Paradijs op aarde

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op maandag 1 januari 2018.

In het Brabants Dagblad stond een interview met een bestuurslid van Roze Zaterdag in Oss en ‘s-Hertogenbosch. Ze vertelde dat ze was uitgenodigd als spreker bij een ‘divers’ gezelschap aan vrouwen. Zo divers bleek die groep niet te zijn. Vrijwel zonder uitzondering waren de dames blank, hetero, hoogopgeleid en redelijk welgesteld. Ieder had een andere achtergrond natuurlijk. Dat wel. In die zin was de groep heel divers. Maar toch een heel stuk minder divers dan vooraf ingeschat.

We ervaren het niet altijd zo. Maar we leven in het paradijs op aarde. Nog nooit in de geschiedenis, waar dan ook op aarde, hadden de meeste mensen het zo goed als hier en nu. De levensverwachting van een Nederlandse heroïneverslaafde ligt hoger dan die van een lid van het Britse koninklijk huis in de tijd dat Engeland de halve wereld beheerste. En een Nederlandse arbeider heeft de beschikking over luxegoederen waar de Franse Zonnekoning Lodewijk de veertiende niet eens over dromen kon. We kijken er niet van op. Voor ons is dat normaal.

Dat zelfs in ons land niet iedereen het even goed heeft, dat is echt wel bekend. Maar de meeste van ons worden er niet dagelijks mee geconfronteerd. Vanmorgen sprak ik iemand die namens de kerk met de feestdagen kerstpakketten uitdeelde aan mensen die het wat minder getroffen hadden. “Jeetje, ik had er geen idee van. Je ziet het aan die mensen niet. Maar als je bij hen thuis komt… Dan komt het toch even binnen hoor. Armoe troef. Wat een ellende soms.”

Het is natuurlijk heel menselijk en verklaarbaar. Maar we nemen onszelf als maatstaf. En staan er vaak niet bij stil dat verreweg de meeste mensen het een stuk minder goed hebben dan wijzelf. Eigenlijk weten we het wel. Dat het echt uitmaakt waar je wieg heeft gestaan bijvoorbeeld. En dat het hebben van een gezonde portie verstand en een goede gezondheid echt geen verdienste is. En al helemaal geen vanzelfsprekendheid.

We moeten niet doorslaan natuurlijk. Dat we in het paradijs op aarde wonen, is misschien niet helemaal onze verdienste. Het is zeker niet onze ‘schuld’. We hoeven ons daar niet rot om te voelen. Maar het kan geen kwaad om af en toe te beseffen dat we geen gemiddeld leven leiden. En dat bij leven ook verantwoordelijkheid hoort. Om om te zien naar mensen met wie het slechter gaat bijvoorbeeld. En dat we een wereld doorgeven waar ook onze kindskinderen gelukkig en gezond kunnen leven. We leven in het paradijs op aarde. Gelukkig maar. Maar niet vanzelfsprekend.