bij een socialezekerheidsregeling en een verzekeringsregeling inschrijven om hun werknemers daarbij aan te melden en bijdragen aan beide regelingen te betalen. Deze twee registratieprocedures gelden voor alle bedrijven in alle sectoren van de economie en het is bijgevolg passend te verlangen dat zij online beschikbaar worden gesteld.
  • (19) 
    In sommige gevallen kan het bij de huidige stand van de techniek nog nodig zijn dat gebruikers in het kader van de onlineprocedure in persoon bij een bevoegde instantie verschijnen, met name als het gaat om de aanvraag of verlenging van paspoorten of identiteitskaarten die biometrische gegevens bevatten. Dergelijke uitzonderingen moeten worden beperkt tot situaties waarin er geen digitale technologie bestaat om de doeleinden van de procedure te verwezenlijken.
  • (20) 
    Deze verordening moet de bevoegdheden van nationale instanties voor de verschillende stappen van procedures onverlet laten, met inbegrip van de procedurele werkverdeling binnen en tussen hun bevoegde instanties, ongeacht of de betrokken stappen gedigitaliseerd zijn.
  • (21) 
    Deze verordening moet de bepalingen betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad 30 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad 31 , waarin de rechten en verplichtingen van verzekerden en socialezekerheidsinstellingen en de toepasselijke procedures op het gebied van de coördinatie van de sociale zekerheid vastgesteld zijn, onverlet laten.
  • (22) 
    Op het niveau van de lidstaten en de Unie zijn verscheidene netwerken en diensten opgericht om burgers en bedrijven te ondersteunen bij hun grensoverschrijdende activiteiten. Het is belangrijk dat deze diensten, waaronder de Europese consumentencentra, Uw Europa – Advies, Solvit, de helpdesk intellectuele-eigendomsrechten, Europe Direct en het Enterprise Europe Network, in de digitale toegangspoort worden opgenomen, zodat alle potentiële gebruikers ze kunnen vinden. De in bijlage III vermelde diensten zijn opgericht bij verbindende handelingen van de Unie, terwijl andere op vrijwillige basis functioneren. De eerstgenoemde diensten moeten gebonden zijn aan de in deze verordening vastgestelde kwaliteitscriteria, terwijl de andere diensten moeten aangeven dat zij aan de kwaliteitseisen voldoen als zij willen dat hun diensten via de toegangspoort toegankelijk zijn.
  • (23) 
    Bovendien kunnen de lidstaten en de Commissie, onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden, besluiten andere nationale diensten voor ondersteuning of probleemoplossing in de toegangspoort op te nemen die verleend worden door bevoegde instanties of particuliere of semi-particuliere instanties. In beginsel moeten de bevoegde instanties verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van burgers en bedrijven die vragen over de toepasselijke voorschriften en procedures hebben die door de onlinediensten niet volledig kunnen worden beantwoord. Als het echter zeer specialistische gebieden betreft en een door een particulier of semi-particulier orgaan verleende dienst aan de behoeften van de gebruikers voldoet, kunnen de lidstaten aan de Commissie voorstellen een dergelijke dienst in de toegangspoort op te nemen, mits deze aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet en hierdoor geen doublure ontstaat met reeds opgenomen diensten voor ondersteuning en probleemoplossing.
  • (24) 
    Om gebruikers de juiste dienst te helpen vinden, moet deze verordening een hulpmiddel bieden dat de gebruikers automatisch naar de juiste dienst leidt.
  • (25) 
    Voor het succes van de digitale toegangspoort is het cruciaal dat een minimumreeks kwaliteitseisen wordt nageleefd om te waarborgen dat de verstrekte informatie en diensten betrouwbaar zijn, aangezien de geloofwaardigheid van de toegangspoort als geheel anders ernstig zou worden geschaad. Als de informatie niet alleen in de nationale taal van een lidstaat, maar ook in ten minste één andere officiële taal van de Unie ter beschikking wordt gesteld, wordt deze aanzienlijk beter toegankelijk voor grensoverschrijdende gebruikers. De inhoud van de in de nationale taal of talen van de lidstaat weergegeven informatie moet bij de vertaling in deze andere officiële taal van de Unie accuraat worden weergegeven.
  • (26) 
    Zolang het technische hulpmiddel voor rechtstreekse uitwisseling van bewijzen tussen de bevoegde instanties van verschillende lidstaten nog niet beschikbaar is, moet deze verordening toestaan dat bewijzen worden geverifieerd die door gebruikers in elektronische vorm, zonder elektronisch zegel of certificatie van de uitgevende bevoegde instantie, worden verstrekt. Voor die gevallen moet deze verordening voorzien in een doeltreffend mechanisme voor de administratieve samenwerking tussen de bevoegde instanties van de lidstaten op basis van het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad 32 ingestelde Informatiesysteem interne markt (IMI). Verordening (EU) nr. 1024/2012 moet worden gewijzigd om toe te staan dat organen en instanties van de Unie actoren binnen het IMI worden.
  • (27) 
    Om de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren, zijn onlinediensten van de bevoegde instanties cruciaal. Als de overheidsdiensten binnen een lidstaat streven naar hergebruik van gegevens en steeds minder vaak van burgers en bedrijven verlangen dat zij dezelfde informatie meerdere keren verstrekken, moet hetzelfde worden bevorderd voor gebruikers die geconfronteerd worden met procedures in andere lidstaten, om de extra belasting te beperken.
  • (28) 
    Om het gebruik van onlineprocedures verder te vergemakkelijken, moet deze verordening overeenkomstig het eenmaligheidsbeginsel de grondslag leggen voor rechtstreekse uitwisseling, op verzoek van burgers en bedrijven, van bewijzen tussen de betrokken bevoegde instanties uit verschillende lidstaten. Het eenmaligheidsbeginsel houdt in dat burgers en bedrijven met het oog op grensoverschrijdende uitwisseling van bewijzen informatie slechts een keer aan overheidsinstanties hoeven te verstrekken.
  • (29) 
    Het beveiligde technische systeem dat voor de uitwisseling van bewijzen in het kader van deze verordening moet worden ingesteld, moet bevoegde instanties die een verzoek indienen zekerheid bieden dat het bewijs door de juiste uitgevende instantie is verstrekt.
  • (30) 
    Dat systeem moet beschikbaar zijn naast andere systemen die mechanismen voor de samenwerking tussen instanties bieden, zoals IMI of [e-kaart voor diensten], en mogen niet van invloed zijn op andere systemen, waaronder het in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 987/2009 beschreven systeem, het Uniform Europees Aanbestedingsdocument uit hoofde van Richtlijn (EU) 2014/24 van het Europees Parlement en de Raad 33 , de koppeling van nationale registers en de koppeling van centrale, handels- en vennootschapsregisters in het kader van Richtlijn 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad 34 en de koppeling van insolventieregisters in het kader van Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad 35 .
  • (31) 
    Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van een technisch systeem voor de uitwisseling van bewijzen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om met name de nadere technische specificaties vast te stellen van een systeem voor de verwerking van verzoeken van gebruikers om uitwisseling van bewijzen, de overdracht van bewijzen en de vereiste maatregelen om de integriteit en vertrouwelijkheid van de overdracht te waarborgen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 36 .
  • (32) 
    De bevoegde instanties en de Commissie moeten ervoor verantwoordelijk zijn dat de informatie, procedures en diensten waarvoor zij verantwoordelijk zijn, aan de kwaliteitscriteria beantwoorden. De nationale coördinatoren en de Commissie moeten toezien op de naleving van de kwaliteitscriteria op het niveau van de lidstaten, respectievelijk de Unie, en eventuele problemen oplossen. Deze verordening moet de Commissie uiteenlopende middelen verschaffen om elke verslechtering van de kwaliteit van de via de toegangspoort aangeboden diensten, rekening houdend met de ernst en het voortduren van de verslechtering, aan te pakken, waarbij ook de coördinatiegroep van de toegangspoort moet worden betrokken. Dit mag geen afbreuk doen aan de algemene verantwoordelijkheid van de Commissie voor het toezicht op de naleving van deze verordening.
  • (33) 
    Bij deze verordening moeten de belangrijkste functies worden gespecificeerd van de technische hulpmiddelen die de werking van de toegangspoort ondersteunen, en in het bijzonder de gemeenschappelijke gebruikersinterface, het register van koppelingen en de gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten. Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de toepassing van de technische oplossingen die de toegangspoort ondersteunen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om met het oog op de gebruikersinterface de nadere ordening, structuur en aanduiding te specificeren van de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing waarvoor de lidstaten en de Commissie verantwoordelijk zijn. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011. Bij deze verordening moeten ook duidelijk de verantwoordelijkheden aan de Commissie en de lidstaten worden toegewezen betreffende de ontwikkeling, de beschikbaarheid, het onderhoud en de beveiliging van deze hulpmiddelen.
  • (34) 
    Om het volledige potentieel van de in de toegangspoort op te nemen informatiegebieden, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing te ontwikkelen, moet bij de doelgroepen aanzienlijk meer bekendheid worden gegeven aan het bestaan en de werking ervan. Door de opname in de toegangspoort moeten gebruikers veel gemakkelijker de nodige informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing kunnen vinden, zelfs als zij niet vertrouwd zijn met enig element ervan. Bovendien zullen gecoördineerde promotiecampagnes nodig zijn om burgers en bedrijven in de hele Unie over het bestaan van de toegangspoort en de voordelen ervan te informeren. Om een zo groot mogelijk effect te sorteren, moeten de promotieactiviteiten gecoördineerd worden door de coördinatiegroep en moeten de lidstaten hun promotiecampagnes zodanig vormgeven dat er in elke situatie naar een gemeenschappelijk merk wordt verwezen, met de mogelijkheid om het merk van de digitale toegangspoort aan dat van nationale initiatieven te koppelen.
  • (35) 
    Om voldoende informatie te vergaren aan de hand waarvan de prestaties van de digitale toegangspoort kunnen worden gemeten, biedt deze verordening een kader voor de vaststelling van gemeenschappelijke specificaties voor de verzameling en analyse van gegevens over het gebruik van de via de toegangspoort aangeboden informatiegebieden, procedures en diensten. Teneinde de gedetailleerde categorieën te registreren gegevens en de methode voor de registratie en uitwisseling van gegevens te bepalen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 37 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
  • (36) 
    Om eenvormige voorschriften te waarborgen voor de methode voor de registratie en uitwisseling van statistische gegevens, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • (37) 
    De kwaliteit van de via de toegangspoort ter beschikking gestelde informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing moet hoofdzakelijk worden bewaakt met een hulpmiddel voor gebruikersreacties dat de gebruikers vraagt naar hun mening over de volledigheid en kwaliteit van de door hen gebruikte informatie, procedure of dienst voor ondersteuning of probleemoplossing. Deze reacties zullen worden verzameld met een gemeenschappelijk hulpmiddel waartoe de Commissie, de bevoegde instanties en de nationale coördinatoren toegang moeten hebben. Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening ten aanzien van de functies van dat hulpmiddel voor gebruikersreacties en de voorschriften voor het verzamelen en delen van de gebruikersreacties, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • (38) 
    Deze verordening moet gebruikers de mogelijkheid bieden via een in de toegangspoort opgenomen hulpmiddel voor reacties over de interne markt op vrijwillige en anonieme basis problemen en moeilijkheden te melden die zij bij de uitoefening van hun internemarktrechten hebben ondervonden. Dat hulpmiddel moet slechts beschouwd worden als aanvulling op de mechanismen voor de behandeling van klachten, aangezien het niet voorziet in de mogelijkheid gebruikers een persoonlijk antwoord te geven. De ontvangen informatie moet worden gecombineerd met informatie van diensten voor ondersteuning en probleemoplossing over door hen behandelde zaken en worden verwerkt in een overzicht van de perceptie van de interne markt door de gebruikers, en tevens worden gebruikt om knelpunten vast te stellen met het oog op mogelijke toekomstige maatregelen ter verbetering van de werking van de interne markt.
  • (39) 
    Om de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken, met name door uitwisseling van beste praktijken en samenwerking om de informatie op consistentere wijze te presenteren, zoals vereist bij deze verordening, moet een coördinatiegroep worden opgericht, die uit de nationale coördinatoren bestaat en door een vertegenwoordiger van de Commissie wordt voorgezeten. De werkzaamheden van de groep moeten overeenkomen met de doelstellingen in het jaarlijkse werkprogramma.
  • (40) 
    Wanneer de maatregelen waarin deze verordening voorziet de verwerking van persoonsgegevens met zich meebrengen, dient deze verwerking te geschieden overeenkomstig het recht van de Unie inzake de bescherming van persoonsgegevens, en met name [Richtlijn 95/46/EG 38 ], [Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 39 ] en [nieuwe verordening ter vervanging van (EG) nr. 45/2001] van het Europees Parlement en de Raad.
  • (41) 
    Deze verordening heeft tot doel ervoor te zorgen dat gebruikers die in andere lidstaten actief zijn, onlinetoegang hebben tot volledige, betrouwbare en begrijpelijke informatie van de Unie en de lidstaten over rechten, voorschriften en verplichtingen, tot onlineprocedures die volledig grensoverschrijdend afgehandeld kunnen worden en tot diensten voor ondersteuning en probleemoplossing. Daar dat doel niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
  • (42) 
    Om de lidstaten en de Commissie de gelegenheid te geven de nodige hulpmiddelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te ontwikkelen en in gebruik te nemen, moeten enkele bepalingen vanaf twee jaar na de inwerkingtreding van toepassing zijn.
  • (43) 
    Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en de beginselen die met name zijn vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en moet worden uitgevoerd overeenkomstig die rechten en beginselen.
  • (44) 
    Overeenkomstig [artikel 28, lid 2,] van Verordening [(EG) nr. 45/2001] [nieuwe verordening betreffende de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming] is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op [datum in te voegen] heeft hij een advies uitgebracht,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Onderwerp

