Alsnog akkoord over nieuwe Europese Klimaatwet - Hoofdinhoud
Na het stuklopen van de nachtelijke onderhandelingen vorige week is op de valreep van het Estse EU-voorzitterschap vandaag alsnog een akkoord bereikt over de nieuwe Europese Klimaatwet. D66-Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy heeft zich hier de afgelopen dagen hard voor gemaakt. Hij onderhandelde namens het Europees Parlement met het EU-voorzitterschap.
Rapporteur Gerbrandy: “Dit waren moeilijke onderhandelingen. Lidstaten probeerden via allerlei sluiproutes de Klimaatwet af te zwakken en zo hun verplichtingen minimaal te houden. Terwijl we nu in actie moeten komen voor een schonere toekomst. Na lang aanhouden ligt er nu een akkoord dat leidt tot fors minder uitstoot én dat juridisch bindend is. Een belangrijke en cruciale aanscherping van de huidige Klimaatwet.”
Minder uitstoot broeikasgassen
De Klimaatwet dekt de uitstoot van broeikasgassen die buiten het Europese CO2-emissiehandelssysteem vallen, zoals transport, afval, landbouw en gebouwen. Deze sectoren zijn verantwoordelijk voor zo’n 60% van de broeikasgassenuitstoot in Europa. Elk land krijgt uitstootdoelen die gelden voor de komende twaalf jaar.
Gerbrandy: “D66 is blij dat er nu een akkoord ligt dat ambitieuzer is dan het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie. Met deze aanscherping zetten we het klimaatakkoord van Parijs tot en met 2030 om in bindende emissiebudgetten voor elke lidstaat. Dat is heel hard nodig. Europese regeringen moeten nu snel aan de slag om hun vervuilende sectoren schoner en groener te maken.”
EU-voorzitterschap
De D66’er had meer ambitie gewild. Eerder dit jaar kreeg hij in het Europees Parlement brede steun voor een zeer ambitieus pakket. Maar met het nieuwe EU-voorzitterschap voor de deur van Bulgarije en daarna Oostenrijk, beiden onder leiding van een extreemrechtse regering, is hij toch tevreden dat hij de voorstellen van de Commissie nog dit jaar onder het Estse EU-voorzitterschap heeft aanscherpt.
Gerbrandy: “Vorige week zag het ernaar uit dat de onderhandelingen in januari voortgezet zouden worden. Dan hadden we onder leiding van het Bulgaarse voorzitterschap verder gemoeten. Dat land staat niet bepaald bekend om zijn groene ambities. Dat geldt voor Oostenrijk evenmin. De onderhandelingen hadden dan zomaar een jaar langer kunnen duren. Die tijd hebben we simpelweg niet als we onze doelstellingen van Parijs willen halen. Daarvoor is het juridisch bindende klimaatkader nu gezet. De extra ambitie, die zeker nog nodig is, moet bij de herzieningen in 2019 en 2024 worden toegevoegd.”
Eerdere voorstellen voor aanscherping van de Klimaatwet werden in de Raad gesteund door Nederland. Het nieuwe kabinet zet in op een verhoging van de Europese klimaatambitie. Het voorlopige akkoord wordt de komende maanden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie voor de officiële instemming.
Het akkoord op een rij:
Europa moet de uitstoot in de relevante sectoren terugbrengen met 30% in 2030 ten opzichte 2005.
Nederland moet de uitstoot terugbrengen met 36% ten opzichte van 2005.
Het totale emissiebudget voor de EU is verlaagd met 120 miljoen ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel. De extra uitstootvermindering staat gelijk aan de uitstoot van vier miljoen auto’s.
Lidstaten moeten snel aan de slag: in de eerste jaren na 2020 zullen zij meer moeten doen dan voorgesteld door de Europese Commissie om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen.
Er komt een speciale reserve voor armere EU-lidstaten die voor 2020 meer uitstootvermindering hebben behaald dan wettelijk vereist. Deze reserve bevat 105 miljoen rechten. Dat is tien miljoen minder dan eerder is voorgesteld door de lidstaten, maar vijftien miljoen meer dan voorgesteld door het Europees Parlement