Bijstandsfraude in het buitenland opsporen

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op vrijdag 23 februari 2018.

Vragen van het lid Peters (CDA) aan de staatssecretaris van SZW over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake de bestrijding door gemeenten van bijstandsfraude door vermogende Turkse Nederlanders

  • 1. 
    Kunt u bevestigen dat door de Centrale Raad van Beroep een door gemeenten gehanteerde nieuwe en effectieve methode om bijstandsfraude op te sporen onrechtmatig is verklaard? *)
  • 2. 
    Kunt u precies aangeven op grond van welke (rechts)overwegingen de Centrale Raad van Beroep tot deze uitspraak is gekomen?
  • 3. 
    Vindt ook u het van het allergrootste belang dat gemeenten effectieve methoden inzetten om fraude met bijstandsgelden op te sporen, bijstandsuitkeringen in voorkomend geval stop te zetten en onterecht verkregen gemeenschapsgelden bij de fraudeurs terug te vorderen?
  • 4. 
    Wat is in dat licht gezien uw opvatting over de door de gemeenten gehanteerde nieuwe effectieve methode om bijstandsfraude in het buitenland op te sporen?
  • 5. 
    Welke andere, even effectieve, methoden staan de gemeenten anders ten dienste om deze vormen van bijstandsfraude aan te pakken?
  • 6. 
    Indien er geen andere, alternatieve, effectieve methoden in uw ogen voorhanden zijn, op welke wijze worden gemeenten dan nu, na de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, geacht bijstandsfraudeurs met een buitenlandse afkomst op te sporen?
  • 7. 
    Kunt u aangeven of door gemeenten ook onderzoek en opsporing van bijstandsfraude wordt uitgevoerd naar Nederlanders van buitenlandse afkomst, anders dan die met een Turkse nationaliteit?
  • 8. 
    Onderschrijft u de opvatting dat er door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep feitelijk sprake is van discriminatie van ingezetenen met een alleen Nederlandse nationaliteit omdat bij hen wel actief door gemeenten onderzocht kan worden of er bij de beoordeling van een aanvraag voor een bijstandsuitkering sprake is van vermogen? Zo neen, waarom niet?
  • 9. 
    Hoe moet in uw ogen de (rechts)overwegingen van de Centrale Raad van Beroep gezien worden in relatie tot fraude met bijstandsgelden en het daarmee in flagrante strijd handelen met de Participatiewet en het daarmee ondergraven van de solidariteit door de belastingbetaler?
  • 10. 
    Overweegt u gelet op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep om daartegen bij de Hoge Raad cassatie in te stellen in het belang der wet? Zo neen, waarom niet?
  • 11. 
    Welke andere maatregelen overweegt u daarnaast en in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad in cassatie om te voorkomen dat fraudeurs met bijstandsuitkeringen niet alleen de onterecht uitgekeerde gelden kunnen behouden, maar ook dat stop gezette bijstandsuitkeringen wederom moeten worden uitgekeerd als gevolg van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep?
  • 12. 
    Bent u bereid om met gemeenten in gesprek te gaan over de mogelijkheden om te handhaven op een manier die wel kan?