Dagvaarding om ‘niks’

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op vrijdag 12 januari 2018.

Een voorbeeld uit de praktijk. Geleend van André Moerman, docent en jurist bij schuldinfo.nl. Een mens heeft een schuld van 0,76 Euro bij een drinkwaterbedrijf. Omdat men niet betaalt, wordt uiteindelijk een dagvaarding in gang gezet. Met proceskosten en overige kosten erbij, komt de totale schuld dan uit op 326 Euro en een beetje. Zo’n 400 keer de hoofdsom.

In een mensenleven gaan soms dingen verkeerd. Zoals het niet betalen van een hele kleine schuld. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Goede en minder goede. Wat mij betreft doet dat er niet eens zo toe. Schieten we met een dagvaarding in dit geval niet met een kanon op een mug? En is het laten oplopen van een schuld van drie kwartjes tot ruim driehonderd euro niet een beetje buiten proporties?

Soms kloppen dingen wel. Maar daarom deugen ze nog niet. Het uitgangspunt dat iedere schuld betaald moet worden klopt bijvoorbeeld. En de opstelsom van alle extra kosten, van rente tot proceskosten, en van nakosten tot betekeniskosten (wat dat ook allemaal in moge houden), klopt zeker ook. Maar het eindresultaat deugt niet. Ik denk dat niemand vindt dat het de bedoeling is iemand vierhonderd keer de hoofdsom te laten betalen.

Ik heb (samen met Pieter Omtzigt) kamervragen gesteld. Want als iets niet de bedoeling is (en daar ga ik hier toch echt van uit), moet het ook niet mogelijk zijn. Ik heb de minister gevraagd of ze bereid is contact op te nemen met de aandeelhouders (gemeenten) van het drinkwaterbedrijf. En hen te vragen op welke manier bovenstaande in overeenstemming te brengen is met het gemeentelijke beleid rondom schuldhulpverlening. Ik hoop dat aandeelhouders zorgen dat dagvaardingen om pietluttige bedragen niet meer voor zal komen.