  • 1. 
    Bij deze verordening worden:
  • a) 
    regels vastgesteld voor de oprichting en exploitatie van één digitale toegangspoort om burgers en bedrijven eenvoudig toegang te geven tot uitgebreide informatie van goede kwaliteit, doeltreffende diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en efficiënte procedures ten aanzien van de regels van de Unie en van de lidstaten die van toepassing zijn op burgers en bedrijven die hun op de rechtsorde van de Unie gebaseerde rechten op het gebied van de in artikel 26, lid 2, VWEU, bedoelde interne markt uitoefenen of wensen uit te oefenen;
  • b) 
    het gebruik van procedures door gebruikers uit andere lidstaten, alsook de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel, vergemakkelijkt;
  • c) 
    regels vastgesteld voor de rapportage over belemmeringen op de interne markt op basis van de verzameling van gebruikersreacties en statistieken betreffende de in de toegangspoort opgenomen diensten.

Artikel 2

Oprichting van één digitale toegangspoort

  • 1. 
    De Commissie en de bevoegde instanties richten overeenkomstig deze verordening één digitale toegangspoort op (hierna „de toegangspoort” genoemd). De toegangspoort bestaat uit een gemeenschappelijke gebruikersinterface die opgenomen is in één, door de Commissie beheerd portaal, met koppelingen naar relevante websites van de lidstaten en de Unie.
  • 2. 
    De toegangspoort biedt toegang tot:
  • a) 
    informatie over de in het recht van de Unie en de lidstaten vastgestelde rechten, verplichtingen en regels die van toepassing zijn op gebruikers die hun op de rechtsorde van de Unie gebaseerde rechten op het gebied van de interne markt op de in bijlage I vermelde terreinen uitoefenen of wensen uit te oefenen;
  • b) 
    informatie over en koppelingen naar op het niveau van de Unie of de lidstaten vastgestelde procedures voor de uitoefening van die rechten en de naleving van die verplichtingen en regels;
  • c) 
    informatie over en koppelingen naar diensten voor ondersteuning en probleemoplossing waarvan burgers en bedrijven gebruik kunnen maken als zij vragen of problemen hebben in verband met hun rechten, verplichtingen of procedures, zoals bedoeld onder a) en b), vermeld in bijlage III en bedoeld in artikel 6.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke gebruikersinterface (hierna „de gemeenschappelijke gebruikersinterface” genoemd) is beschikbaar in alle officiële talen van de Unie.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. 
    „gebruiker”: iedere burger van de Unie, iedere natuurlijke persoon met verblijfplaats in een lidstaat en iedere rechtspersoon met statutaire zetel in een lidstaat die via de toegangspoort toegang krijgt tot de in artikel 2, lid 2, bedoelde informatie, procedures of diensten voor ondersteuning en probleemoplossing;
  • 2. 
    „procedure”: reeks handelingen die gebruikers moeten verrichten om aan de voorschriften te voldoen of een bevoegde instantie een beslissing te laten nemen om hun in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde rechten te kunnen uitoefenen;
  • 3. 
    „bevoegde instantie”: orgaan of instantie van een lidstaat waaraan op nationaal, regionaal of lokaal niveau specifieke verantwoordelijkheden zijn toegewezen in verband met de onder deze verordening vallende informatie, procedures of diensten voor ondersteuning en probleemoplossing;
  • 4. 
    „bewijs”: documenten en gegevens, met inbegrip van teksten en geluids- en/of beeldopnamen, ongeacht de gebruikte drager, die door een bevoegde instantie zijn verstrekt om feiten aan te tonen of te bewijzen dat voorschriften zijn nageleefd in verband met de in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde procedures.

Hoofdstuk II

Diensten van de toegangspoort

Artikel 4

Toegang tot informatie

  • 1. 
    De lidstaten bieden de gebruikers op hun nationale webpagina's gemakkelijk onlinetoegang tot:
  • a) 
    de in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde informatie, betreffende rechten, verplichtingen en regels die op het nationale recht gebaseerd zijn;
  • b) 
    de in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde informatie, betreffende procedures die op nationaal niveau zijn vastgesteld;
  • c) 
    de in artikel 2, lid 2, onder c), bedoelde informatie, betreffende diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die op nationaal niveau worden verleend.
  • 2. 
    De Commissie biedt de gebruikers via het in artikel 2, lid 1, bedoelde portaal gemakkelijk onlinetoegang tot:
  • a) 
    de in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde informatie, betreffende rechten, verplichtingen en regels die op het recht van de Unie gebaseerd zijn;
  • b) 
    de in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde informatie, betreffende procedures die op het niveau van de Unie zijn vastgesteld;
  • c) 
    de in artikel 2, lid 2, onder c), bedoelde informatie, betreffende diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die op het niveau van de Unie worden verleend.

Artikel 5

Toegang tot procedures

  • 1. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat elke in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde procedure die op nationaal niveau is vastgesteld en online toegankelijk en af te handelen is voor gebruikers van die lidstaat, op niet-discriminerende wijze ook toegankelijk en af te handelen is voor gebruikers van andere lidstaten.
  • 2. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat gebruikers de in bijlage II vermelde procedures volledig online kunnen afhandelen.
  • 3. 
    De in lid 2 bedoelde procedures worden geacht volledig online afgehandeld te kunnen worden als de identificatie, verstrekking van informatie en bewijzen, ondertekening en definitieve indiening op afstand elektronisch kunnen worden verricht via één communicatiekanaal en als het resultaat van de procedure eveneens elektronisch wordt afgegeven.
  • 4. 
    Als het doel van een in lid 2 bedoelde procedure niet kan worden bereikt zonder dat de gebruiker op enig moment van de procedure in persoon bij de bevoegde instantie verschijnt, beperken de lidstaten die fysieke aanwezigheid tot hetgeen strikt noodzakelijk is en objectief gezien gerechtvaardigd is en zorgen zij ervoor dat de overige stappen van de procedure volledig online kunnen worden afgehandeld. Zij melden deze uitzonderingen aan de Commissie.
  • 5. 
    Deze verordening heeft geen gevolgen voor de inhoud van of de rechten die verleend zijn door procedures die op de onder deze verordening vallende terreinen op het niveau van de Unie of de lidstaten zijn vastgesteld.
  • 6. 
    Dit artikel staat er niet aan in de weg dat lidstaten gebruikers de aanvullende mogelijkheid geven om op een andere wijze dan via een onlinekanaal toegang te krijgen tot de in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde procedures en die op een andere wijze af te handelen.

Artikel 6

Toegang tot diensten voor ondersteuning en probleemoplossing

  • 1. 
    De lidstaten en de Commissie bieden de gebruikers gemakkelijk onlinetoegang tot de in artikel 2, lid 2, onder c), bedoelde diensten voor ondersteuning en probleemoplossing.
  • 2. 
    De nationale coördinatoren en de Commissie kunnen overeenkomstig artikel 16, leden 2 en 3, koppelingen opnemen naar andere dan de in bijlage III vermelde diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die door de bevoegde instanties, de Commissie of de organen en instanties van de Unie worden verleend, mits die diensten aan de kwaliteitseisen in de artikelen 9 en 13 voldoen.
  • 3. 
    De nationale coördinator kan, indien dat nodig is om in de behoeften van de gebruikers te voorzien, de Commissie voorstellen in de toegangspoort koppelingen op te nemen naar diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die door particuliere of semi-particuliere entiteiten worden verleend, mits die entiteiten aan de volgende voorwaarden voldoen:
  • a) 
    de dienst biedt informatie of ondersteuning op de terreinen en voor de doeleinden die onder deze verordening vallen en vormt een aanvulling op diensten die al in de toegangspoort zijn opgenomen;
  • b) 
    de dienst wordt kosteloos of tegen een voor micro-ondernemingen of burgers betaalbare prijs aangeboden;
  • c) 
    de dienst voldoet aan de voorschriften in de artikelen 9 en 13.
  • 4. 
    Als de nationale coördinator overeenkomstig lid 3 heeft voorgesteld een koppeling op te nemen en die koppeling overeenkomstig artikel 16, lid 3, verstrekt, beoordeelt de Commissie of aan de voorwaarden van dat lid wordt voldaan en activeert zij de koppeling indien dat het geval is.

