Debat over de toekomst van de Waddenzee - Hoofdinhoud
Het Waddengebied is uniek. De VVD ziet voor de Wadden een balans tussen natuur en economie. De Waddeneilanden zijn niet onbewoond; mensen verdienen er hun boterham en toeristen genieten van die mooie natuur. Als het gaat om zeespiegelstijging, afzetting van zand en bodemdaling wil de VVD graag weten hoe nieuwe inzichten op die punten worden meegenomen in het beleid. Lees de volledige bijdrage van de VVD bij het debat dat is gevoerd over de toekomst van de Waddenzee.
Debat over de toekomst van de Waddenzee
De Waddeneilanden, de Waddenzee en de Waddenkust vormen samen een bijzonder, uniek, maar ook dynamisch natuurgebied. De Waddenzee valt nu gedeeltelijk droog bij eb, en is daardoor een belangrijk gebied voor trekvogels. Toeristen en recreanten genieten van de Wadden, van de zeehondjes, de mooie stranden, het Wadlopen. Maar in het Waddengebied wonen ook mensen, die daar hun boterham verdienen.
Als het gaat om de Wadden wil de VVD daarom een balans tussen natuur en economie. Enerzijds het unieke gebied beschermen, maar anderzijds ook een gebied waar mensen moeten kunnen recreëren, wonen en een boterham verdienen, in de visserij, het toerisme, maar ook in de havens en de zoutfabriek Frisia in Harlingen. Hoe kijkt de minister daarnaar?
Met het gebied moet natuurlijk zorgvuldig omgegaan worden. Daarom is er terecht ook al een streng beschermingsregime, met Natura2000, de Planologische Kernbeslissing Waddenzee, de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en habitatrichtlijn. En is er met de nieuwe Mijnbouwwet een strenger regime gekomen voor delfstoffenwinning in dit soort kwetsbare natuurgebieden.
Bekend is dat Waddenvereniging tegen gas- en zoutwinning in het gebied is. Het rapport, waarover we nu debatteren, is opgesteld in opdracht van de Waddenvereniging door een klimaatjournalist die ook nog eens betrokken is bij de Actiegroep Fossielvrij. Niet geheel verrassend komt het rapport tot de conclusie dat gestopt moet worden met delfstoffenwinning.
Andere partijen kijken hier weer anders naar. In het blad De Ingenieur wordt het stopzetten van winning van zout en gas een schijnoplossing genoemd voor het tegengaan van het verdrinken van de Waddenzee, omdat het nauwelijks van invloed is.
Het Kabinet heeft in een uitgebreide reactie aangegeven dat de huidige beleidslijn voldoende is en werkt. De VVD steunt die lijn.
Als het gaat om activiteiten in het gebied moet dat natuurlijk zorgvuldig plaats vinden. Het moet veilig zijn voor mens en natuur. En er moet altijd rekening worden gehouden met eventuele nieuwe inzichten, bijvoorbeeld als het gaat om de gevolgen van zeespiegelstijging, afzetting van sedimentatie (zand) en bodemdaling. Kan de minister uiteenzetten hoe hier precies mee wordt omgegaan? Hoe verloopt dit proces, zodat nieuwe inzichten snel kunnen worden meegenomen in beleidsvorming?
Het is daarom goed dat er continu de vinger aan de pols wordt gehouden en dat er genoeg “checks and balances” aanwezig zijn om zo nodig bij te sturen. Er is een jaarlijkse advisering van de Auditcommissie, een vijfjaarlijkse actualiteit van het zeespiegelstijgingsscenario en het “hand aan de kraan”-principe. De gang van zaken over het onderzoek van de NAM voor de winning toont aan dat het systeem werkt.