Weeklog: De vuist van de Europese Commissie - Hoofdinhoud
Afgelopen week wond Frans Timmermans er in het Europees Parlement geen doekjes om: de Europese Commissie gaat Polen hard aanpakken om de rechtsstaat daar te redden. Tegelijkertijd werden de Britten door de onderhandelaar namens de Europese Commissie verweten geen echte voorstellen te presenteren en de onderhandelingen te traineren. En dan maakte, als klap op de vuurpijl, de voorzitter van de Europese Commissie, Juncker, deze week bekend dat hij een zesde scenario op zak heeft om van de EU een echte politieke unie te maken, zeg maar een superstaat. Hij had daar niet eerder over gesproken, omdat de tegenstanders dan teveel tijd hadden gekregen om het verzet onder de lidstaten te mobiliseren. Je zou bijna vergeten dat Eurocommissarissen gewoon topambtenaren zijn. Met hun vuisten beuken ze erop los. Tijd om ze te lozen.
Na het zomerreces lijkt het wel of de Europese Commissie vastbesloten is ruzie te gaan maken met iedereen die tegenstander is van een superstaat. Zo aardig als ze zijn tegen de eurofiele Franse president Macron, zo hard gaan ze tekeer tegen populisten, Brexiteers en burgers die inspraak willen in de toekomst van de EU. Nog ruim een week en dan horen we wat Juncker’s zesde scenario precies inhoudt. Dan houdt hij zijn State of the Union, in het Europees Parlement in Straatsburg. Bij voorbaat worden alle tegenstanders van zijn scenario in de verdediging gedrukt. En de hele Brusselse bubble doet mee: er is weer nieuw élan in Brussel en niemand mag ons feestje verpesten.
Nu is de Poolse regering ook mijn favoriet niet en inhoudelijk ben ik het eens met de kritiek van Timmermans: voorstellen om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht aan te tasten deugen niet. Alleen jammer dat Timmermans vooral benadrukte dat voor de bedrijven die met Polen zaken willen doen, een goed functionerende rechterlijke macht van groot belang is. Zelfs mensenrechten moeten kennelijk vooral economische betekenis hebben. Er is niets op tegen, als lidstaten over belangrijke grensoverschrijdende onderwerpen afspraken maken. Het probleem met de Commissie is echter dat zij zelf belang heeft bij steeds meer Europese bevoegdheden: alleen dan wordt de Commissie machtiger. Bovendien is diezelfde Commissie vergeven van marktfundamentalisten. Zonder deze topambtenaren die zich superministers wanen, zou de Europese samenwerking er een stuk menselijker uit gaan zien.
Dan zouden we ook niet lidstaten gaan straffen vanuit een Brusselse ivoren toren. In plaats daarvan zouden we geïnteresseerd zijn in de vraag waarom Britten en Polen zich afkeren van de Europese Commissie en de EU als geheel. Zoals de Europese vakbeweging deed in een studie die aantoonde dat in de EU de verschillen tussen rijk en arm alleen maar groter zijn geworden en juist de Oost-Europese werknemers er relatief op achteruit gegaan zijn. Die boodschap zou in de burelen van de Eurocommissarissen moeten landen. Misschien dat ze dan bereid zijn minder vanuit de markt en meer vanuit de mensen te gaan denken. Dat zou de populariteit van Europese samenwerking zeker ten goede komen.