Mijn kleine en mijn grote strijd

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op dinsdag 31 oktober 2017, 9:15.

Bij alles wat ik doe, is er vaak die knagende vraag: is het wel goed genoeg? Dankzij het evangelie durf ik die vraag inmiddels wel te beantwoorden. Niets van wat ik doe, is goed genoeg, maar dat is - Goddank - goed genoeg.

Al een tijdje probeer ik met God midden in de wereld te leven en te doen wat ik kan. Dat bracht me in het bestuur van de jeugdvereniging, waarna ik ben gaan studeren en me op een christelijke studentenvereniging heb laten vormen. Via een politieke partij ben ik me gaan inzetten voor een betere samenleving - tot en met maandenlange onderhandelingen over een regeerakkoord.

Samen met onze dochters wilden Rianne en ik een aantal van onze beste jaren aan anderen in de wereld geven en zijn we in het Midden-Oosten gaan leven. En steeds als de gelegenheid zich voordoet, geef ik me rekenschap van de hoop die het evangelie me geeft.

Maar bij het oplepelen van dit CV is er een veel bijtender vraag die me parten speelt. Haalt alles wat ik gedaan heb en nog steeds doe, eigenlijk wel wat uit? Ik wil heel graag samen met andere navolgers van Jezus de wereld veranderen, maar verandert die wereld ons niet veel meer? Strijd ik geen verloren strijd?

zelfmoordterroristen

De vraag werd nog indringender toen ik Heilige Strijd las, het nieuwe boek van Beatrice de Graaf over het kwaad en de bestrijding ervan. In dit boeiende boek tot nu toe, eindigt ze met een belangrijke gedachte van Augustinus over de grote en de kleine strijd. In zijn tijd waren er zogenaamde circumcelliones, religieuze zelfmoordterroristen, die dood en verderf zaaiden. Tijdens hun aanvallen tierden ze ‘God is groot’ en hoopten ze als martelaar te sterven. What’s new?

Augustinus moedigde de strijd tegen dit zichtbare kwaad van zijn tijd aan, maar de strijd tegen de toenmalige jihadisten was volgens hem slechts de ‘kleine strijd’. Het is aanlokkelijk het kwaad buiten jezelf aan te wijzen en te bestrijden. Het is ook geruststellend het kwaad elders te lokaliseren - ‘religie’, ‘secularisme’, ‘islam’, ‘Brussel’, ‘de elite’, ‘populisme’ - omdat het suggereert dat je met een slimme aanpak het kwaad zou kunnen uitbannen.

Des te belangrijker om te luisteren naar Augustinus als hij de strijd tegen het kwaad en het ongeloof in ons eigen hart ‘de grote strijd’ noemt. Het is de nederig makende erkenning dat we zelf deel uitmaken van een gevallen wereld en dat het kwaad en het ongeloof ook binnen in jezelf huizen. En dat we onszelf niet kunnen verlossen.

door de crisis heen

Terug naar mijn eigen leven. Ik geef mijn beste krachten aan mijn kleine strijd voor een betere wereld, voor christelijk-sociale politiek, voor christelijke presentie in een gebroken wereld, voor een toegankelijke, aansprekende kerk. En prachtig, die bewindslieden van de ChristenUnie in het kabinet en geweldig, dat nieuwe kerkgebouw van onze kinderrijke gemeente.

Maar wat baat het ons als we een paar mooie, zichtbare prestaties leveren en schade lijden aan onze eigen ziel? Wat hebben we aan een paar overwinningen in de kleine strijd als we de grote strijd aan het verliezen zijn? Mijn geloof verplicht me tot een hoopvol leven, maar er zijn momenten dat het me ontglipt als zand tussen de vingers.

Er zijn zo veel jongeren aan wie we eindeloos veel bijbelverhalen hebben verteld en voor wie we alle Elly & Rikkert-liedjes hebben gezongen, maar die het inmiddels allemaal maar moeilijk meer kunnen geloven. Lukt het ons, bij alle christelijke dadendrang die we hebben, nog wel het mysterie van het evangelie te bewaren en door de crisis van de secularisatie heen te loodsen? Ik geef toe, er zijn momenten dat het klooster lokt.

Zoals meestal vind ik dan troost aan de voeten van de Meester zelf. Als ik bang ben, zegt Hij: vrees niet. Als de wereld om me heen me te machtig dreigt te worden, zegt Hij: Ik heb de wereld overwonnen. Als ik bekaf ben, nodigt Hij me aan zijn tafel en zegt Hij: eet en drink wat, anders wordt het te zwaar voor je. Als ik zin heb in onderduiken, zegt Hij: ga toch de wereld maar weer in en houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot de voltooiing van de wereld. Ik strijd een gewonnen strijd.

(Vandaag als column verschenen in het Nederlands Dagblad)