Hoofdstuk III

Kwaliteitseisen

Afdeling 1

Kwaliteitseisen voor informatie over rechten, verplichtingen en regels, over procedures en over diensten voor ondersteuning en probleemoplossing

Artikel 7

Kwaliteit van informatie over rechten, verplichtingen en regels

  • 1. 
    Wanneer de bevoegde instanties en de Commissie overeenkomstig artikel 4 verantwoordelijk zijn voor het bieden van toegang tot de in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde informatie, zorgen zij ervoor dat die informatie:
  • a) 
    volledig en accuraat is en alle elementen omvat waarover de gebruikers geïnformeerd moeten zijn om hun rechten geheel overeenkomstig de toepasselijke regels en verplichtingen uit te oefenen;
  • b) 
    zo nodig verwijzingen en koppelingen naar rechtshandelingen, technische specificaties en richtsnoeren omvat;
  • c) 
    de naam omvat van de entiteit die verantwoordelijk is voor de inhoud van de informatie;
  • d) 
    de contactgegevens van eventuele relevante diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en koppelingen naar die diensten omvat;
  • e) 
    de datum vermeldt waarop de informatie is gepubliceerd en voor het laatst is bijgewerkt;
  • f) 
    een duidelijke structuur en presentatie heeft, zodat gebruikers snel de nodige informatie vinden;
  • g) 
    voortdurend actueel is;
  • h) 
    is geschreven in duidelijke en begrijpelijke taal, die op de behoeften van de beoogde gebruikers is afgestemd.
  • 2. 
    De bevoegde instanties stellen de informatie ter beschikking in ten minste één officiële taal van de Unie, naast de nationale taal of talen van de lidstaat.

Artikel 8

Kwaliteit van informatie over procedures

  • 1. 
    Om aan artikel 4 te voldoen, zorgen de bevoegde instanties en de Commissie ervoor dat de gebruikers alvorens zij zich moeten identificeren om te beginnen aan een procedure als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder b), toegang hebben tot een duidelijke en gebruikersvriendelijke uitleg van:
  • a) 
    de verschillende stappen van de procedure;
  • b) 
    de voor de procedure geaccepteerde wijzen van authenticatie, identificatie en ondertekening;
  • c) 
    de aard en vorm van de te verstrekken bewijzen;
  • d) 
    de rechtsmiddelen en beroepsmogelijkheden waarover de gebruiker beschikt bij geschillen met de bevoegde instanties over de uitkomst van de procedure;
  • e) 
    de eventueel verschuldigde vergoedingen en de onlinebetaalmethode;
  • f) 
    de geschatte tijd die nodig is om de procedure af te handelen en eventuele geldende uiterste termijnen;
  • g) 
    de taal of talen waarin de procedure kan worden uitgevoerd.
  • 2. 
    Als de in lid 1 bedoelde uitleg al beschikbaar is gesteld aan gebruikers van de lidstaat, kan voor de doeleinden van deze verordening dezelfde uitleg worden gebruikt, mits daarin, zo nodig, alle informatie is opgenomen die van toepassing is op de situatie van gebruikers van andere lidstaten.
  • 3. 
    De bevoegde instanties stellen de in lid 1 bedoelde uitleg ter beschikking in ten minste één officiële taal van de Unie, naast de nationale taal of talen van de lidstaat.

Artikel 9

Kwaliteit van informatie over diensten voor ondersteuning en probleemoplossing

  • 1. 
    Om aan artikel 4 te voldoen, zorgen de bevoegde instanties en de Commissie ervoor dat de gebruikers alvorens zij een verzoek indienen voor een dienst als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder c), toegang hebben tot een duidelijke en gebruikersvriendelijke uitleg van:
  • a) 
    de aard, het doel en de verwachte resultaten van de geboden dienst;
  • b) 
    de naam en contactgegevens van de entiteit die verantwoordelijk is voor de dienst;
  • c) 
    de eventueel verschuldigde vergoedingen en de onlinebetaalmethode;
  • d) 
    de geschatte tijd die nodig is om de dienst te verlenen, of een gemiddelde antwoordtermijn;
  • e) 
    de taal of talen waarin het verzoek kan worden ingediend en die in latere contacten kunnen worden gebruikt.
  • 2. 
    De bevoegde instanties stellen de in lid 1 bedoelde uitleg ter beschikking in ten minste één officiële taal van de Unie, naast de nationale taal of talen van de lidstaat.

Afdeling 2

Vereisten voor onlineprocedures

Artikel 10

Kwaliteitseisen voor onlineprocedures

De bevoegde instanties zorgen ervoor dat bij de in artikel 5, lid 1, bedoelde procedures waarvoor zij verantwoordelijk zijn:

  • a) 
    de uiterste termijnen die tijdens de procedure voor de bevoegde instanties gelden, worden nageleefd;
  • b) 
    de gebruikers, wanneer de toepasselijke uiterste termijnen niet worden nageleefd, vooraf worden geïnformeerd over de redenen daarvoor en in kennis worden gesteld van een nieuwe uiterste termijn.

Artikel 11

Grensoverschrijdende toegang tot onlineprocedures

  • 1. 
    De bevoegde instanties zorgen ervoor dat wanneer de in artikel 5, lid 1, bedoelde procedures online worden aangeboden, ten minste aan de volgende vereisten wordt voldaan:
  • a) 
    de gebruikers verkrijgen toegang en ontvangen instructies voor de afhandeling van de procedure in ten minste één officiële taal van de Unie, naast de nationale taal of talen van de lidstaat;
  • b) 
    de gebruikers worden niet gehinderd door velden van formulieren die alleen gegevens in specifieke nationale formaten accepteren;
  • c) 
    de gebruikers kunnen zich identificeren en documenten ondertekenen en authenticeren met behulp van elektronische identificatie- en authenticatiemiddelen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad wanneer identificatie en ondertekening vereist zijn;
  • d) 
    de gebruikers kunnen in elektronische vorm bewijzen verstrekken waaruit blijkt dat de toepasselijke voorschriften worden nageleefd;
  • e) 
    indien een betaling vereist is om de procedure af te ronden, kunnen de gebruikers de verschuldigde vergoeding online betalen met behulp van grensoverschrijdende betaaldiensten, waaronder ten minste de in Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad 40 omschreven overmakingen of automatische afschrijvingen.
  • 2. 
    Als de bevoegde instanties gedigitaliseerde kopieën van niet-elektronische identiteitsbewijzen, zoals identiteitskaarten of paspoorten, van gebruikers van de lidstaat aanvaarden, aanvaarden zij ook dergelijke gedigitaliseerde kopieën van gebruikers uit andere lidstaten.
  • 3. 
    De bevoegde instanties werken via het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad ingestelde Informatiesysteem interne markt (IMI) samen wanneer dat nodig is om de authenticiteit te controleren van bewijzen die gebruikers in elektronische vorm hebben ingediend met het oog op een onlineprocedure.

Artikel 12

Grensoverschrijdende uitwisseling van bewijzen tussen bevoegde instanties

  • 1. 
    De Commissie stelt in samenwerking met de lidstaten een technisch systeem in voor de elektronische uitwisseling van bewijzen tussen de bevoegde instanties in verschillende lidstaten (hierna „het technische systeem” genoemd) met het oog op de in bijlage II vermelde onlineprocedures en de bij de Richtlijnen 2005/36/EG, 2006/123/EG, 2014/24/EU en 2014/25/EU vastgestelde procedures.
  • 2. 
    Het technische systeem voldoet aan de volgende eisen:
  • a) 
    het biedt uitwisselingsmogelijkheden voor de verwerking van verzoeken om bewijzen;
  • b) 
    het biedt bevoegde instanties de mogelijkheid bewijzen naar elkaar te verzenden;
  • c) 
    het biedt bevoegde instanties de mogelijkheid een ontvangen bewijs te verwerken;
  • d) 
    het waarborgt de vertrouwelijkheid en integriteit van het bewijs;
  • e) 
    het biedt de gebruiker de mogelijkheid het uit te wisselen bewijs vooraf te bekijken.
  • 3. 
    De lidstaten integreren het technische systeem in de in lid 1 bedoelde procedures.
  • 4. 
    Op uitdrukkelijk verzoek van de gebruiker dienen de bevoegde instanties die verantwoordelijk zijn voor de in lid 1 bedoelde onlineprocedures, via het technische systeem rechtstreeks een verzoek om een bewijs in bij bevoegde instanties die bewijzen verstrekken in andere lidstaten. De instanties die bewijzen verstrekken, stellen die bewijzen, behoudens lid 2, punt d), via hetzelfde systeem ter beschikking.
  • 5. 
    Wanneer bevoegde instanties binnen hun eigen lidstaat bewijzen in elektronische vorm verstrekken met het oog op de in lid 1 bedoelde procedures, stellen zij die bewijzen ook via het technische systeem ter beschikking van bevoegde instanties uit andere lidstaten die daarom verzoeken.
  • 6. 
    Het door een bevoegde instantie ter beschikking gestelde bewijs is strikt beperkt tot hetgeen gevraagd is en de instantie die het ontvangt, gebruikt het uitsluitend voor het doeleinde van de procedure waarvoor het bewijs is uitgewisseld.
  • 7. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin de voor de uitvoering van dit artikel benodigde specificaties van het technische systeem worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 34, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.
  • 8. 
    De leden 3 tot en met 6 zijn niet van toepassing op procedures die op het niveau van de Unie zijn vastgesteld en die voorzien in andere mechanismen voor de uitwisseling van bewijzen, tenzij het in lid 1 bedoelde technische systeem in die procedures is geïntegreerd overeenkomstig de handelingen van de Unie waarbij zij zijn vastgesteld.

Afdeling 3

Kwaliteitseisen voor diensten voor ondersteuning en probleemoplossing

Artikel 13

Kwaliteitseisen voor diensten voor ondersteuning en probleemoplossing

De bevoegde instanties en de Commissie zorgen ervoor dat de in bijlage III vermelde diensten, alsook de diensten die overeenkomstig artikel 6, leden 2, 3 en 4, in de toegangspoort zijn opgenomen, aan de volgende kwaliteitseisen voldoen:

  • a) 
    de uiterste termijnen die tijdens de verlening van de dienst voor de bevoegde instanties gelden, worden nageleefd;
  • b) 
    de gebruikers worden, wanneer de toepasselijke uiterste termijnen niet worden nageleefd, vooraf geïnformeerd over de redenen daarvoor en in kennis gesteld van een nieuwe uiterste termijn;
  • c) 
    indien een betaling vereist is voor de verlening van een dienst, kunnen de gebruikers de verschuldigde vergoeding online betalen met behulp van grensoverschrijdende betaaldiensten, waaronder ten minste de in Verordening (EU) nr. 260/2012 omschreven overmakingen of automatische afschrijvingen.

