Minister moet meer verantwoordelijkheid nemen voor veiligheid Schiphol - Hoofdinhoud
Het CDA wil dat minister van I&W de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op Schiphol meer naar zich toetrekt. Want momenteel ontbreekt het op Schiphol aan een partij die de eindverantwoordelijkheid wil dragen voor de integrale veiligheid van het vliegverkeer op de luchthaven. Dat zou de minister van V&W moeten zijn, maar die legt de verantwoordelijkheid vooral bij de sector neer. Dat blijkt uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), dat vandaag in de Kamer werd besproken.
Schiphol kan niet verantwoord doorgroeien zonder dat ingrijpende maatregelen worden genomen om de veiligheid te garanderen, stelde de OVV vorig jaar. Schiphol mag tot 2021 jaarlijks een half miljoen starts en landingen afhandelen. De luchthaven wil graag verder groeien. Volgens de OVV is Schiphol niet onveilig, maar komen de grenzen van een veilige afhandeling van het vliegverkeer in zicht. De sectorpartijen moeten een gezamenlijke visie op veiligheid ontwikkelen, waarin expliciete doelen zijn opgenomen, en dit nader uitwerken in een veiligheidsmanagementsysteem. Het is hierbij essentieel dat het ‘Veiligheidsplatform Schiphol’ een formele status krijgt, waarbinnen zowel operationele als strategische beslissingen worden genomen.
CDA woordvoerder Mustafa Amhaouch wilde graag van de minister weten of zij alle aanbevelingen uit het rapport over wil nemen. “Het CDA is vooral geïnteresseerd in maatregelen op operationeel niveau die meteen ingevoerd kunnen worden. Maar het is ook van belang om iedereen te betrekken bij het Veiligheidsplatform, ook de piloten.”
Amhaouch vroeg de minister om een brief, waarin zij concreet ingaat op de volgende punten:
Eén. Het werkprogramma met de operationele verbeteringen. Twee. De roadmap. Drie. De eerste staat van de veiligheid, inclusief de ILT-borging. Vier. De Luchtvaartnota met ambitie en visie. Vijf. De invulling van de convenanten. “Als we die zaken in een brief kunnen krijgen, kunnen we alles wat we vandaag besproken hebben, borgen.” De minister zegde toe hier in een brief aan de Kamer op terug te zullen komen.
Amhaouch sprak ook zijn verbazing uit over het feit dat iedereen zo argwanend is, als het gaat om de combinatie luchtvaart en duurzaamheid. Alsof luchtvaart niet duurzaam zou kunnen zijn. “Wij hadden vroeger kolen- en diesellocomotieven op het spoor. Wij hadden benzineauto's. Alles is duurzamer geworden. We hebben gezegd: we gaan nu ook nog steeds van de weg naar het spoor omdat dit duurzamer is. Waarom gelooft niemand in duurzame luchtvaart? Waarom gelooft niemand dat wij vliegtuigen krijgen op waterstof of dat wij vliegtuigen kunnen krijgen die ook elektrisch kunnen vliegen?” Hij wees erop dat er al proeven op dit gebied plaats vinden, en dat de mensheid nooit stil heeft gestaan.