Kindertelefoon 2

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op maandag 29 mei 2017.

Op twaalf april schreef ik een blog over de kindertelefoon. Ik had Kamervragen gesteld omdat ik me ongerust maakte over de toekomst van de kindertelefoon. Iemand had namelijk bedacht dat iedere gemeente apart een contract moest afsluiten. En dat dat niet meer landelijk geregeld mocht worden.

Inmiddels heeft de staatssecretaris een zogenaamde ledenbrief aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten geschreven. Het voortbestaan van de kindertelefoon komt niet in gevaar zegt hij. Want alle gemeenten sluiten een contract af. Bovendien (en dat is opvallend) overweegt de staatssecretaris in de toekomst een andere manier van financieren, waardoor niet iedere gemeente meer afzonderlijk een contract moet afsluiten.

Dat is mooi natuurlijk. Het voortbestaan van de kindertelefoon komt niet in gevaar. Maar ben niet helemaal gerustgesteld. Een staatssecretaris die ‘in de toekomst iets overweegt’, wat is dat voor toezegging? Daarom heb ik vervolgvragen gesteld. Ik wil geen overwegingen in de toekomst. Ik wil dat iets dat landelijk geregeld moet worden ook landelijk geregeld gaat worden. Gewoon een andere manier van financieren dus. Dat scheelt veel onrust en nog veel meer bureaucratie.