Afdeling 4

Kwaliteitsbewaking

Artikel 14

Kwaliteitsbewaking

  • 1. 
    De nationale coördinatoren en de Commissie zien erop toe dat de via de toegangspoort ter beschikking gestelde informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing waarvoor zij verantwoordelijk zijn, voldoen aan de kwaliteitseisen in de artikelen 7 tot en met 11 en 13. Zij doen dit aan de hand van de overeenkomstig artikel 22 verzamelde gegevens.
  • 2. 
    Als de kwaliteit van de in lid 1 bedoelde diensten die door de bevoegde instanties worden verleend, verslechtert, kan de Commissie de volgende maatregelen treffen, rekening houdend met de ernst en het voortduren van de verslechtering:
  • a) 
    de betrokken nationale coördinator informeren en corrigerende maatregelen verlangen;
  • b) 
    de kwaliteitsverslechtering in de coördinatiegroep laten bespreken;
  • c) 
    een brief met aanbevelingen aan de lidstaat sturen;
  • d) 
    de koppeling in de toegangspoort naar de informatie, procedure of dienst voor ondersteuning of probleemoplossing tijdelijk uitschakelen.
  • 3. 
    Als een dienst voor ondersteuning of probleemoplossing waarnaar overeenkomstig artikel 6, lid 2, koppelingen zijn opgenomen, blijvend niet aan de voorschriften in artikel 13 beantwoordt of blijkens de overeenkomstig artikel 22 verzamelde gegevens niet meer aan de behoeften van de gebruikers voldoet, kan de Commissie die koppelingen van de toegangspoort verwijderen.

Hoofdstuk IV

Technische oplossingen

Artikel 15

Gemeenschappelijke gebruikersinterface

  • 1. 
    De Commissie verstrekt een gemeenschappelijke gebruikersinterface om de toegangspoort naar behoren te doen functioneren.
  • 2. 
    De gemeenschappelijke gebruikersinterface biedt door middel van koppelingen naar de desbetreffende websites op het niveau van de lidstaten en de Unie, die in het in artikel 16 bedoelde register zijn opgenomen, toegang tot de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning of probleemoplossing.
  • 3. 
    De lidstaten en de Commissie zorgen er, bij het vervullen van hun in artikel 4 beschreven taken en verantwoordelijkheden, voor dat de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing op zodanige wijze worden geordend, gestructureerd en aangeduid dat zij gemakkelijker te vinden zij via de gebruikersinterface.
  • 4. 
    De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de nadere ordening, structuur en aanduiding van de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing zijn bepaald, om te waarborgen dat de gemeenschappelijke gebruikersinterface naar behoren functioneert. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

Artikel 16

Register van koppelingen

  • 1. 
    Door de Commissie wordt een elektronisch register van koppelingen opgesteld en bijgehouden betreffende de in artikel 2, lid 2, bedoelde informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing, waardoor die diensten verbonden kunnen worden met de gemeenschappelijke gebruikersinterface van de toegangspoort.
  • 2. 
    De Commissie verstrekt de koppelingen naar de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die toegankelijk zijn via de webpagina's die op het niveau van de Unie worden beheerd, alsook alle latere bijwerkingen daarvan, aan het register van koppelingen.
  • 3. 
    De nationale coördinatoren verstrekken de koppelingen naar de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die toegankelijk zijn via de webpagina's die door de bevoegde instanties of door de in artikel 6, lid 3, bedoelde particuliere of semi-particuliere entiteiten worden beheerd, alsook alle latere bijwerkingen daarvan, aan het register van koppelingen.

    Wanneer de nationale coördinatoren de koppelingen naar diensten voor ondersteuning en probleemoplossing verstrekken, geven zij aan welke diensten door de in artikel 6, lid 3, bedoelde particuliere of semi-particuliere entiteiten worden verleend.

  • 4. 
    De Commissie maakt de in het register opgenomen koppelingen openbaar.
  • 5. 
    De Commissie en de nationale coördinatoren zorgen ervoor dat de via de toegangspoort geboden informatie, procedures en diensten voor ondersteuning of probleemoplossing geen onnodige volledige of gedeeltelijke doublures bevatten waardoor gebruikers in verwarring kunnen raken.
  • 6. 
    Als de in artikel 4 bedoelde informatie uit hoofde van andere wetgevingshandelingen van de Unie beschikbaar gesteld moet worden, kunnen de nationale coördinatoren en de Commissie aan de voorschriften van dat artikel voldoen door koppelingen naar die informatie te verstrekken.

Artikel 17

Gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten

  • 1. 
    Om de toegang tot de in bijlage III vermelde en in artikel 6, leden 2 en 3, bedoelde diensten voor ondersteuning en probleemoplossing te vergemakkelijken, zorgen de bevoegde instanties en de Commissie ervoor dat de gebruikers toegang tot deze diensten hebben via de gemeenschappelijke zoekfunctie voor diensten voor ondersteuning en probleemoplossing (hierna „de gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten” genoemd) die beschikbaar is via de toegangspoort.
  • 2. 
    De Commissie ontwikkelt en beheert de gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten en beslist over de structuur en de vorm waarin de beschrijvingen en contactgegevens van de diensten voor ondersteuning en probleemoplossing moeten worden verstrekt om te waarborgen dat de gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten naar behoren functioneert.
  • 3. 
    De nationale coördinatoren verstrekken de in lid 2 bedoelde beschrijvingen en contactgegevens aan de Commissie.

Artikel 18

Verantwoordelijkheid voor ondersteunende IT-applicaties van de toegangspoort

  • 1. 
    De Commissie is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, de beschikbaarheid, het onderhoud, de beveiliging en de hosting van de volgende IT-applicaties en webpagina's:
  • a) 
    het in artikel 2, lid 1, bedoelde portaal;
  • b) 
    de in artikel 15, lid 1, bedoelde gemeenschappelijke gebruikersinterface;
  • c) 
    het in artikel 16, lid 1, bedoelde register van koppelingen;
  • d) 
    de in artikel 17, bedoelde gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten;
  • e) 
    de in artikel 22, lid 1, en artikel 23, lid 1, onder a), bedoelde hulpmiddelen voor gebruikersreacties.
  • 2. 
    De bevoegde instanties zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling, de beschikbaarheid, het onderhoud en de beveiliging van IT-applicaties in verband met door hen beheerde webpagina's die gekoppeld zijn aan de gemeenschappelijke gebruikersinterface.

Hoofdstuk V

Promotie

Artikel 19

Naam en kwaliteitslabel

  • 1. 
    De Commissie zal ten laatste op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, in nauwe samenwerking met de coördinatiegroep van de toegangspoort beslissen over de naam en het logo waaronder de toegangspoort bij het grote publiek bekend moet worden en moet worden gepromoot.
  • 2. 
    De naam van de toegangspoort dient ook als kwaliteitslabel, dat alleen in die zin mag worden gebruikt door de in het in artikel 16 bedoelde register opgenomen informatiewebsites en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing om aan te tonen dat zij aan de in hoofdstuk III bedoelde kwaliteitseisen voldoen.

Artikel 20

Promotie

  • 1. 
    De bevoegde instanties en de Commissie bevorderen de bekendheid en het gebruik van de toegangspoort onder burgers en bedrijven en zorgen ervoor dat de toegangspoort en de diensten ervan toegankelijk en zichtbaar zijn via de zoekmachines die voor het publiek beschikbaar zijn.
  • 2. 
    De bevoegde instanties en de Commissie coördineren hun in lid 1 bedoelde promotieactiviteiten en gebruiken daarbij het logo van de toegangspoort om ernaar te verwijzen, eventueel in combinatie met andere merknamen.
  • 3. 
    De bevoegde instanties en de Commissie zorgen ervoor dat de toegangspoort eenvoudig te vinden is via de verwante portaalsites waarvoor zij verantwoordelijk zijn en dat alle relevante websites duidelijke koppelingen naar de toegangspoort bevatten.
  • 4. 
    De nationale coördinatoren promoten de toegangspoort binnen de nationale instanties.

Hoofdstuk VI

Verzameling van gebruikersreacties en statistieken

Artikel 21

Gebruikersstatistieken

  • 1. 
    De bevoegde instanties en de Commissie zorgen ervoor dat statistische gegevens worden verzameld betreffende de bezoekersaantallen van de toegangspoort en de aan de toegangspoort gekoppelde webpagina's teneinde de doelmatigheid van de toegangspoort te verbeteren.
  • 2. 
    De bevoegde instanties en de Commissie registreren de aantallen, de herkomst en het onderwerp van de verzoeken die gedaan worden bij de diensten voor ondersteuning en probleemoplossing, alsook de antwoordtermijnen ervan, en wisselen deze gegevens in geaggregeerde vorm uit.
  • 3. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 34 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de gedetailleerde categorieën gegevens die overeenkomstig lid 2 geregistreerd moeten worden voor de informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing waarnaar de toegangspoort koppelingen bevat.
  • 4. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin de methode voor de registratie en uitwisseling van die statistische gegevens worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

Artikel 22

Gebruikersreacties betreffende de diensten van de toegangspoort

  • 1. 
    Om rechtstreeks informatie van gebruikers over hun tevredenheid over de in de toegangspoort opgenomen diensten te verzamelen biedt de Commissie de gebruikers via de toegangspoort een gebruikersvriendelijk hulpmiddel waarmee zij onmiddellijk na gebruik van de in artikel 2, lid 2, bedoelde diensten anoniem feedback kunnen geven over de kwaliteit en de beschikbaarheid van de via de toegangspoort verleende diensten en van de gemeenschappelijke gebruikersinterface.
  • 2. 
    De bevoegde instanties en de Commissie nemen op alle webpagina's die deel uitmaken van de toegangspoort, een passende koppeling naar dit hulpmiddel op. De bevoegde instanties werken samen met de Commissie en integreren een dergelijk hulpmiddel in de webpagina's waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
  • 3. 
    De Commissie en de nationale coördinatoren hebben rechtstreeks toegang tot de via dit hulpmiddel verzamelde gebruikersreacties om gemelde problemen op te lossen.
  • 4. 
    In afwijking van lid 2 hoeven de bevoegde instanties het in lid 1 bedoelde hulpmiddel voor gebruikersreacties niet op hun aan de toegangspoort gekoppelde webpagina's op te nemen wanneer op die webpagina's een mechanisme voor gebruikersreacties met soortgelijke functies als het in lid 1 bedoelde hulpmiddel beschikbaar is om de kwaliteit van de dienst te bewaken. De bevoegde instanties verzamelen de via het hulpmiddel voor gebruikersreacties ontvangen gebruikersreacties en delen die met de Commissie en de nationale coördinatoren van de andere lidstaten.
  • 5. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin voorschriften voor het verzamelen en delen van de gebruikersreacties worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

Artikel 23

Rapportage over de werking van de interne markt

  • 1. 
    De Commissie:
  • a) 
    biedt de gebruikers van de toegangspoort een gebruikersvriendelijk hulpmiddel waarmee zij belemmeringen die zij bij de uitoefening van hun internemarktrechten ondervinden, anoniem kunnen melden;
  • b) 
    verzamelt informatie over de diensten voor ondersteuning en probleemoplossing betreffende het onderwerp van verzoeken en antwoorden.
  • 2. 
    De Commissie publiceert een geanonimiseerd onlineoverzicht van de problemen die uit de overeenkomstig lid 1 verzamelde informatie naar voren komen.
  • 3. 
    De lidstaten en de Commissie analyseren en onderzoeken de gemelde problemen en lossen die zo mogelijk op passende wijze op.

