Vrijheid boven alles?

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op woensdag 13 september 2017.

Laatst kwam ik een goede bekende tegen. En hij trok meteen van leer. “Ik heb Buma horen spreken. Met zijn nadruk op gedeelde normen en waarden. Dat ruikt toch naar spruitjeslucht? Die man wil terug naar de jaren vijftig. Vrijheid boven alles, zeg ik altijd maar. Ik maak zelf wel uit wat ik doe en hoe ik me gedraag. Als ik een ander maar geen schade berokken! Dat vind jij toch ook?” Nou nee dus. Ik zie dat echt anders.

Voor mij is ons land meer dan zeventien miljoen individuen, die toevallig op hetzelfde stukje aarde rondlopen. En die (wonder boven wonder) elkaar niet regelmatig de hersens inslaan. Natuurlijk hoeft de overheid niet te bepalen hoe een mens zich moet gedragen. Maar als we ons niets meer van elkaar aantrekken, omdat we zo lekker onze individuele vrijheid aan het vieren zijn, gaat er echt iets niet goed. Een mens is een sociaal wezen dat het best gedijt als hij zich gekend weet. Dus ja, aandacht voor elkaar en gedeelde normen en waarden vind ik belangrijk.

Toen ik me als puber wat al te veel op mijn kamer dreigde op te sluiten, wees mijn moeder me er fijntjes op dat ik niet in een hotel woonde. Dat we in principe samen eten. En dat het aardig is af en toe samen iets te ondernemen. Of het nu een spelletje spelen, of samen televisie kijken is. Bovendien werd ook van mij verwacht dat ik mijn bijdrage leverde in het huishouden. Niet te veel gelukkig. Maar me helemaal onttrekken aan gemeenschappelijke taken zat er echt niet in.

Vrijheid zonder verantwoordelijkheid is een hol begrip. Ieder mens is in principe vrij of hoort dat te zijn. Maar als die vrijheid alleen maar gebruikt wordt om individuele behoeften te bevredigen, is die vrijheid wat mij betreft in letterlijke zin waardeloos. Een mens is een sociaal dier. En hoort zich iets aan te trekken van zijn gezin, familie, buurt en collega’s. Dat heeft met de jaren 50 niet zoveel te maken. Dat is normaal. Of zou dat moeten zijn.

Zo’n dertig jaar geleden vond ik de preek van mijn moeder niet zo leuk. Maar ik besef nu wel dat ze gelijk had. Ik kom veel op huisbezoek. Ook in het kader van jeugd- en opvoedingsproblematiek. Ik kwam laatst in een huishouden waar geen eettafel aanwezig was. De individuele leden aten, zittend op de bank of staand aan het aanrecht, gewoon wanneer het hen uitkwam. De rest van de dag zat men alleen achter de computer of hing op straat. Gewoon omdat men daar zin in had. Individuele vrijheid als hoogste goed? Of toch ook een beetje verantwoordelijkheid? Voor mij is het wel duidelijk.