Maidenspeech

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op donderdag 22 juni 2017.

Ik heb er even op moeten wachten. Veel onderwerpen worden niet besproken voor er een nieuwe regering is. Natuurlijk gebeurt er veel achter de schermen. Maar gisteren was het dan zo ver. Mijn zogenaamde ‘maidenspeech’ in de Tweede Kamer. En wel tijdens een debat over de zorg aan suïcidale jongeren. In deze blog de integrale tekst.

Voorzitter,

Als familieman, leerkracht en leidinggevende binnen het onderwijs, maar ook in talloze functies binnen het verenigingsleven en kerk, heb ik altijd ervaren dat ‘samen’ meer is dan de som der individuen. Dat mensen die iets met elkaar hebben bergen kunnen verzetten.

We lijken het soms vergeten te zijn. Maar een mens is pas een mens door andere mensen. Mens zijn doe je niet alleen. Niet voor niets groet men in grote delen van Zuidelijk Afrika met de groet Sawu Bona. Dat betekent “Ik zie je”. En men antwoord met: “Sikhona”, Ik ben er. Pas wanneer een mens zich gezien weet en onderdeel is van een geheel dat groter is dan hemzelf, komt hij volledig tot zijn recht. En andersom, een mens dat zich niet gekend weet, heeft grote kans daar ziek van te worden. In Nederland gaan we voorbij aan die oeroude waarheid. En organiseren we steeds meer een maatschappij van individuen. Een maatschappij van individuele rechten en regels. Van dodelijke rechtmatigheid. In onze obsessie van maakbaarheid en individueel ‘geluk’, gaan we voorbij aan waar het eigenlijk om ging en nog steeds zou moeten gaan. Om de mens als onderdeel van een gemeenschap. Het is voor mij de reden geweest de politiek in te gaan.

Als kersverse wethouder in de mooiste plaats van Nederland (Oss), verbaasde het me dat de gemeente vervoersvoorzieningen verstrekte om eenzaamheid tegen te gaan, maar zich nooit de vraag stelde of er iemand was om naar toe te rijden. Voor ieder probleem bestaat in ons land een voorziening. De rechtmatigheid daarvan staat nauwkeurig omschreven. We hebben systemen opgetuigd om ieder denkbaar probleem, van armoede en schulden tot ouderdom en ziekten, aan te kunnen pakken. We constateren voorzichtig dat we miljarden en miljarden uitgeven. Dat veel van dat geld nauwelijks bijdraagt aan werkelijke oplossingen. En dat een mens een universitaire studie moet hebben afgerond om door de bomen nog enigszins het bos te kunnen zien. We zeggen dat we het anders willen. Maar niet de mens maar de regel staat centraal. En niet het werkelijke probleem, maar de door ons geboden oplossing. Dat kan en moet anders. En daar wil ik de komende jaren mijn bijdrage aan proberen te leveren.

Dan, voorzitter, de treurige werkelijkheid van hetgeen wij, met alle goede bedoelingen, voor elkaar hebben gekregen. Een kind met zeer grote psychiatrische problemen dat niet de juiste hulp krijgt. En voor we van aanleiding naar inhoud gaan, twee vragen aan de staatssecretaris. Hoe gaat het met het kind en haar familie? En krijgt ze inmiddels de hulp die ze nodig heeft? Voor mij staat als een paal boven water dat een kind geholpen moet worden. Zonder mitsen en maren. En dat de aanleiding voor dit debat helaas geen incident is. Maar symbool staat voor een groter probleem. En dat probleem moet worden opgelost.

Voorzitter, ik heb een aantal vragen voor de staatssecretaris.

Klopt het beeld dat er tientallen, zo niet honderden kinderen met zeer ingewikkelde psychiatrische problemen erg lang op wachtlijsten staan?

Kan de staatssecretaris aangeven of, naar zijn idee, deze wachtlijsten structureel van aard zijn? Of dat het een tijdelijk probleem betreft.

Klopt het beeld dat gemeenten bereid zijn te betalen voor hun jonge inwoners. En dat ze, zelfs als ze dat niet zouden willen, gewoon verplicht zijn te betalen? En dat geld dus niet het eerste probleem zou kunnen zijn?

De zorgaanbieder geeft in de media aan dat capaciteitsproblemen de oorzaak zijn van lange wachtlijsten. Deelt de staatssecretaris die conclusie?

Als meer mensen zorg nodig hebben en gemeenten willen betalen, waarom wordt de capaciteit dan niet gewoon uitgebreid? Kan de staatssecretaris dat uitleggen?

Geeft de manier van financieren van derde lijns psychiatrische zorg onvoorziene bedrijfsrisico’s, waardoor uitbreiding van capaciteit niet gerealiseerd kan worden? En welke risico’s zijn dat dan?

Wat gaat de staatssecretaris doen om die risico’s uit de weg te ruimen?

Wat gemeenten kunnen regelen, moeten gemeenten ook regelen. Zorg dicht bij de mensen. Maar zeer specialistische zorg kan niet lokaal geboden worden. Deze zorgaanbieders hebben dus te maken met zeer veel verschillende partijen. Wat doet dat met hun bedrijfsvoering? Zit daar een deel van het probleem? En dus van de oplossing?

Voorzitter,

De te zetten stappen zijn helder. Eerst moet het urgente probleem worden opgelost. Hoe stelt de Staatssecretaris voor dat te gaan doen?

En daarna moet het belangrijke probleem worden begrepen en opgelost. Welke stappen stelt de Staatssecretaris voor?

Voorzitter,

De visie van het CDA is helder. We gaan uit van mensen en gemeenschappen en niet van in Den Haag bedachte lange termijn oplossingen. Kinderen met ernstige psychiatrische problemen moeten de juiste hulp krijgen. Zij kunnen gewoon niet lang wachten. ,

Voor de meeste mensen bestaan geen politiek links, rechts, progressief of conservatief. Er bestaan alleen zeer concrete en urgente problemen. Samen kunnen wij die oplossen. Ik zal er alles aan doen om daar mijn steentje aan bij te dragen. Zo dat mensen in het land zich weer gekend voelen als ze zeggen ‘Hier ben ik’. En wij van harte kunnen zeggen ‘ik zie je’.