Hoofdstuk VII

Beheer van de toegangspoort

Artikel 24

Nationale coördinatoren

  • 1. 
    Elke lidstaat benoemt een nationale coördinator. Behalve het vervullen van hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 6, 14, 16, 17, 20 en 22 doen de nationale coördinatoren het volgende:
  • a) 
    zij fungeren als nationaal contactpunt voor alle aangelegenheden met betrekking tot de toegangspoort;
  • b) 
    zij zijn verantwoordelijk voor de contacten met de Commissie betreffende alle aangelegenheden met betrekking tot de toegangspoort;
  • c) 
    zij bevorderen de uniforme toepassing van de artikelen 7 tot en met 13 door de nationale autoriteiten;
  • d) 
    zij zorgen ervoor dat de in artikel 14, lid 2, onder c), bedoelde aanbevelingen naar behoren worden gevolgd.
  • 2. 
    Elke lidstaat deelt aan de andere lidstaten en de Commissie de naam en de contactgegevens van zijn nationale coördinator mee.

Artikel 25

Coördinatiegroep

Er wordt een coördinatiegroep opgericht (hierna „de coördinatiegroep van de toegangspoort” genoemd). Deze groep bestaat uit de nationale coördinatoren en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. De coördinatiegroep van de toegangspoort stelt haar reglement van orde vast. Het secretariaat wordt door de Commissie verzorgd.

Artikel 26

Taken van de coördinatiegroep van de toegangspoort

  • 1. 
    De coördinatiegroep van de toegangspoort ondersteunt de uitvoering van de toegangspoort. De groep doet met name het volgende:
  • a) 
    zij vergemakkelijkt de uitwisseling en de regelmatige aanpassing van beste praktijken;
  • b) 
    zij bespreekt verbeteringen voor de presentatie van informatie op de in bijlage I vermelde gebieden;
  • c) 
    zij bespreekt het ontwerp van het jaarlijkse werkprogramma;
  • d) 
    zij ondersteunt de Commissie bij het toezicht op de uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma;
  • e) 
    zij ondersteunt de Commissie bij het toezicht op de naleving van de voorschriften in de artikelen 7 tot en met 11 en 13;
  • f) 
    zij informeert over de uitvoering van artikel 5, lid 2;
  • g) 
    zij geeft adviezen en doet aanbevelingen voor maatregelen aan de bevoegde instanties en de Commissie om onnodige doublures van de via de toegangspoort beschikbare diensten te vermijden of weg te nemen;
  • h) 
    zij geeft adviezen over procedures of organisatorische maatregelen om door de gebruikers gemelde problemen betreffende de kwaliteit van de diensten doeltreffend aan te pakken of suggesties voor verbeteringen te doen;
  • i) 
    zij bespreekt vraagstukken in verband met de kwaliteitseisen voor de via de toegangspoort verleende diensten;
  • j) 
    zij ondersteunt de Commissie op het gebied van de ordening, de structuur en de presentatie van de in artikel 2, lid 2, bedoelde diensten in de gemeenschappelijke gebruikersinterface;
  • k) 
    zij bevordert de ontwikkeling en uitvoering van de gecoördineerde promotie;
  • l) 
    zij werkt samen met de beheersorganen van informatiediensten en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing of netwerken daarvan.
  • 2. 
    De Commissie kan de coördinatiegroep raadplegen over elke aangelegenheid betreffende de toepassing van deze verordening.

Artikel 27

Jaarlijks werkprogramma

  • 1. 
    De Commissie stelt het jaarlijkse werkprogramma vast, waarin in het bijzonder het volgende wordt gespecificeerd:
  • a) 
    maatregelen voor de specifieke presentatie van informatie op de in bijlage I vermelde gebieden;
  • b) 
    de vereiste maatregelen om aan de artikelen 5 en 11 te voldoen;
  • c) 
    de vereiste maatregelen om te waarborgen dat de artikelen 7 tot en met 10 consequent worden nageleefd;
  • d) 
    activiteiten betreffende de promotie van de toegangspoort overeenkomstig artikel 20.
  • 2. 
    Bij de opstelling van het ontwerp van het jaarlijkse werkprogramma houdt de Commissie rekening met de overeenkomstig artikel 22 verzamelde gebruikersreacties. Vóór goedkeuring legt de Commissie het ontwerp van het jaarlijkse werkprogramma ter bespreking aan de coördinatiegroep voor.

Hoofdstuk VIII

Slotbepalingen

Artikel 28

Kosten

  • 1. 
    De algemene begroting van de Europese Unie dekt de kosten van:
  • a) 
    de ontwikkeling en het onderhoud van de IT-hulpmiddelen voor de uitvoering van deze verordening op het niveau van de Unie;
  • b) 
    de promotie van de toegangspoort op het niveau van de Unie;
  • c) 
    de vertaling van een maximumhoeveelheid per lidstaat van de in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde informatie en de in artikel 11, lid 1, onder a), bedoelde instructies voor de afhandeling van de procedures in een andere officiële taal van de Unie dan de nationale taal van de lidstaat.
  • 2. 
    De kosten in verband met nationale webportalen, informatieplatforms, ondersteuningsdiensten en procedures die op het niveau van de lidstaten worden opgericht, worden betaald uit de begrotingen van de lidstaten, tenzij in de wetgeving van de Unie anders is bepaald.

Artikel 29

Bescherming van persoonsgegevens

De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening door de bevoegde instanties geschiedt overeenkomstig [Richtlijn 95/46/EG] [Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad]. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening door de Commissie geschiedt overeenkomstig Verordening 0000/00 [nieuwe verordening ter vervanging van Verordening (EG) nr. 45/2001].

Artikel 30

Samenwerking met andere informatienetwerken en ondersteunende netwerken

  • 1. 
    De Commissie beslist welke bestaande informele bestuursregelingen voor de in bijlage III vermelde diensten voor ondersteuning of probleemoplossing of voor de onder bijlage I vallende informatiegebieden in de coördinatiegroep van de toegangspoort worden opgenomen.
  • 2. 
    Als de informatiediensten of netwerken of ondersteunende diensten of netwerken voor onder bijlage I vallende informatiegebieden zijn opgericht bij een verbindende handeling van de Unie, coördineert de Commissie de werkzaamheden van de coördinatiegroep van de toegangspoort en de bestuursorganen van die diensten of netwerken teneinde synergieën te creëren en dubbel werk te voorkomen.

Artikel 31

Verhouding tot andere voorschriften van het recht van de Unie

Indien de bepalingen van deze verordening strijdig zijn met een bepaling van een andere handeling van de Unie betreffende specifieke aspecten van het onder deze verordening vallende onderwerp, heeft de bepaling van die andere handeling van de Unie voorrang.

Artikel 32

Informatiesysteem interne markt

  • 1. 
    Voor de doeleinden van artikel 11, lid 4, wordt het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 ingestelde Informatiesysteem interne markt (IMI) gebruikt.
  • 2. 
    De Commissie kan besluiten het IMI te gebruiken als elektronisch register van koppelingen, als bedoeld in artikel 16, lid 1.

Artikel 33

Verslagen en evaluatie

Uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening, en vervolgens elke twee jaar, verricht de Commissie op basis van de overeenkomstig de artikelen 21, 22 en 23 verzamelde statistische gegevens en reacties een evaluatie van de werking van deze verordening en stuurt zij een beoordelingsverslag over de werking van de toegangspoort en de werking van de interne markt naar het Europees Parlement en de Raad. Bij de evaluatie wordt met name gekeken naar de reikwijdte van artikel 12 van deze verordening in het licht van de ontwikkeling van de technologie, de markt en de rechtsorde ten aanzien van de uitwisseling van bewijzen tussen bevoegde instanties.

Artikel 34

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 21, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van [...]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 21, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 21, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 35

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 36

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012

Verordening (EU) nr. 1024/2012 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Voorwerp van de verordening

Deze verordening bepaalt de regels voor het gebruik van het Informatiesysteem interne markt („IMI”) ten behoeve van de administratieve samenwerking, met inbegrip van de verwerking van persoonsgegevens, tussen de volgende actoren („de IMI-actoren”):

  • a) 
    de bevoegde autoriteiten van de lidstaten;
  • b) 
    de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie;
  • c) 
    de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de Commissie en de organen en instanties van de Unie.”
  • 2) 
    Artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:

„1. IMI wordt gebruikt voor de uitwisseling van informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, tussen de IMI-actoren en de verwerking van die informatie voor een van de volgende doeleinden:

  • a) 
    administratieve samenwerking die ingevolge de in de bijlage vermelde handelingen vereist is;
  • b) 
    administratieve samenwerking die is opgenomen in een overeenkomstig artikel 4 uitgevoerd proefproject.”
  • 3) 
    Artikel 5, tweede alinea, wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    punt a) wordt vervangen door:

„a) „IMI”: het elektronische instrument dat door de Commissie ter beschikking wordt gesteld ter bevordering van de administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onderling en tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de Commissie en de organen en instanties van de Unie”;

  • b) 
    punt b) wordt vervangen door:

„b) „administratieve samenwerking”: de samenwerking tussen de IMI-actoren door het uitwisselen en verwerken van informatie met het oog op een betere toepassing van het recht van de Unie”;

  • c) 
    punt g) wordt geschrapt.
  • 4) 
    Aan artikel 8, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

„f) de coördinatie met de organen en instanties van de Unie en het daaraan verlenen van toegang tot IMI”;

  • 5) 
    Artikel 9, lid 4, wordt vervangen door:

„4. De lidstaten, de Commissie en de andere organen en instanties van de Unie dienen adequate middelen te verschaffen om te waarborgen dat IMI-gebruikers uitsluitend op een „need-to-know”-basis en uitsluitend op het/de internemarktgebied(en) waarvoor zij overeenkomstig lid 3 over toegangsrechten beschikken, toegang hebben tot persoonsgegevens die in IMI worden verwerkt.”

