Weeklog: De Europese oester gaat ietsje open

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 15 oktober 2017.

Alle strijd voor meer transparantie over de besluiten die er in ‘Brussel’ worden genomen, begint nu toch wat resultaat te krijgen. De Europese Commissie is eindelijk zover dat voor internationale onderhandelingen het aanvangsbod openbaar wordt gemaakt. En deze week bleek dat binnenkort, eerst nog op vrijwillige basis, alle afspraken van Europarlementariërs met lobbyisten, op de EP-website vermeld kunnen worden. Ook de onderhandelingen tussen Parlement, Raad en Commissie over versterking van het Europese lobbyregister worden meer openbaar, tenminste als het aan de onderhandelaars van het EP ligt. Het vreemde is dat het nu vooral de Raad van ministers is die nog weinig openheid geeft. Regeringsleiders hebben kennelijk nog veel te verbergen.

Bij de handelsverdragen was het gebruikelijk dat alles geheim bleef, totdat de onderhandelingen waren afgerond. Ja, Europarlementariërs konden in een kamer de stukken inzien, als ze hun telefoontje afgaven zodat er vooral niets kon uitlekken. Bij de onderhandelingen over de versterking van het lobbyregister, ook wel transparantieregister genoemd, was alleen het Commissievoorstel openbaar. Met welke positie de Raad of het EP de onderhandelingen ingingen, was niet bekend. Maar voor het EP gaat dat dus veranderen: de onderhandelaars willen zelfs over het transparantieregister meer transparantie geven. Het moet niet gekker worden.

De grootste oester is nu nog de Raad van ministers. Zo heb ik een klacht ingediend tegen de Raad, omdat zij weigeren het juridisch advies openbaar te maken over de hobbels die er zouden kunnen zijn voor de Raad om toe te treden tot, jawel, het bestaande transparantieregister. De Europese Ombudsman heeft mijn klacht in behandeling, en ik verwacht dat de Raad overstag moet gaan.

Toch vreemd dat juist de vertegenwoordigers van nationale regeringen zo geheimzinnig blijven doen. Toegegeven, Nederland maakt zich binnen de Raad wel hard voor meer transparantie, maar het wil allemaal nog niet erg vlotten. Misschien heeft dit te maken met de oeroude praktijk dat regeringsleiders en ministers niet voor het oog van de hele wereld willen tonen wanneer ze door de bocht gaan. Zoals Rutte, die in Nederland geen Europese vergezichten wil, maar in Brussel gewoon meebouwt aan een federaal Europa. Toch zal ook de Raad niet kunnen ontkomen aan de roep om transparantie: burgers laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen. En ik zal elk middel dat ik heb, inzetten om die transparantie af te dwingen: via klachten, juridische procedures, als het moet, en via publieke druk, in alle openheid.