  • 6) 
    Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    lid 2 wordt vervangen door:

„2. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is verantwoordelijk voor het toezicht op en de waarborging van de toepassing van de bepalingen van deze verordening wanneer de Commissie en de andere organen en instanties van de Unie, in hun rol als IMI-actoren, persoonsgegevens verwerken. De in de artikelen 58 en 59 van [Verordening (EU) 201Y/XX] bedoelde taken en bevoegdheden zijn van overeenkomstige toepassing.”;

  • b) 
    lid 3 wordt vervangen door:

„3. De nationale toezichthoudende autoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werken, handelend binnen de werkingssfeer van hun eigen bevoegdheden, met elkaar samen om te zorgen voor een gecoördineerd toezicht op IMI en het gebruik ervan door de IMI-actoren, overeenkomstig artikel 62 van [Verordening (EU) 201Y/XX].”;

  • c) 
    lid 4 wordt geschrapt.
  • (7) 
    Artikel 29, lid 1, wordt geschrapt.
  • (8) 
    Aan de bijlage wordt het volgende punt 12 toegevoegd:

„12. [Verordening (EU) 201Y/XX] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012: artikel [11, lid 4].”

Artikel 37

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 2, de artikelen 4 tot en met 11, artikel 12, leden 1 tot en met 6 en 8, artikel 13, artikel 14, artikel 15, leden 1, 2 en 3, artikel 16, artikel 17, artikel 21, leden 1 en 2, artikel 22, leden 1 tot en met 4, en artikel 23 zijn van toepassing met ingang van [twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

  • 1. 
    KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

  • 2. 
    BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

  • 3. 
    GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

  • 1. 
    KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende bevordering van het vrije verkeer van burgers en bedrijven op de interne markt door hen de beschikking te geven over één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 41  

Titel 02 Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

Activiteit 02 02: Programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Activiteit 02 03: Interne markt voor goederen en diensten

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

⊠ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 42  

◻ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie 

◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

In de mededeling van de Commissie „Strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa” uit mei 2015 werd voorgesteld één digitale toegangspoort op te richten om alle informatie en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing die nodig zijn om efficiënt grensoverschrijdend actief te zijn uit te breiden, te verbeteren en te stroomlijnen en de gebruikers ervan in staat te stellen de meest gebruikte nationale procedures online af te handelen.

De digitale toegangspoort werd bovendien in de strategie voor de eengemaakte markt uit oktober 2015 aangekondigd als middel om te voorzien in de specifieke behoeften van startende ondernemingen.

Dit concept werd door de Raad Concurrentievermogen, in zijn conclusies van maart 2015 en februari 2016, en door het Europees Parlement, in januari 2016, verwelkomd.

De algemene beleidsdoelstelling van dit voorstel is de efficiënte werking van de eengemaakte markt bevorderen door de bestaande belemmeringen voor grensoverschrijdende zakelijke activiteiten en mobiliteit van burgers te beperken of weg te nemen. Doordat het voor burgers, kleine en middelgrote ondernemingen en starters gemakkelijker wordt van de eengemaakte markt te profiteren, worden het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de economische groei gestimuleerd.

Het voorstel is gericht op het wegnemen van belemmeringen op het gebied van informatie, toegang tot elektronische procedures en het gebruik van ondersteunende diensten in grensoverschrijdende onlinecontext. Doordat de transactiekosten voor het verkrijgen van informatie en voor administratieve procedures worden verlaagd, worden burgers en bedrijven gestimuleerd hun internemarktrechten uit te oefenen.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

Specifieke doelstelling nr.

De digitale toegangspoort is meer in het bijzonder bedoeld om ervoor te zorgen dat:

  • – 
    burgers en bedrijven online over de informatie betreffende EU-rechten en nationale voorschriften en procedures kunnen beschikken die zij nodig hebben om hun internemarktrechten uit te oefenen;
  • – 
    de informatie, de ondersteunende diensten en de procedures aan minimumkwaliteitseisen voldoen;
  • – 
    de belangrijkste nationale procedures online beschikbaar zijn;
  • – 
    de informatie en de procedures volledig toegankelijk zijn voor grensoverschrijdende gebruikers;
  • – 
    de kennis over de beschikbare diensten wordt vergroot en de informatie en de ondersteunende diensten gemakkelijk te vinden zijn en goed worden gecoördineerd;
  • – 
    systematisch reacties van burgers en bedrijven worden verzameld en geanalyseerd om de kwaliteit van de diensten te verbeteren en belemmeringen voor de eengemaakte markt op te sporen.

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

Hoofdstuk 02 02: Programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Hoofdstuk 02 03: Interne markt voor goederen en diensten

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

Verwacht wordt dat de digitale toegangspoort:

  • – 
    de administratieve belasting zal verlagen voor burgers en bedrijven die hun internemarktrechten willen uitoefenen in het kader van een grensoverschrijdende activiteit of de mobiliteit van burgers. Doordat de toegang tot informatie, procedures en ondersteunende diensten wordt vergemakkelijkt, zal het initiatief burgers en bedrijven tijd- en kostenbesparingen opleveren;
  • – 
    de kwaliteit van de diensten voor burgers en bedrijven zal verbeteren;
  • – 
    de administratieve kosten voor de lidstaten bij de afhandeling van procedures zal verlagen en de naleving van de nationale voorschriften zal doen toenemen.

    1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

    Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

Er wordt uitgegaan van de volgende indicatoren:

  • – 
    het percentage bedrijven en burgers dat aangeeft de gezochte informatie te hebben gevonden;
  • – 
    de trends in het gemiddelde aantal maandelijkse gebruikers;
  • – 
    het percentage bedrijven en burgers dat aangeeft de gezochte informatie gemakkelijk te hebben gevonden;
  • – 
    het percentage bedrijven en burgers dat aangeeft tevreden te zijn met de kwaliteit (op basis van criteria);
  • – 
    het percentage bedrijven en burgers dat aangeeft de beschikbare procedures volledig online te hebben kunnen afhandelen;
  • – 
    het percentage grensoverschrijdende bedrijven en burgers dat aangeeft de beschikbare procedures volledig online te hebben kunnen afhandelen;
  • – 
    de bruikbaarheid van de gegevens van het hulpmiddel voor gebruikersreacties en van ondersteunende diensten betreffende de belemmeringen van de eengemaakte markt en de kwaliteit van het daaruit voortvloeiende verslag.

    1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

    1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

    Het voorstel zou de administratieve belasting van burgers en bedrijven moeten verlagen door:

    • – 
      hun gemakkelijker toegang te geven tot informatie over de op handelingen van de Unie gebaseerde rechten, verplichtingen en voorschriften op het gebied van de interne markt;
    • – 
      hun gemakkelijker toegang te geven tot ondersteunende diensten als aanvulling op de online beschikbare informatie;
    • – 
      de toegang tot en het gebruik van procedures door middel van digitalisering te vergemakkelijken, alsook de grensoverschrijdende bruikbaarheid ervan;
    • – 
      minimumkwaliteitseisen voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing vast te stellen en de naleving ervan te waarborgen door gebruikersreacties en statistieken te verzamelen.

    1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

    Het hoofddoel van de digitale toegangspoort is de werking van de eengemaakte markt voor burgers en bedrijven verbeteren, en aldus het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen vergroten.

Dit doel kan niet voldoende worden verwezenlijkt zonder optreden op EU-niveau. Het huidige systeem van informatie en ondersteunende diensten vertoont onvoldoende samenhang, aangezien de bestaande instrumenten, die met optreden op EU-niveau tot stand zijn gekomen, onvoldoende aan elkaar gekoppeld zijn en niet gebruikersvriendelijk genoeg zijn. Er ontbreekt een gemeenschappelijke aanpak om te waarborgen dat de kwaliteit aan bepaalde minimumeisen voldoet. In het wettelijk kader wordt weliswaar gestreefd naar synergieën, maar de lidstaten hebben daar onvoldoende werk van gemaakt (aangezien er geen bindende verplichtingen waren).

Daarnaast hebben de individuele maatregelen van de lidstaten vooralsnog geleid tot grote verschillen in aanpak, wat leidt tot extra kosten voor bedrijven, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, in grensoverschrijdende situaties en vele bedrijven ervan zou kunnen weerhouden hun activiteiten over de grenzen uit te breiden.

De toegevoegde waarde van de EU ten aanzien van de digitale toegangspoort is dat de versnippering wordt verkleind doordat de op vele gebieden reeds bestaande goede praktijken worden toegepast op het volledige dienstenpakket dat aan EU-burgers en bedrijven moet worden verleend.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De afgelopen decennia zijn er op Europees en nationaal niveau verschillende portalen en contactpunten in het leven geroepen om aan deze behoeften te voldoen. Er zijn of worden meerdere EU-initiatieven ontplooid om elektronische procedures in bepaalde sectoren beter toegankelijk te maken voor buitenlandse gebruikers. Hierbij gaat het onder meer om: de op basis van de dienstenrichtlijn opgerichte eenloketten om in verband met de dienstenactiviteit online informatie te verstrekken, ondersteunende diensten te verlenen en toegang te bieden tot procedures; de productcontactpunten en productcontactpunten voor de bouw die zijn opgericht om op verzoek toegang te geven tot productspecifieke technische voorschriften; en de assistentiecentra voor beroepskwalificaties om beroepsbeoefenaren te helpen bij mobiliteit tussen de lidstaten. Netwerken, zoals dat van de Europese consumentencentra, vergroten het inzicht in de consumentenrechten van de Unie en helpen bij de afhandeling van klachten in verband met aankopen die tijdens reizen of online in andere lidstaten van het netwerk zijn gedaan, en Solvit helpt snelle, effectieve en informele oplossingen te vinden voor problemen die burgers en ondernemingen ondervinden wanneer overheidsinstanties hun hun EU-rechten op de interne markt ontzeggen. Op het niveau van de Unie zijn er verscheidene informatieportalen, zoals Uw Europa en het Europees e-justitieportaal, opgericht om voorlichting te geven over de voorschriften van de Unie en de lidstaten.

Ondanks deze inspanningen, blijft het huidige aanbod voor burgers en bedrijven zeer gefragmenteerd. Er zijn lacunes in de onlinebeschikbaarheid van informatie en procedures, de kwaliteit van de diensten en de bekendheid van het onlineaanbod laten te wensen over en het blijft een groot probleem dat de diensten niet eenvoudig te vinden zijn en moeilijk toegankelijk zijn voor gebruikers uit andere lidstaten.

1.5.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten

De digitale toegangspoort vormt een onderdeel van het EU-actieplan inzake e-overheid, dat ook andere acties omvat die verder zullen bijdragen tot het succes van de digitale toegangspoort, zoals het eenmaligheidsbeginsel.

Het voorstel strookt met de digitaliseringsdoelstelling van de Commissie: de aanwezigheid op internet wordt gestroomlijnd en verdere versnippering, die het gevolg zou zijn van de oprichting van nieuwe portalen of contactpunten, wordt voorkomen.

Ook de verordening betreffende overheidsdocumenten is in dit verband zeer relevant, aangezien de lidstaten vanaf eind 2018 verplicht zullen worden een reeks documenten zonder verdere verificatie of vertaling van burgers te aanvaarden.

Andere acties van het plan die complementair en rechtsreeks relevant zijn voor de digitale toegangspoort, zijn het gebruik van elektronische identificatie en handtekeningen in het kader van de eIDAS-verordening; het Europees e-Justitieportaal (met inbegrip van gekoppelde vennootschapsregisters), het btw-informatieportaal, de koppeling van insolventieregisters en een gepland vennootschapsrechtsinitiatief om digitale oplossingen in de gehele levenscyclus van een onderneming te vergemakkelijken. De toegangspoort is tevens consistent met de herziening van het Europees interoperabiliteitskader.

De digitale toegangspoort sluit volledig aan op deze initiatieven waarmee beoogd wordt op het niveau van de Unie en de lidstaten de online-informatie te verbeteren of de procedures te digitaliseren.

1.6.Duur en financiële gevolgen

◻ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

–◻    Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

–◻    Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

⌧ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

–Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2018 tot en met 2020,

–gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 43  

⌧ Direct beheer door de Commissie

–⌧ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

–◻    door de uitvoerende agentschappen;

◻ Gedeeld beheer met lidstaten

◻ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

–◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;

–◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

–◻de EIB en het Europees Investeringsfonds;

–◻ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

–◻ publiekrechtelijke organen;

–◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

–◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

–◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

–Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

  • 2. 
    BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De Commissie stuurt uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening, en vervolgens elke twee jaar, een beoordelingsverslag over de werking van de toegangspoort naar het Europees Parlement en de Raad, dat gebaseerd wordt op de verzamelde statistische gegevens en reacties.

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.2.1.Mogelijke risico's

Het grootste risico voor een succesvolle uitvoering van de digitale toegangspoort is dat de lidstaten die momenteel een achterstand hebben (bij de onlinebeschikbaarheid van informatie en procedures, met name in verband met de toegankelijkheid voor buitenlandse burgers), hun achterstand niet snel genoeg inlopen. De geplande beheersstructuur, waarbij de lidstaten en de Commissie zeer nauw met elkaar samenwerken, en de mogelijkheid om gebruik te maken van middelen van de Europese structuur- en investeringsfondsen, zouden echter moeten helpen om alle lidstaten op kruissnelheid te krijgen.

Een ander aspect is dat het hulpmiddel voor de uitwisseling van bewijzen in het kader van de digitale toegangspoort zal worden gebaseerd op IMI-functies en andere technische middelen. Het algemene risicokader van het IMI, met inbegrip van operationele risico’s, is in het kader van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (de IMI-verordening) vastgesteld. De Commissie is systeemeigenaar van IMI en is verantwoordelijk voor de dagelijkse werking, het onderhoud en de ontwikkeling ervan. De ontwikkeling en de hosting worden verzorgd door een interne leverancier, hetgeen een hoge mate van bedrijfscontinuïteit waarborgt. De risico's die aan het gebruik van de andere technische middelen verbonden zijn, zijn beperkt, aangezien de IMI-functies kunnen worden gebruikt totdat de vereiste technische middelen beschikbaar zijn.

Er bestaan ook risico's in verband met gegevensbeschermingsvraagstukken, maar die worden afgedekt door artikel 29, betreffende de bescherming van persoonsgegevens.

2.2.2.Informatie over het ingestelde systeem voor interne controle

De Commissie zal alle belanghebbenden, waaronder de betrokken instanties van de lidstaten en beroepsorganisaties, onder andere in het kader van vergaderingen van de coördinatiegroep en workshops ondersteunen om de in punt 2.2.1 aangegeven algemene risico's aan te pakken en zal zich actief inzetten voor de invoering en het gebruik van het nieuwe systeem. De lidstaten zullen zelf ook de voordelen van het voorgestelde instrument moeten promoten.

De operationele aspecten van de digitale toegangspoort zullen worden afgehandeld door de Commissie, die daarbij een hoge mate van toezicht en controle zal uitoefenen. Door regelmatig vergaderingen te houden en gebruik te maken van rapportage-instrumenten zal nauw toezicht worden gehouden op de onderhouds- en ontwikkelingswerkzaamheden.

Bovendien waarborgt de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming dat de Commissie de persoonsgegevens overeenkomstig de toepasselijke voorschriften verwerkt. De nationale autoriteiten voor gegevensbescherming houden op lidstaatniveau toezicht op de verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde instanties.

2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en evaluatie van het verwachte foutenrisico

De algemene risico’s zullen worden aangepakt met gepaste maatregelen zoals informatieverstrekking en bijstand aan de betrokkenen.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

Met het oog op de bestrijding van fraude, corruptie en andere illegale activiteiten zijn de bepalingen die doorgaans op de activiteiten van de Commissie van toepassing zijn ook onverminderd van toepassing in de context van de digitale toegangspoort, met inbegrip van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

  • 3. 
    GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

 

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort

krediet

Bijdrage

 

Nummer en omschrijving

GK/ NGK 44

van EVA-landen 45

 

van kandidaat-lidstaten 46

 

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

1A

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

GK

JA

JA

JA

NEE

1A

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

GK

JA

NEE

NEE

NEE

1A

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

GK

JA

NEE

NEE

NEE

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 

Rubriek van het meerjarige financiële kader

1A

Concurrentievermogen voor groei en banen

 

DG: GROW

   

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

•Beleidskredieten

           

02 02 01

Vastleggingen

(1)

615 000

150 000

710 000

   

1 475  000

 

Betalingen

(2)

615 000

150 000

710 000

   

1 475  000

02 03 01

Vastleggingen

(1)

   

710 000

   

710  000

 

Betalingen

(2)

   

710 000

   

710  000

02 03 04

Vastleggingen

(1)

     

3 920 000

1 420 000

5 340 000

 

Betalingen

(2)

     

3 920 000

1 420 000

5 340 000

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 47  

0

0

0

0

0

0

TOTAAL kredieten

voor DG GROW

Vastleggingen

=1+1a +3

615 000

150 000

1 420 000

3 920 000

1 420 000

7 525  000

 

Betalingen

=2+2a

+3

615 000

150 000

1 420 000

3 920 000

1 420 000

7 525 000

•TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

615 000

150 000

1 420 000

3 920 000

1 420 000

7 525 000

 

Betalingen

(5)

615 000

150 000

1 420 000

3 920 000

1 420 000

7 525  000

•TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

0

0

0

0

0

0

TOTAAL kredieten

voor RUBRIEK 1A

van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

615 000

150 000

1 420 000

3 920 000

1 420 000

7 525 000

 

Betalingen

=5+ 6

615 000

150 000

1 420 000

3 920 000

1 420 000

7 525 000

 

Rubriek van het meerjarige financiële kader

5

"Administratieve uitgaven"

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 
     

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

DG: GROW

•Personele middelen

69 000

690 000

828 000

690 000

759 000

3 036 000

•Andere administratieve uitgaven

16 300

91 600

240 600

90 600

30 600

469 700

TOTAAL DG GROW

Kredieten

85 300

781 600

1 068 600

780 600

789 600

3 505 700

 

TOTAAL kredieten

voor RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

85 300

781 600

1 068 600

780 600

789 600

3 505 700

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 
     

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

TOTAAL kredieten

onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5

van het meerjarige financiële kader 

Vastleggingen

700 300

931 600

2 488 600

4 700 600

2 209 600

11 030 700

 

Betalingen

700 300

931 600

2 488 600

4 700 600

2 209 600

11 030 700

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

⌧    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 

Vermeld doelstellingen en outputs

   

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

 

OUTPUTS

 

Soort 48

 

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 49

Informatie is online beschikbaar

                       

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

                     

0

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2

De informatie en de ondersteunende diensten en procedures voldoen aan minimumkwaliteitseisen

                       

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

                     

0

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 3

De belangrijkste nationale procedures zijn online beschikbaar

                       

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 3

                     

0

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 4

De informatie en de procedures zijn volledig toegankelijk voor grensoverschrijdende gebruikers

                       
  • Output

Informatie en procedures ter beschikking gesteld in EN

           

1 000 000

 

500 000

 

500 000

 

2 000 000

  • Output

Gemeenschappelijke interface voor grensoverschrijdend gebruik van documenten en gegevens

               

1 000 000

     

1 000 000

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 4

                     

3 000 000

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 5

De kennis over de beschikbare diensten wordt vergroot en de informatie en de ondersteunende diensten zijn gemakkelijk te vinden en worden goed gecoördineerd

                       
  • Output

Gemeenschappelijke zoekfaciliteit en gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten

   

500 000

     

420 000

 

420 000

 

420 000

 

1 760 000

  • Output

Gemeenschappelijk register van koppelingen

   

75 000

                 

75 000

  • Output

Gecoördineerde promotie

               

2 000 000

 

500 000

 

2 500 000

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 5

                     

4 335 000

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 6

Er worden systematisch reacties van burgers en bedrijven verzameld en geanalyseerd om de kwaliteit van de diensten te verbeteren en belemmeringen voor de eengemaakte markt op te sporen

                       
  • Output

Kwaliteitscriteria en gemeenschappelijk hulpmiddel voor gebruikersreacties worden gebruikt voor gekoppelde portalen

   

40 000

                 

40 000

  • Output

Ontwikkeling van hulpmiddel voor gebruikersreacties betreffende belemmeringen voor de eengemaakte markt

       

150 000

             

150 000

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 6

                     

190 000

TOTALE KOSTEN

 

615 000

 

150 000

 

1 420 000

 

3 920 000

 

1 420 000

 

7 525 000

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.Samenvatting

◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

⌧    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 
 

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

 

RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

               

Personele middelen

69 000

690 000

828 000

690 000

759 000

   

3 036 000

Andere administratieve uitgaven

16 300

91 600

240 600

90 600

30 600

   

469 700

Subtotaal RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

               
 

buiten RUBRIEK 5 50

van het meerjarige financiële kader

 
               

Personele middelen

               

Andere administratieve uitgaven

               

Subtotaal

buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

             

0

 

TOTAAL

85 300

781 600

1 068 600

780 600

789 600

   

3 505 700

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften

◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

⌧    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

 
 

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

  • • 
    Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
   

XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

0,5

5

6

5

5,5

   

XX 01 01 02 (delegaties)

             

XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

             

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

             

•Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE) 51

 

XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")

             

XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)

             

XX 01 04 jj  52

 
  • zetel
 
             
 
  • delegaties
             

XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

             

10 01 05 02 (AC, END, SNE – eigen onderzoek)

             

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

             

TOTAAL

0,5

5

6

5

5,5

   

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

 

Ambtenaren en tijdelijk personeel

  • 2018 – 2e helft:

1 VTE: voorbereiding voor het gebruik van het IMI-systeem (voor de ontwikkeling van het register van koppelingen en voor het gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren)

  • 2019:

1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

2 VTE's: kwaliteitsbewaking

2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

  • 2020:

1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

2 VTE's: kwaliteitsbewaking

1 VTE: analyse en publicatie resultaten van verzamelde reacties

2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

  • 2021:

1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

1 VTE: kwaliteitsbewaking

1 VTE: analyse en publicatie resultaten van verzamelde reacties

2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

  • 2022 e.v.:

1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

0,5 VTE: gebruik van andere technische middelen voor de uitwisseling van bewijzen tussen de instanties van de lidstaten

1 VTE: kwaliteitsbewaking

1 VTE: analyse en publicatie resultaten van verzamelde reacties

2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

Extern personeel

 

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

⌧    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader Voor de periode na 31 december 2020 wordt het bedrag geacht te zijn bevestigd als het in overeenstemming is met het voor die periode geldende meerjarige financiële kader.

◻    Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

◻    Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden

⌧    Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

◻    Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

⌧    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

◻    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

voor de eigen middelen

voor de diverse ontvangsten

BIJLAGE

bij het FINANCIEEL MEMORANDUM

Benaming van het voorstel/initiatief:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012

  • 1. 
    NODIG GEACHTE PERSONELE MIDDELEN EN KOSTEN DAARVAN
  • 2. 
    KOSTEN VAN ANDERE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN
  • 3. 
    VOOR KOSTENRAMINGEN GEBRUIKTE BEREKENINGSMETHODEN

3.1.Personele middelen

3.2.Andere administratieve uitgaven

Deze bijlage moet het financieel memorandum vergezellen wanneer met de dienstenoverkoepelende raadpleging wordt begonnen.

De gegevens in tabelvorm worden gebruikt als bron voor de in het financieel memorandum opgenomen tabellen. Zij zijn voor strikt intern gebruik binnen de Commissie.

  • 1. 
    Kosten van nodig geachte aantal personele middelen

◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

⌧    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 

RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

 

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

•Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

·XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

AD

0,5

69 000

5

690 000

6

828 000

5

690 000

5,5

759 000

22

3 036 000

 

AST

                       

·XX 01 01 02 (EU-delegaties)

AD

                       
 

AST

                       

•Extern personeel 53

·XX 01 02 01 (totale financiële middelen)

AC

                       
 

END

                       
 

INT

                       

·XX 01 02 02 (EU-delegaties)

AC

                       
 

AL

                       
 

END

                       
 

INT

                       
 

JED

                       

·Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

                         

·Subtotaal RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

 

0,5

69 000

5

690 000

6

828 000

5

690 000

5,5

759 000

22

3 036 000

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.    

 

Buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

 

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

•Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

·10 01 05 02 (eigen onderzoek)

AD

                       
 

AST

                       

·XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

AD

                       
 

AST

                       

•Extern personeel 54

·XX 01 04 jj 

Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen)

·- zetel

AC

                       
   

END

                       
   

INT

                       
 

·- EU-delegaties

AC

                       
   

AL

                       
   

END

                       
   

INT

                       
   

JED

                       

·XX 01 05 02 (onderzoek door derden)

AC

                       
 

END

                       
 

INT

                       

·10 01 05 02 (eigen onderzoek)

AC

                       
 

END

                       
 

INT

                       

·Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

                         

·Subtotaal buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

·XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel. TOTAAL

 

0,5

69 000

5

690 000

6

828 000

5

690 000

5,5

759 000

22

3 036 000

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

  • 2. 
    Kosten van andere administratieve uitgaven

◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

◻    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 

·

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

·RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

           
  • · 
    Zetel:
           

·XX 01 02 11 01 – Dienstreizen en representatie

           

·XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen

16 300

31 600

180 600

30 600

30 600

289 700

·XX 01 02 11 03 – Comités 55

 

60 000

60 000

60 000

 

180 000

·XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen

           

·XX 01 02 11 05 – Informatie- en beheerssystemen

           

·XX 01 03 01 - Apparatuur en -diensten voor ICT 56

           

·Andere begrotingsonderdelen (te vermelden waar nodig)

           
  • · 
    Delegaties van de Unie
           

·XX 01 02 12 01 – Dienstreizen, conferenties en representatie

           

·XX 01 02 12 02 – Bijscholing van personeel

           

·XX 01 03 02 01 – Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

           

·XX 01 03 02 02 – Materieel, meubilair, leveringen en diensten

           

·Subtotaal RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

16 300

91 600

240 600

90 600

30 600

469 700

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

 
 

2018

2019

2020

2021

2022 e.v.

TOTAAL

Buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

               

XX 01 04 jj – Uitgaven voor technische en administratieve bijstand (exclusief extern personeel) uit beleidskredieten (vroegere BA-onderdelen)

               
  • zetel
               
  • EU-delegaties
               

XX 01 05 03 – Overige beheersuitgaven voor onderzoek door derden

               

10 01 05 03 – Overige beheersuitgaven voor eigen onderzoek

               

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden waar nodig)

               

Subtotaal buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

             

0

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

 

TOTAAL

RUBRIEK 5 en buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

16 300

91 600

240 600

90 600

30 600

   

469 700

In de benodigde administratieve kredieten zal worden voorzien door de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de bestaande budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

  • 3. 
    Voor kostenramingen gebruikte berekeningsmethoden

3.1.Personele middelen

In dit deel wordt de berekeningsmethode toegelicht die is gebruikt om de benodigde personele middelen te ramen (veronderstelde werklast, bijzondere taken (Sysper 2 taakprofielen, personeelscategorieën en overeenkomstige gemiddelde kosten)

 

·RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader

·NB: De gemiddelde kosten van elke personeelscategorie op het hoofdkantoor zijn te vinden op BudgWeb:

·•Ambtenaren en tijdelijk personeel

·- 2e helft van 2018:

·1 VTE: voorbereiding voor het gebruik van het IMI-systeem (voor de ontwikkeling van het register van koppelingen en voor het gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren)

·- 2019:

·1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

·2 VTE's: kwaliteitsbewaking

·2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

·

·- 2020:

·1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

·2 VTE's: kwaliteitsbewaking

·1 VTE: analyse en publicatie resultaten van verzamelde reacties

·2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

·

·- 2021:

·1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

·1 VTE: kwaliteitsbewaking

·1 VTE: analyse en publicatie resultaten van verzamelde reacties

·2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

·

·- 2022 e.v.:

·1 VTE: gebruik van het IMI-systeem voor de samenwerking tussen de instanties van de lidstaten om de authenticiteit en geldigheid van bewijzen te controleren

·0,5 VTE: gebruik van andere technische middelen voor de uitwisseling van bewijzen tussen de instanties van de lidstaten

·1 VTE: kwaliteitsbewaking

·1 VTE: analyse en publicatie resultaten van verzamelde reacties

·2 VTE's: beheer van de digitale toegangspoort

·

·

·• Extern personeel

·

·

 

·Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader

·•Alleen uit de begroting voor onderzoek gefinancierde posten 

·

·

·• Extern personeel

·

·

3.2.Andere administratieve uitgaven

Verstrek gegevens over de voor elk begrotingsonderdeel gebruikte berekeningsmethode,

en meer in het bijzonder over de achterliggende aannamen (bv. aantal vergaderingen per jaar, gemiddelde kosten, enz.)

 

RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader

  • workshops met belanghebbenden ter voorbereiding van de ontwikkeling van de digitale toegangspoort: 2 000 euro (2 workshops in 2018, 2 workshops in 2019)
  • conferentie bij de start van de digitale toegangspoort: 150 000 euro (2020)
  • comités (30 000 euro per vergadering): twee per jaar van 2019 t/m 2021
  • jaarlijkse vergadering van de coördinatiegroep van de toegangspoort (15 300 euro per vergadering): twee per jaar vanaf medio 2018
 
 

Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader

 
  • (1) 
    Zie bijvoorbeeld de conclusies van 9 maart 2017.
  • (2) 
    Study on information and assistance needs of businesses operating cross-border within the EU, eindverslag, april 2017.
  • (3) 
    Final Report of the High Level Group on Business Services, april 2014.
  • (4) 
    „EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020. Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten”. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, COM(2016) 179 final van 19 april 2016.
  • (5) 
    Zie punt 6.2.3 van de effectbeoordeling.
  • (6) 
    Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).
  • (7) 
    Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).
  • (8) 
    „De eengemaakte markt verbeteren: meer mogelijkheden voor mensen en ondernemingen”. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, COM(2015) 550 final van 28 oktober 2015.
  • (9) 
    https://ec.europa.eu/commission/work-programme-2017_nl
  • Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
  • Richtlijn 2012/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2012 tot wijziging van Richtlijn 89/666/EEG van de Raad en Richtlijnen 2005/56/EG en 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de koppeling van centrale, handels- en vennootschapsregisters betreft (PB L 156 van 16.6.2012, blz. 1).
  • http://ec.europa.eu/DocsRoom/documents/20813
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2016/7 van de Commissie van 5 januari 2016 houdende een standaardformulier voor het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (PB L 3 van 6.1.2016, blz. 16).
  • PB C […] van […], blz. […].
  • PB C […] van […], blz. […].
  • De eengemaakte markt verbeteren: meer mogelijkheden voor mensen en ondernemingen”. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, COM(2015) 550 final van 28 oktober 2015.
  • „Strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa”. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, COM(2015) 192 final van 6 mei 2015.
  • „EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020. Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten”. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, COM(2016) 179 final van 19 april 2016.
  • „Versterking van de rechten van de burgers in een Unie van democratische verandering. Verslag over het EU-burgerschap”, COM(2017) 30 final/2 van 24 januari 2017.
  • Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).
  • Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en tot intrekking van Beschikking nr. 3052/95/EG (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).
  • Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).
  • Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).
  • Aanbeveling 2013/461/EU van de Commissie van 17 september 2013 inzake de beginselen voor de werking van Solvit (PB L 249 van 19.9.2011, blz. 10).
  • Het handvest werd in 2013 door de Raad gesteund.
  • Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
  • Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).
  • Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).
  • Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65) en Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
  • Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).
  • Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie („de IMI-verordening”) (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 1).
  • Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).
  • Richtlijn 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 48 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 258 van 1.10.2009, blz. 11).
  • Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 19).
  • Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1).
  • Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
  • Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
  • Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22).
  • ABM: activity-based management ABB: activity-based budgeting.
  • In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
  • Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
  • GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
  • EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
  • Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan.
  • Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
  • Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
  • Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".
  • Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
  • AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
  • Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
  • AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
  • AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
  • Specificeer het soort comité en de groep waartoe het behoort.
  • ICT Informatie- en communicatietechnologieën: DIGIT moet worden geraadpleegd.
 
 

2.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.